Les 30 gebaren

Question 1

WISKUNDE

Answer 1

.

Question 2

METEN

Answer 2

.

Question 3

AFMETING

Answer 3

.

Question 4

BREED

Answer 4

.

Question 5

DIEPTE horizontaal

Answer 5

.

Question 6

DIEPTE verticaal

Answer 6

.

Question 7

GROOT

Answer 7

.

Question 8

GROTER

Answer 8

.

Question 9

GROOTST

Answer 9

.

Question 10

HOOG

Answer 10

.

Question 11

LAAG

Answer 11

.

Question 12

INHOUD

Answer 12

.

Question 13

KUBIEKE METER

Answer 13

.

Question 14

KWADRAAT

Answer 14

.

Question 15

MIDDEN

Answer 15

.

Question 16

OPMETEN/METEN

Answer 16

.

Question 17

OPPERVLAKTE

Answer 17

.

Question 18

OVERTREKKEN

Answer 18

.

Question 19

PI

Answer 19

.

Question 20

SCHEEF

Answer 20

.

Question 21

UITWERKEN

Answer 21

.

Question 22

VIERKANTE METER

Answer 22

.

Question 23

GELD

Answer 23

.

Question 24

BEDRAG

Answer 24

.

Question 25

EURO

Answer 25

.

Question 26

GELD

Answer 26

.

Question 27

MEER tegenover-minder

Answer 27

.

Question 28

MINDER

Answer 28

.

Question 29

MUNT

Answer 29

.

Question 30

PERCENTAGE/PROCENT

Answer 30

.

Question 31

RENTE

Answer 31

.

Question 32

SUBSIDIE

Answer 32

.

Question 33

BANKgeld

Answer 33

.

Question 34

TABELLEN EN GRAFIEKEN

Answer 34

.

Question 35

AFLEZEN

Answer 35

.

Question 36

TABEL

Answer 36

.

Question 37

DIAGRAM

Answer 37

.

Question 38

GRAFIEK

Answer 38

.

Question 39

GEGEVENS

Answer 39

.

Question 40

KOLOM in tabel

Answer 40

.

Question 41

PASSER

Answer 41

.

Question 42

PUNT

Answer 42

.

Question 43

STREEP

Answer 43

.

Question 44

VERBINDEN

Answer 44

.

Question 45

STREEP TREKKEN

Answer 45

.

Question 46

GUMMEN

Answer 46

.

Question 47

TUSSEN HAAKJES

Answer 47

.

Question 48

VERGELIJKEN

Answer 48

.

Question 49

VERDELEN

Answer 49

.

Question 50

VERGROTEN

Answer 50

.

Question 51

VERKLEINEN

Answer 51

.

Question 52

VORMEN

Answer 52

.

Question 53

DRIEHOEK

Answer 53

.

Question 54

VIERKANT

Answer 54

.

Question 55

RECHTHOEK

Answer 55

.

Question 56

CIRKEL

Answer 56

.

Question 57

zin 1: De meeste middelbare scholieren vinden wiskunde niet zo leuk.

Answer 57

zin 1

Question 58

zin 2: Mijn wiskundeleraren waren niet echt leuk.

Answer 58

zin 2

Question 59

zin 3: In het wiskundelokaal was het meestal warm en er was weinig zuurstof aanwezig.

Answer 59

zin 3

Question 60

zin 4: De boeken waren dik en we kregen veel huiswerk.

Answer 60

zin 4

Question 61

zin 5: Een lievelingsvorm heb ik niet.

Answer 61

zin 5

Question 62

zin 6: Mijn nichtje is dol op cirkels.

Answer 62

zin 6

Question 63

zin 7: Op de muur in haar slaapkamer heeft ze allemaal cirkels geverfd.

Answer 63

zin 7

Question 64

zin 8: 98 x 15 = 1.470

Answer 64

zin 8

Question 65

zin 9: 1.470 x 3 = 4.410

Answer 65

zin 9

Question 66

zin 10: 4.410 - 3.117 = 1.293

Answer 66

zin 10

Question 67

zin 11: 1.293 - 1.195 = 98

Answer 67

zin 11