WoordenlijstNederlandsThai5 Flashcards

(239 cards)

1
Q

verloopt

A

หมดอาย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

binnenkort

A

เร็วๆน

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meegenomen

A

เอามา

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pasfoto’s

A

รูปถาย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aha

A

อาฮา

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

over

A

อีก

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

terugkomen

A

กลับมา

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

loket (het)

A

ชอง

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kijkt boos

A

ดูเหมือนโกรธ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

er … van

A

เลย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in orde gebracht

A

ทําเรียบรอย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

centrale

A

กลาง

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beleid (het)

A

นโยบาย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

specifiek

A

โดยเฉพาะ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

terrein (het)

A

อาณาเขต

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

betreffen

A

เกี่ยวกับ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

snelwegen

A

ทางหลวง

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

sterke

A

แนนหนา

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

punten

A

ขอ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waardoor

A

ที่ม

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waarde (de)

A

ความสําคัญ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

handel (de)

A

พาณิชย

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

toerisme (het)

A

การทองเทยว

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

dan ook

A

จึง

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
zogenaamde
ที่เรียกกันวา
26
aardgas (het)
กาซธรรมชาต
27
waard
คุณคา
28
erop
ไดใช
29
voorzien (van)
จัดหาให
30
heel wat
แยะมาก
31
koeien
วัว
32
leveren
จัดหาให
33
Friese
ฟรีเซอ
34
meren
ทะเลสาบ
35
trekken
ดึงดูด
36
toeristen
นักทองเทยว
37
geldt
เปน
38
ideaal
อุดมการณ
39
hoofdstad (de)
เมืองหลวง
40
vergaderstad (de)
เมืองทมีการประชุม
41
even
ไกลกับ
42
ver weg
ไกล
43
nog geen
ยังไม
44
ontstaan
ทำ
45
woonruimte (de)
ที่พัก
46
oosten (het)
ตะวันออก
47
natuurpark (het)
สวนสาธาณะธรรมชาต
48
Brabantse
บราบัณธเซอ
49
danken
เปนหนี้บุญคุณ
50
gloeilamp (de)
หลอดไฟฟา
51
typen
แบบ
52
Japanse
ญี่ปุน
53
klinkt
มีเสียง
54
plek (de)
ที่น
55
vrij
วาง
56
zoontje (het)
ลูกชาย
57
drukte (de)
ความวุนวาย
58
beloofd
สัญญา
59
komt uit
สะดวก
60
kan mij niet schelen
ไมสนใจ
61
daarnet
เมื่อก
62
uitgenodigd
ไดเชิญมา
63
pan (de)
หมอ
64
gooit
ขวางลง
65
maak af
ทําเสร็จ
66
waar ... van
ชอบอะไร
67
best
68
zolang
ในระหวางท
69
overal van
ทุกสิ่งทุกอยาง
70
wezen
เปน
71
diepvries (de)
ตูแชเยน
72
slim
ฉลาด
73
waag
กลา
74
excuus (het)
ขอแกตัว
75
geluid (het)
เสียง
76
roepen om
รองเรียก
77
momentje (het)
สักคร
78
vrees
เกรงวา
79
op de hoogte
ใหทราบ
80
excuses
ขอโทษ
81
ongemak (het)
ความไมสะดวก
82
zet
ทำบน
83
zacht
เบา
84
vuurtje (het)
ไฟ
85
verschijnen
มาถึง
86
liedje (het)
เหมอนกัน
87
telkens
ทุกครั้ง
88
gaat ... niet door
ยกเลิก
89
schuld (de)
มีความผิด
90
kan er niets aan doen
ชวยอะไรไมได
91
zachter
เบาหนอย
92
staat (de)
มลรัฐ
93
historische
ทางประวัติศาสตร
94
feiten
ขอเท็จจริง
95
rijtje (het)
เรียบเรียง
96
richten
เล็ง
97
blik (de)
การชําเลืองด
98
eeuw (de)
ศตวรรษ
99
losse
แยกกัน
100
staten
มลรัฐ
101
onderdeel (het)
สวนตอน
102
rijk (het)
อาณาจักร
103
leiding (de)
ความควบคุม
104
oranje
โอรันเยอ(สีสม)
105
voerden oorlog
ตอสูสงคราม
106
uiteindelijk
ในที่สุด
107
wonnen
ไดชนะ
108
strijd (de)
การตอส
109
kwam tot stand
สถาปนาขึ้น
110
der
ของ
111
verenigde
สห
112
periode (de)
ระยะ
113
boeiend
ที่ตรึงใจ
114
verhaal (het)
เรื่อง
115
namen
เอา
116
namen in bezit
เอามาในครอบครอง
117
eventjes
เวลาสั้น
118
herinneren
ระลก
119
daaraan
นั้น
120
Zuid-Amerika
อเมริกาใต
121
Franse
ฝรั่งเศส
122
hieraan
นั้น
123
huidige
ปจจุบัน
124
vorm (de)
รูปราง
125
koninkrijk (het)
ราชอาณาจักร
126
vlag (de)
ธง
127
in gebruik
ใช
128
blauw
สีน้ําเงิน
129
grappig
เปนเรื่องขบขัน
130
ontwikkeld
เกิดขึ้น
131
in tegenstelling tot
ในตรงกันขามกบ
132
ontwikkeling
ความเจริญ
133
meegemaakt
ไดประสบมา
134
bladzijde (de)
หนา
135
Europese
ของยุโรป
136
Duitse
เยอรมัน
137
uitbreiden
ขยาย
138
ontstond
เกิดขึ้น
139
waarbij
140
de dood vonden
ตาย
141
tientallen
หลายๆ สิบ
142
miljoenen
หลายลาน
143
waaronder
ในจำพวก
144
Rusland
ประเทศรัสเซีย
145
Verenigde Staten
สหรัฐอเมริกา
146
zodat
เพื่อให
147
volk (het)
ราษฎร
148
vrijheid (de)
อิสรภาพ
149
terugkreeg
ไดคืน
150
neen
ไมใช
151
gemeenschap (de)
ชุมชน
152
waarheid (de)
ความจริง
153
geen sprake van
ไมใช
154
puur
แทที่จริง
155
symbolische
เปนสัญลักญณ
156
treedt op
แสดงตัว
157
parlement (het)
รัฐสภา
158
partij (de)
พรรค
159
wint
ชัยชณะ
160
overleggen
อภิปราย
161
meerderheid (de)
สวนมาก
162
bespreken
ปรึกษา
163
toekomstige
ในภายหนา
164
lijn (de)
ความเหน
165
minister-president (de)
นายกรัฐมนตร
166
ministers
รัฐมนตร
167
conclusie (de)
การลงความคดเห็น
168
heeft in handen
มีในมือ
169
geeft uit handen
ใหจากมอ
170
hoezo
อยางไร
171
stelt vragen
มีคําถาม
172
kritiek (de)
การวิจารณ
173
voorstel (het)
คำเสนอ
174
wensen
ตองการ
175
veranderingen
การเปลี่ยนแปลง
176
wens (de)
การตองการ
177
vertrouwen (het)
ความไวใจ
178
legt ... neer
ลาออกจากตําแหนง
179
initiatief (het)
การริเรม
180
regeringspartijen
พรรคของรัฐบาล
181
aflopen
สิ้นสุด
182
miljarden
หลายพันลาน
183
justitie
(กระทรวง)ยุตธรรม
184
de ene
185
eerlijk
ซื่อสัตร
186
eerlijk gezegd
พูดซื่อสัตร
187
linkse
ฝายซาย
188
rechtse
ฝายขวา
189
dat treft
โอกาสด
190
achtergrond (de)
เบื้องหลัง
191
zwijgen
ไมพูดไมจา
192
opent
เริ่ม
193
eindigt
สิ้นสุด
194
sluit ... af
สุดทายน
195
iets dergelijks = zoiet
s เชนนั้น
196
grijp
จับ
197
geest (de)
จิต
198
meemaakte
ไดประสบมา
199
fileprobleem (het)
ปญหารถติด
200
bevolkt
พํานักอย
201
ruimteprobleem (het)
ปญหาเนื้อท
202
volledig
เต็มท
203
recept (het)
ตํารับอาหาร
204
ben je zover
พรอมหรือยัง
205
eindtoets (de)
การสอบสุดทาย
206
ronde (de)
รอบ
207
slagen
ผาน
208
zakken
ตก
209
slaagt
ผาน
210
ten minste
อยางนอย
211
tegelijk
พรอมกัน
212
opmerking (de)
ขอสังเกต
213
wist te
ใหทํา
214
dwingen
บังคับ
215
knap
เกง
216
opzicht (het)
ดาน
217
resultaat (het)
ผลที่ตามมา
218
schudt
สายหัว
219
gestoken
ใชเวลา
220
niet normaal
ไมเปนปกต
221
overdag
ตอนกลางวัน
222
voortdurend
ตลอดเวลา
223
doe normaal
ทำธรรมดา
224
zeiden
บอก
225
zomaar
เพียง
226
vreemde
ตางประเทศ
227
grammatica (de)
ไวยากรณ
228
volgorde (de)
ลําดับ
229
in het kader (van)
ในกรอบของ
230
ingaan (op)
ตอบ
231
door middel van
โดยทาง
232
combinaties
การรวม
233
elementen
ธาตุแท
234
om ... gaan (met)
ใชประโยชน(กับ)
235
thema (het)
หัวขอ
236
slotdebat (het)
การถกเถียงขั้นสุดทาย
237
overtuigen
ทําใหเชื่อ
238
argumenten
การโตเถียง
239
daar gaan we dan!
ไปทำเลย