1A2 week 8 college 9 Flashcards
(20 cards)
Functies zuurshock
Antibacterieel, denaturatie van eiwitten, pepsine uit pepsinogeen omzetten, enzymactiviteit van pepsine waarborgen
Drie typen kliercellen in maagwand
Hoofdcellen, pariëtale cellen, muceuze cellen
Functie hoofdcellen
Vorming pepsionogeen
Functie pariëtale cellen
Produceren het zuur: zoutzuur
Functie muceuze cellen
Produceren het slijm
Probiotica
Levende micro-organismen met intracellulaire buffering
Ontstaan bufferlaag in slijmlaag
Door uitscheiding bicarbonaat van miceuze cellen
Functie antacidum
Grijpt in op concentratie protonen in het maagzuur
Functie cimetidine en ranitidine
Ingrijpen op de hisamine receptor, zodat er geen cAMP wordt afgegeven en minder protonen worden afgegeven
Functie vagotomie
Grijpt in op nervus vagus, waardoor geen acetylcholine afgifte meer plaats vindt, waardoor de calcium concentratie niet wordt verhoogd en er geen protonen afgifte plaatsvindt
Functie omeprazol
Grijpt in op proton-kaliumpomp
Helicobacter
Bacterie die maagzweren veroorzaakt
Negatieve groepen
Asparaat, glutamaat, cysteïne en tyrosine
Positieve groepen
N-terminus, lysine, histidine en arginine
pKa
Maat voor de zuursterkte
Hoe lager de pKa
Hoe sterker het (geconjugeerde) zuur is
Hoe dichter de pH bij de pKa
Des te sterker de pH-bufferende werking is
Iso-elektrisch punt
De pH waarbij de netto lading van een aminozuur nul is
pH > IEP
Eiwit is netto negatief geladen
pH < IEP
Eiwit is netto positief geladen