1A2 week 9 college 2 Flashcards
(28 cards)
Functie lengtespieren in oesophagus
Korter maken oesophagus –> transport over afstand sneller
Functie n. vagus voor oesophagus
Ontspannen van de onderste slokdarmsphincter (LES)
Verzadigingscentrum
Ligt aan de mediale kant van de hypothalamus. Als hier laesie is, dan voel je geen verzadiging meer waardoor je kunt blijven eten.
Hongercentrum
Ligt aan de laterale zijde van de hypothalamus. Als hier een laesie is, dan voel je geen honger meer.
Centrum dat beide centra aansturen is de ..
Nucleus archuales
Twee soorten neuronen in nucleus archuales
Anorexigene neuronen en orexigene neuronen
Anorexigene neuronen
Produceren POMC, wat het hormoon alfa MSH produceert. Dit bindt aan melinecortine receptoren en zo het verzadigingscentrum en hongercentrum remmen
Orexigene neuronen
Stimuleren het hongercentrum en verzadigingscentrum. Deze worden geremd door insuline, ghreline en leptine
Verhoogde ghreline productie
Gevoel van honger
Functie leptine
Afname van eetlust
Functie orale fase
De tong rolt het voedsel naar achter
Functie faryngeale fase
Voedsel naar achter geduwd en doorgeslikt
Functie oesophageale fase
Voedsel verdwijnt door peristaltische beweging, geïnnerveerd door n. vagus
Cellen in de mucosa van de maag
Pariëtale cellen, muceuze cellen, hoofdcellen, gastrine cellen, enterochromaffiene cellen
Functie pariëtale cellen
Produceren HCL en IF
Functie muceuze cellen
Fungeren als coating en zorgen ervoor dat de cellen in de maag niet worden aangetast
Functie hoofdcellen
Produceren pepsinogeen
Functie gastrine cel
Produceert gastrine
Functie enterochromaffiene cel
Produceert histamine
Fasen tijdens het eten
Cephale fase, gastrische fase, intestinale fase
Werking cephale fase
Door zien van voedsel wordt de maag geactiveerd
Werking gastrische fase
Voedsel zijn of ruiken zorgt voor productie van maagsappen
Werking intestinale fase
Regelsysteem in duodenum dat invloed uit oefent op de activiteit van de maag
Functie antrum maag
Kneden voedselbrij