1B3 week 15 college 3 Flashcards

(29 cards)

1
Q

Gevolg klepstenose

A

Drukbelasting van de hartholte voor de stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gevolg aortaklepstenose

A

Linkerventrikelwand verdikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevolg mitralisklepstenose

A

Linkeratrium verdikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevolg pulmonalisklepstenose

A

Rechterventrikelwand verdikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gevolg tricuspidalisklepstenose

A

Rechteratrium verdikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gevolg klepinsufficiëntie

A

Volumebelasting voor en achter de insufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gevolg aortaklepinsufficiëntie

A

Linkerventrikel en aorta dilateren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolg mitralisklepinsufficiëntie

A

Linkeratrium en linkerventrikel dilateren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gevolg pulmonalisklepinsufficiëntie

A

Rechterventrikel en a. pulmonalis dilateren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolg tricuspidalisklepinsufficiëntie

A

Rechteratrium en rechterventrikel dilateren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaak kleplijden

A

Meestal degeneratieve oorzaak: reumatisch of congenitale aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hemodynamiek aortaklepstenose

A

Drukbelasting van het linkerventrikel met concentrische hypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Etiologie aortaklepstenose

A

Verkalking aortaklep: meestal op hoge leeftijd > 70
Bicuspide aortaklep: jonge leeftijd, vaak familiair
Acuut gewrichtsreuma: vaak bij immunologische reactie op infectie met een b-hemolytische groep, voornamelijk in ontwikkelingslanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen aortaklepstenose

A

Angina pectoris, duizeligheid/syncope, hartfalen, plotse dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

LO aortaklepstenose

A

Systolisch ejectiegeruid, verminderde en late A2 en vierde toon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Echocardiografie aortaklepstenose

A

Klep is witter, slaat meer echogeluid terug en opent minder goed

17
Q

Indicaties behandeling aortaklepstenose

A

Ernstige aortaklepstenose en klachten
Ernstige aortaklep stenose met klachten bij inspanning
Matige aortaklepstenose die andere cardiale chirurgie moeten ondergaan
Bicuspide aortaklep met dilatatie van aorta ascendens

18
Q

Hemodynamiek aortaklepinsufficiëntie

A

Volumebelasting voor en achter de klep, waarbij hypertrofie van het linkerventrikel en dilatatie van de aorta ascendens. Wandspanning ventrikel stijgt, coronaire flow daalt, sprake van fibrosevorming en toenemende dilatatie –> systolische disfunctie –> hartfalen

19
Q

Etiologie chronische aortaklepinsufficiëntie

A

Ontsteking: reuma
Structureel: atherosclerose, bicuspide klep
Genetisch
Stress: hypertensie

20
Q

Etiologie acute aortaklepinsufficiëntie

A

Bacteriële endocarditis, aneurysma of dissectie van de aorta ascendens, ruptuur aortaklep en malfunctie van een kunstklep

21
Q

Symptomen aortaklepinsufficiëntie

A

Moeheid, dyspnoe en angina pectoris

22
Q

LO aortaklepinsufficiëntie

A

Zacht diastolisch hoogfrequentie geruis in aansluiting aan de A2
Groot verschil tussen diastolische en systolische bloeddruk voelbaar

23
Q

Indicaties behandeling aortaklepinsufficiëntie

A

Acute ernstige aortaklepinsufficiëntie
Ernstige aortaklepinsufficiëntie en klachten
Ernstige aortaklepinsufficiëntie zonder klachten met EF <50%
Ernstige aortaklepinsufficiëntie zonder klachten met EF >50% maar met linkerventrikeldilatatie
Matige aortaklepinsufficiëntie maar andere cardiale chirurgie

24
Q

Mogelijke opties aortaklepvervanging

A

Via openhartoperatie en hart-long machine: mechanische klep, bioprothese of homograft
Percutane aortaklepimplantatie (TAVI): via lies

25
Tricuspidalisklepstenose
Zeer zeldzaam, meestal ook linkszijdige afwijkingen, acuut gewrichtsreuma, rechteratrium drukbelasting tijdens diastole, rechtszijdig hartfalen
26
Tricuspidalisklepinsufficiëntie
Komt vaker voor, functioneel bij rechterventrikeldilatatie, afwijkende tricuspidalisklep
27
Gevolg lekkende tricuspidalisklep
Volumebelasting van het rechteratrium en symptomen van rechterkamerfalen
28
Pulmonalisklepstenose
Zeldzaam. Mogelijke oorzaken: congenitaal, acuut gewrichtsreuma, carcinoïd. Gevolgen: rechterventrikel- en atriumhypertrofie. Symptomen: moeheid, syncope en rechter hartfalen
29
Pulmonalisklepinsufficiëntie
Dilatatie pulmonalisklepring Oorzaak: pulmonale hypertensie Klachten: meestal geen