4. Endocriene farmacologie Flashcards
(46 cards)
hormonen
Hormonen!! (echte)
- Hypothalamus
- Start
- Releaesing hormoon => op hypofyse stimuleren om tropine rij te stelen => targetklier
- Tropine gaat hypothalamus negatief feedback
- Negatieve feedback ook door targetklier zelf
Adenocorticotroop hormoon
Mineralocorticoiden
Adenocorticotroop hormoon
- Hypothalamus is start van alles => CRF vrijstellen (corticotroop releasing factor/hormoon) –CRH => activerend effect hypofyse => corticotropine vrijstelling = ACTH => inwerking op bijnierschors => hormonen produceren
- Androgenen
- Glucocorticoiden
- Mineralocorticoide: aldosterone, deoxycorticosterome
- => samen = corticosteroiden
- Grafiek
- ACTH piekt late nacht => cortisol vrij en dat piekt in vroege ochtend (exogeen toegediende glucocorticoiden) kunnen we toedienen => smorgens toedienen om niet te interfereren met endogene cortisosecretie en ACTH secretie
mineralocorticoïden
- Bv aldosteron
- Insufficiëntie van de bijnierschors : Addison
- hyperadrenocorticisme: cushing
aldosteron
- Thv renale tubulus
- Mineralocorticoid => bindt in intracellulaire R => mRNA => dDNA => depressie gen => AIP (aldosterone induced protein) => NaK transporter activeren (natrium retentie) => water retentie => verhoogde Na thv bloedvaten met stijging bloeddruk en minder diurese
- Diuretica : spironolacton: binden op R => aldosterone kan niet meer binden op die R => geen water retentie => diuretisch
- Andree diuretica
- Trianterene
- Amiloride
- Mineralocorticoid => bindt in intracellulaire R => mRNA => dDNA => depressie gen => AIP (aldosterone induced protein) => NaK transporter activeren (natrium retentie) => water retentie => verhoogde Na thv bloedvaten met stijging bloeddruk en minder diurese
=> werken rechtstreeks in op nak transportersysteem => ineens de opname thv renale tubulus inhiberen
- Insufficiëntie van de bijnierschors : Addison
- Bij insufficientie bijnierschors => produceert glucocorticoiden en mineralocortiocoiden => moet je exogeen toedienen
- Natuurlijke Aldosterone exogeen kun je niet direct toedienen want te kleine biologische beschikbaarheid en eliminatie halfwaardetijd => teveel injecties per dag
- deoxyCorticosterone wel geregistreeds = zycortal
- fludrocortisone => mineralocorticoide EN glucocorticoide => opletten als je dit toedient omwille van te beperkte aanwezigheid aldosterone dat je ook glucocorticoide werking krijgt met dit preparaat
- hyperadrenocorticisme: cushing
- paard
- hypofyse tumor
- teveel ACTH => teveel cortisol secundair en andere corticoiden
- dikke lange krullige vacht, overmatig drinken en urineren
- wat kun je doen
- overmaat bijnier beperken
- hypofyse tumor
- mitotane:
- selectief cytotoxisch
- afdoeden bijniercellen
- ketoconazole: inhibeert CYP
- antimycoticum
- CYP enzyme inhiberen= > inhibeert steroid vorming = corticoiden
- Trilostane: inhibitor van het 3beta-hydroxysteroïd dehydrogenase enzym
- = vetoril
- Inhibeert specifiek enzym => verminderde omzetting van inactie steroide naar actieve steroide => bij verminderde excretie van actieve steroid
- Selegilinie
- Dopamine stijgt => ACTH productie daalt
- MOAB inhibitor => dopamine stijgt => negatieve feedback gedaalde ACTH productie => secundair minder cortisol
- Aigenlijk antidepressiva
- => welk product je gebruikt is afhankelijk van de aandoening
- Tumor van adrenal gland => dan ga je selegiline niet gebruiken => geen effect op ortisol en andere steroid secretie en dat is net hetgene dat de overmaat produceert
- Bij hypofyse tumor werkt het wel
glucocorticoiden algemeen
- Zijn ook corticosteoriden (net als mineralocorticoiden als hierboven)
- = hydrocortisole
- Tegenhanger bij amfibien, vogles reptielen = corticosteronen
- Reguleren
- Basis mechanismen
- Stress
- Basaal metabolisme
- Immuniteit
- Heel wat synthetische preparate
- Verschillen in chemische structuur hebben meestal effect in efficaciteit, potentie of biotransformatie
- Ketofunctie op C3 komt overal in synthetische preparaten terug = essentieel voor activiteit = binding aan receptoren
- Allemaal dubbele binding= dehydrogenatie => zorgt voor vertraagde biotransofirmatie => werkingsduur wordt verlengd (prednisolone)
- Thv C1, C2
- Methylatie bi betamethazole => activiteit gaat verhogen => molecule wordt werkzamer
- Triamquinolone => topicaal => meestal acetonide gebruiken op C17/16
- Prednisone heeft ketofunctie op C11 => om actief te ijn moet die gereduceerd worden naar hydroxylfunctie (ipv keto) =>
- Hydrocortisone is actief
- Bij cortisole werkt niet bij topicale therapie, wel bij systemisch gebruik (parenteraal of oraal) => beroep op lichaamseigen biotransformatie voor activatie
- Halogenatie:
- Dexamethasone en flumethasone
- Op C6 of C9
- Doet potentie van het geneesmiddel stijgen
- Bethametasone
- Fluorgroep die eraan geplakt wordt
- Biotransformatie vn pre
wat reguleren de glucocorticoiden
- Basis mechanismen
- Stress
- Basaal metabolisme
- Immuniteit
synthetische preparaten glucocorticoiden
- Verschillen in chemische structuur hebben meestal effect in efficaciteit, potentie of biotransformatie
- Ketofunctie op C3 komt overal in synthetische preparaten terug = essentieel voor activiteit = binding aan receptoren
- Allemaal dubbele binding= dehydrogenatie => zorgt voor vertraagde biotransofirmatie => werkingsduur wordt verlengd (prednisolone)
- Thv C1, C2
- Methylatie bi betamethazole => activiteit gaat verhogen => molecule wordt werkzamer
- Triamquinolone => topicaal => meestal acetonide gebruiken op C17/16
- Welke corticosteroiden hebben wij
- Welke corticosteroiden hebben wij
- Kort
- Cortisone
- Evd minst actieve
- Natuurlijke
- Hydrogenatie naar hydrocortisone
- => de rest hier relatief op vergelijken (zie tabel!!!!!)
- Verhoogde potentie me fluoratie en hydrogenatie
- Fludrocortisone
- => mineralocorticoide functie uitoefenen = nattriium retaining
- Cortisone
- Im
- methylprednisolone
- Lang (potenter)
- => meeste synthetische inflammatoire corticoide werking
- Kort
pk glucocortico
- Absorptie = goed
- Zowel oraal als parenteraal
- Distributie: PBB (plasma protein binding)
- Specifice voor glucocorticoiden = transcortine = eiwit thv plasma die zowel endogene natuurlijke als exogene kan binden
* Met hoge affiniteit
* Capaciteit is vrij beperkt
- Specifice voor glucocorticoiden = transcortine = eiwit thv plasma die zowel endogene natuurlijke als exogene kan binden
- Albumine!!! = belangrijker
* Lagere affiniteit voor albumine dan transcortine
* Capaciteit is wel hoger
- Albumine!!! = belangrijker
- Biotransformatie
- ~werkingsduur
- Afbraak van moleculen: bv dubbele binding C1-2 zorgt voor verlengde werkingsduur door vertraagde biotransformatie
- Activatie
- Cortisone => ketofunctie gereduceerd door hydroxielfunctie => geen topicale therapie
- Prednisone => voor 50% omgezet in prednisolone = meest actief
- ~werkingsduur
- Excretie
- Vnl rneaal (net als NSAIDs, vergelijking want deze zijn eig SAIDs)
- (ook enterohepatische recyclage)
- Prednisone heeft ketofunctie op C11 => om actief te ijn moet die gereduceerd worden naar hydroxylfunctie (ipv keto) =>
- Hydrocortisone is actief
- Bij cortisole werkt niet bij topicale therapie, wel bij systemisch gebruik (parenteraal of oraal) => beroep op lichaamseigen biotransformatie voor activatie
- Halogenatie:
- Dexamethasone en flumethasone
- Op C6 of C9
- Doet potentie van het geneesmiddel stijgen
- Bethametasone
- Fluorgroep die eraan geplakt wordt
- Biotransformatie vn pre
PD glucocorticoiden
- PD (effecten)
- Electrolietenevenwicht
- Mogelijks Na+ retenite= > fludrocortisone ( overmatig en herhaalde toedienng) => oedeem en hypertensie tot gevolg
- Inhibitie ADH => verhoogde diurese => PU/PD
- KHD en EW
- Vnl Gluconeogenese!!! , glycogeensynthese, EW katabolisme => energie (AZ) die daarvoor vrij komt wordt gebruikt om gluconeogenese opnieuw te stimuleren
- Hyperglycemie => pre-diabetes mellitus => diabetes door chronisch gebruik
- Hyperglycemie zorgt voor afsterven van bloedvaten en neuronen vnl van extremiteiten
- Vet
- Lipolyse stimuleren => stijging cholestorol, vrije vetzuren
- => redistributie naar nek (buffalo hump)/aangezicht (rond gezicht = moon face) en verlies ledematen (zeer smalle armen en benen = chronic waisting syndroom)
- CZS
- Eurofie
- Kan beetje werken tegen depressie
- CV
- Stimulatie van NA/A synthese => VC => BD stijgt => hypertensie
- RAAS activeren => renine angiotensine aldosterone => VC => BD stijgt => hypertensie
- Bronciaal
- = positief !!!
- Dilatatie door Beta2 receptoren doen toenemen
- => vaak gebruikt voor astma hond of kat, COPD paard
- vaak in combinatie met Beta2 anonisten = synergetisch effect!
- Preparaten Beta2 agonisten = clenbutarol, terbutaline, salbutanol
- Immunosuppresie
- Postief of negatief
- Allergie :
- positief effect van immunosuppresie
- Bv bij urticaria heb je eryteem, roodheid, jeuk, pijn enzo en glucocorticode gaan deze reactie onderdrukken want allergie is overmaat
- Infecties
- Nadelig
- Eerste keus als dier ziek is en je weet het niet is AB en glucocorticoiden
- Gaan immuun onderdrukken => secundaire infecties uitlokken of dat je infectie niet opgelost krijgt (werken vaak bacteriostatisch => bacteriostatisch ab vereisen actief bact om ze af te doden)
- Combinatie AB en NSAIDs is veel geschikter omdat die het immuunstelsel niet gaan onderdrukken
- Anti-inflammatoir effecten
- NSAI remmen lipoxygenase en COX, glucocorticoiden werken iets hogr in diezelfde mechanisme in
- Lipocortin activeren => bindt fysiek aan fosfolipaseA2 => is dan niet actief => geen omzetting van membraanfosfolipden naar arachidonzuur
- Sommige spreken ook van direct COX 2 expressie maar dat is niet zeker
- Dosis: meestal lage dosis nodig voor anti-inflammatoir maar pas bij hoge dosis immunosuppressie
- NSAI remmen lipoxygenase en COX, glucocorticoiden werken iets hogr in diezelfde mechanisme in
- Bijkomende anti-inflammatoire processen
- Stabilisatie van de lysosoomembranen
- Remming van celproliferatie
- Interessant bij lympoma’s
- Nooit als enkel cytostatca
- (-)Remming vd synthese van collageen en glycosaminoglycanen door fbroblasten => wondheling en littekenvorming geremd
- Nadelig !!!!
- Remming van osteoblasten en stimulatie osteoclasten => osteoporose
- Remmen de vrijstelling van histamine uit basofielen (anti-allergisch)
- +
- Zeker goed bij anafylactische shock aangewezen (overmaat aan histamine met uitgesproken hypertensie)
- Gecombineerd met adrenaline voor VC
- Remming Ag/As interacties
- Remming synthese van cytokinen
- Hebben een koortsverlagend effect (daling PGE2 in hypothalamus)
- Remming functie macrofagen
- Electrolietenevenwicht
glucocort effect op electrolietenevenwicht
- Mogelijks Na+ retenite= > fludrocortisone ( overmatig en herhaalde toedienng) => oedeem en hypertensie tot gevolg
- Inhibitie ADH => verhoogde diurese => PU/PD
effect glucocort op KHD en EW
- Vnl Gluconeogenese!!! , glycogeensynthese, EW katabolisme => energie (AZ) die daarvoor vrij komt wordt gebruikt om gluconeogenese opnieuw te stimuleren
- Hyperglycemie => pre-diabetes mellitus => diabetes door chronisch gebruik
- Hyperglycemie zorgt voor afsterven van bloedvaten en neuronen vnl van extremiteiten
glucocort effect op vet
- Lipolyse stimuleren => stijging cholestorol, vrije vetzuren
- => redistributie naar nek (buffalo hump)/aangezicht (rond gezicht = moon face) en verlies ledematen (zeer smalle armen en benen = chronic waisting syndroom)
effect glucocort op czs
- Eurofie
- Kan beetje werken tegen depressie
werking glucocort op CV
- Stimulatie van NA/A synthese => VC => BD stijgt => hypertensie
- RAAS activeren => renine angiotensine aldosterone => VC => BD stijgt => hypertensie
effect glucocort op bronchiaal
- = positief !!!
- Dilatatie door Beta2 receptoren doen toenemen
- => vaak gebruikt voor astma hond of kat, COPD paard
- vaak in combinatie met Beta2 anonisten = synergetisch effect!
- Preparaten Beta2 agonisten = clenbutarol, terbutaline, salbutanol
effect glucocort immunosuppressie
- Postief of negatief
- Allergie :
- positief effect van immunosuppresie
- Bv bij urticaria heb je eryteem, roodheid, jeuk, pijn enzo en glucocorticode gaan deze reactie onderdrukken want allergie is overmaat
- Infecties
- Nadelig
- Eerste keus als dier ziek is en je weet het niet is AB en glucocorticoiden
- Gaan immuun onderdrukken => secundaire infecties uitlokken of dat je infectie niet opgelost krijgt (werken vaak bacteriostatisch => bacteriostatisch ab vereisen actief bact om ze af te doden)
- Combinatie AB en NSAIDs is veel geschikter omdat die het immuunstelsel niet gaan onderdrukken
effect glucocort op anti-inflammatoire effecten
- NSAI remmen lipoxygenase en COX, glucocorticoiden werken iets hogr in diezelfde mechanisme in
- Lipocortin activeren => bindt fysiek aan fosfolipaseA2 => is dan niet actief => geen omzetting van membraanfosfolipden naar arachidonzuur
- Sommige spreken ook van direct COX 2 expressie maar dat is niet zeker
- Dosis: meestal lage dosis nodig voor anti-inflammatoir maar pas bij hoge dosis immunosuppressie
- Bijkomende anti-inflammatoire processen
- Stabilisatie van de lysosoomembranen
- Remming van celproliferatie
- Interessant bij lympoma’s
- Nooit als enkel cytostatca
- (-)Remming vd synthese van collageen en glycosaminoglycanen door fbroblasten => wondheling en littekenvorming geremd
- Nadelig !!!!
- Remming van osteoblasten en stimulatie osteoclasten => osteoporose
- Remmen de vrijstelling van histamine uit basofielen (anti-allergisch)
- +
- Zeker goed bij anafylactische shock aangewezen (overmaat aan histamine met uitgesproken hypertensie)
- Gecombineerd met adrenaline voor VC
- Remming Ag/As interacties
- Remming synthese van cytokinen
- Hebben een koortsverlagend effect (daling PGE2 in hypothalamus)
- Remming functie macrofagen
farmacotherapie cortico
- Zo kort en laag mogelijk doseren
- Om endogene cortisosynthese niet te gaan inhiberen (negatief effect hesenen bij toediening)
- Graduele afbouw
- Want je kunt de inhibitie niet volledig remmen
- Afbouwen om lichaam weer de kans te geven het zelf aan te maken
- ’s morgens toedienen
- Om circadiaal ritme niet teveel te verstoren
- Alternate day therapie
- Op D1 glucocorticoid, D3, D5, D7 => rustdagen zodat lichaam de kans heeft nog altijd cortisol aan te maken
- Vb op dia
indicaties glucocort
- Inflammatoire processen
- SAIDs
- Allergische aandoeningen (lokale toepassing)
- Urticaria: methylprednisolone, trianosolone , enz
- Opgelet dat je geen cortisone toedient
- Rheumatische artritis
- Autoimmuune aandoening
- Hersenoedeem
- Shock
- Eig uitgesproken systemische allergie (allafelactische shock)
- Lymfoma en acute leukemie
- Door inhibite van cel proliferatie
- Andere
- astma
- partusinductie herkauwers
*
glucocort op astma
- Rechtstreekse inhibitie van de ontstekingsmediatoren en uitschakelen van de polynucleaire en beinvloeding van de beta-adrenerge receptorne:
- Verminderen oedeem en congestie
- Verminderen bronchiale hypersecretie
- Combinatie van glucocorticoiden en Beta2-agonsten hebben synergetische effecten
- In de acute fase: verhoogde affiniteit van de beta2-agonisten voor de receptor en een gemakkelijke koppeling van het G-proteïne aan het adenylaatcyclase
- In de chronische fase: toename van het aantal receptoren en verminderde desensitisatie van de beta2 receptoren
glucocort op partusinductie herkauwers
- Voorwaarde: foetale hypofyse vereist
- Corticosteroide toeveogen aan moederdier => vai placenta de foetale hypofyse bereiken en onderdrukken => rebound na 24 uur => wordt hypofyse geactiveerd => foetus maakt ACTH aanmaken => stimuleeert rechtstreeks bijniercortex => activatie hydrocortisone => zorgt voor activatei van PGF2alfa => zorgt voor VC vd bloedvaten thv corpus luteum => luteolyse => essentieel voor progestoron productie en dat is essentieel voor onderhoud dracht => bij daling progestron => oestrogeen stijing => partus inductie
- Niet gewoon PGF2alfa omdat: alleen PGF2alfa heeft veel minder effect dan combinatie therapie
- Nadeel
- Retentio secundenarum = ophouden placenta mogelijk
- Zeer potent glucocorticoid => verminderde levensvatbaarheid van het kafl (zeker probleem bij belgisch witblauw)