6. Nieren Flashcards

(17 cards)

1
Q

diuretica

A
  • Diuretica
    • => diurese verspoedigen =>
    • Gegeneraliseerd oedeem
      • Hartinsufficientie !!!
        • Longoedeem!
      • Leverziekte
      • Nierinsufficiëntie
      • PLE
        • Protein losing enteropathie
      • => albumine verlies (niet hi) = essentieel voor coloid osmotische druk
    • Lokaal oedeem
      • Hersenen, uier, … etc
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fysiologie nier

A
  • Thv prox tubulus wordt 70% na gereabsorbeerd => = essentieel voor water
  • => lis van henle => dikke ascenderende = 20-25% Na reabsorptie
  • Thv distale tubulus = 7-8% na reab
  • Ductus colligens =
  • => diuretica gaan na reabsorptie inhiberen => naar urine => meer water uitgescheiden
    • Thv prox en dikke opstijgende buis is meest efficente inwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Carboanhydraseremmers
A
  • Proximale tubulus (=> 70% retentie)
  • Acetozolamide = preparaat
  • Werking
    • Thv prox tubulus hebben we carboanhydrase (thv brush border en IC) bij normale filtratie => bicarbonaat proton wordt carbonzuur => ca thv brush border zet dit om in water en CO2 => kan geabsorbeerd worden in prox tubulusceln
    • Ic CA enzym zal omgekeerde werking doen => CO2 en water tot carbonzuur (=essentieel verschil) => proton en bicarbonaat
      • Proton uitgewisseld voor natrium: na ic => wordt aan bloedzijde uitgewisseld voor kaliu
    • Inhibitoren: gaan omzetting van carbonzuur naar H2o en Co2 inhiberen en IC omgekeerde weg inhibereb => geen proton die beschikbaar is => geen na reabsorptie => na in urine => diurese
  • Zelflimiterend effect
    • Excretie Na en HCO3- => metabole acidose => H+ beschikbaar
    • Daarom niet meest efficiente diuretica
  • Mogelijks uitwisseling Na+ voor K+
    • Kans op hypokaliëmie
    • Want meer thv urine en minder in plasma
  • Indicaties
    • Glaucoom
    • Oogkamervocht geprouceerd => bij teveel vocht of te weinig afvoer => glaucoom en dus druk op zenuw en retina met gezichtsschade
    • Carboanhydrase is essentieel voor oogkamervocht productie => met inhibitoren ga je oogkamervocht productie verminderen en dus druk voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

werking carboanhydraseremmers

A
  • Thv prox tubulus hebben we carboanhydrase (thv brush border en IC) bij normale filtratie => bicarbonaat proton wordt carbonzuur => ca thv brush border zet dit om in water en CO2 => kan geabsorbeerd worden in prox tubulusceln
  • Ic CA enzym zal omgekeerde werking doen => CO2 en water tot carbonzuur (=essentieel verschil) => proton en bicarbonaat
    • Proton uitgewisseld voor natrium: na ic => wordt aan bloedzijde uitgewisseld voor kaliu
  • Inhibitoren: gaan omzetting van carbonzuur naar H2o en Co2 inhiberen en IC omgekeerde weg inhibereb => geen proton die beschikbaar is => geen na reabsorptie => na in urine => diurese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

indicaties carboanhydrase remmers

A
  • Glaucoom
  • Oogkamervocht geprouceerd => bij teveel vocht of te weinig afvoer => glaucoom en dus druk op zenuw en retina met gezichtsschade
  • Carboanhydrase is essentieel voor oogkamervocht productie => met inhibitoren ga je oogkamervocht productie verminderen en dus druk voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lisdiuretica

A
  • Furosemide (heel veel indicaties), torasemide (hartinsufficiëntie)
  • Werking
    • Thv ascending lus van henle (20% na reab)
    • Meest werkzame producten
  • Thv dikke opstijgende buis = symporter die water,CL2 en K gaat absorberen
    • Na in de cel => naar bloedbaan met uitwisseling k en cl
    • => dit symportersysteem wordt geinhibeerd door furosemideen torasemide => minde na naar bloed => meer in urine =>diurese
  • Bijkomende effecten
    • Kans op HypoK
      • Digoxine !!!
    • Stimulatie PG vorming thv JXG => VD => nierdoorbloeding neemt toe => meer diuretische werking van furasemide en torasemide (vandaar kans op actue nierinsufficientie door COX)
  • Indicaties
    • Gegeneraliseerd oedeem, o.a. hartfalen
      • 1e keus !!!!!!
    • Lokaal oedeem
      • Loedoedeem door hartinsufficientie
    • Hypertensie
    • Intoxicatie
      • Renale excretie bevorderen
    • Oligurie/anurie (+mannitol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bijkomende effectn lisdiuretica

A
  • Kans op HypoK
    • Digoxine !!!
  • Stimulatie PG vorming thv JXG => VD => nierdoorbloeding neemt toe => meer diuretische werking van furasemide en torasemide (vandaar kans op actue nierinsufficientie door COX)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indicaties lisdiureticas

A
  • Gegeneraliseerd oedeem, o.a. hartfalen
    • 1e keus !!!!!!
  • Lokaal oedeem
    • Loedoedeem door hartinsufficientie
  • Hypertensie
  • Intoxicatie
    • Renale excretie bevorderen
  • Oligurie/anurie (+mannitol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

thiazides

A
  • Hydrochlorothiazide
  • Distale tubulus
    • 7-8 NaReab
  • Werking
    • Weer symporter die na en chloor => na opgebomen in bloed ipv K en Cl ook weg
    • Remt de na en glo transport
    • K niet betrokken aan lumen zijde
  • Hypokaliëmie : verhoogd aanbod van Na thv ductus colligens stimuleert de reaborptie van Na met K excretie ( na/k antiporter)
  • Hypochloremie: door inhibitie Na/CL transporter
    • Minder klinisch belang
  • Hyperglycemie en glucosurie bij (pre)diabetes door inhibitie van de omzetting van proinsuline naar insuline
    • Belangrijk bij patient met verhoogde glucose waardes => gebruik dit gm vermijden
  • Paradoxaal genoeg verminderen ze de urineproductie bij diabeters insipidus, het mechnisme is onbekend
    • Kun je dus gebruiken
  • Indicatis
    • Hartinsufficiëntie
      • Minder werkzaam dus 2e keus
      • 1e= lisdiuretica
    • Diabetes insipidus
      • = hypofyse maakt te weinig ADH aan => dan gaan de nieren teveel urine produceren => polydipsie
      • Of nier ongevoelig voor antidiuretisch hormoon
    • Ca+-oxalaat kristallurie
      • Bij d ehond: nierstenen, blaasstenen
      • Hoe
        • Thiazides gaan Na/cl symptorers inhberen => minder Na ic => lichaam reageerd = lichaam zal Na ecreteren naar IC via Na/Ca antiporter => Ca uit de urine gehaald naar de bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

werking thiazides

A
  • Weer symporter die na en chloor => na opgebomen in bloed ipv K en Cl ook weg
  • Remt de na en glo transport
  • K niet betrokken aan lumen zijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

indicaties thiazides

A
  • Hartinsufficiëntie
    • Minder werkzaam dus 2e keus
    • 1e= lisdiuretica
  • Diabetes insipidus
    • = hypofyse maakt te weinig ADH aan => dan gaan de nieren teveel urine produceren => polydipsie
    • Of nier ongevoelig voor antidiuretisch hormoon
  • Ca+-oxalaat kristallurie
    • Bij d ehond: nierstenen, blaasstenen
    • Hoe
      • Thiazides gaan Na/cl symptorers inhberen => minder Na ic => lichaam reageerd = lichaam zal Na ecreteren naar IC via Na/Ca antiporter => Ca uit de urine gehaald naar de bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Vershil efficaciteit en efficientie diuretca
A
  • Lis = meest werkzaam (efficaciteit)
  • Meest potent = hydrochlorothiazide
  • Je kiest voor = voor meest werkzame omdat potentie meestal geen probleem is ( tenzij bv olifant omdat de dosis anders veel te hoog is)
    • Potentie = ook belangrijk bij oogdruppels omdat je maar weinig kan toedienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kaliumsparende diuretica

A
  • Ductus colligens (0-3%)
    • Dus weinig krachtig
  • Mogelijks hyperkaliëmie
  • Thv ductus colligens hebben we aldosteron receptor => RAAS => als aldosteron naar ductus colligens migreerd op ic R binden => dit complex kan migreren naar kern => daar derepressie van bepaalde genen => activatie => vorming proteïnen =AIP( aldosterone produced protein) => zal Na/K anti-porter stimuleren => na absorptie en k excretie
    • Wij willen andersom en kan op verschillende manieren
      • Spironolactone: zorgt ervoor dat aldosterone niet kan binden = competatief concurrentie ic R
      • Amicoride+triamterene: Inhibitie van antiporter rechtstreeks => leidt tot Na excretie maar K blijft in bloedbaan dus mogelijkheid tot hyperK (itt andere diuretica)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Osmotische diuretica
A
  • Mannitol, glycerine
  • Werking
    • IV toediening => filtratie, geen reabsorptie => thv renale tubuli terecht => daar ook passieve H2O absorptie => door mannitol en glycerine gaat osmolaliteit stijgt => aantrekking van water naar molecules => excretei van bloed naar urine =>
    • = osmotisch geinduceerde diurese
  • Van belang bij behandeling acute nierinsufficientie
    • Meer urineprodcutie los van het feit dat het dan al heel beperkt is
  • Indicaties
    • Intoxicatie
      • Inductie van diurese voor eliminatie van toxische stoffen die renaal worden geklaard
      • Acute nierfalen met oligurie, anurie: als adjunctietherapie met furosemide
      • Hersenoedeem
      • Evt ook glaucoom
      • Niet te gebruiken bij gegeneraliseerd oedeem of longoedeem ten gevolge van hartinsufficiëntie !!!!!!!!!
        • IV => plasma eerst => urine
        • Mannitol in bloedfase zorgt voor vocht uittrekken uit de cellen => ec volume gaat eerst toenemen => bij hartinsufficiente en al oedeem dan wens je dit uiteraard niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

werking osmotische diuretica

A
  • IV toediening => filtratie, geen reabsorptie => thv renale tubuli terecht => daar ook passieve H2O absorptie => door mannitol en glycerine gaat osmolaliteit stijgt => aantrekking van water naar molecules => excretei van bloed naar urine =>
  • = osmotisch geinduceerde diurese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

intoxicatie osmotische diuretica

A
  • Indicaties
    • Intoxicatie
      • Inductie van diurese voor eliminatie van toxische stoffen die renaal worden geklaard
      • Acute nierfalen met oligurie, anurie: als adjunctietherapie met furosemide
      • Hersenoedeem
      • Evt ook glaucoom
      • Niet te gebruiken bij gegeneraliseerd oedeem of longoedeem ten gevolge van hartinsufficiëntie !!!!!!!!!
        • IV => plasma eerst => urine
        • Mannitol in bloedfase zorgt voor vocht uittrekken uit de cellen => ec volume gaat eerst toenemen => bij hartinsufficiente en al oedeem dan wens je dit uiteraard niet
17
Q

diuretica’s

A
  • lisdiuretica
  • thiazides
  • kaliumsparende diuretica
  • osmotische diuretica