Parasieten met bijbehorend product Flashcards
(19 cards)
hartworm algemeen
- Opkomend probleem bij vnl de hond
- Mug => hond bijten => hond geinfecteerd met hond neemt microfilaria op => ontwikkelen in de mug tot L3 => migreren naar speekselklier mug => opnieuw hond prikken worden de L3 larven naar bloedbaan nieuwe hodn geinfecteerd => L3 naar L4 naar adulte => reproduceren emt microfilaria die weer opgenomen kunnen worden doorde mug
- Zowel adulticide nodig als larvicide
preparaten hartworm
- Preparaten
- Melarsomine
- Arseenverbinding
- Adulticide
- Enkel hond
- Kat is niet natuurlijke eindgastheer, dus de wormen zijn veel kleiner en minder us
- Chirurgische verwijdering mocht het erge infestatie
- Of afwachten tot ze sterven
- => immuniteit kat kan het makkelijker aanpakken
- Kat is niet natuurlijke eindgastheer, dus de wormen zijn veel kleiner en minder us
- Toxiciteit
- Thromboembolie. => bij massale sterfte volwassen wormen kunnen die trombus veroorzaken in kleine vaatjes
- Long of hart of ergens anders
- Dus niet product zelf maar van massaal gestorven wormen
- Thromboembolie. => bij massale sterfte volwassen wormen kunnen die trombus veroorzaken in kleine vaatjes
- ML
- Larvicide en microfilaricide
- Selamectine en milbemyine oxime
- Ter preventie mogelijk
- Toxiciteiet
- Vrijkomen van eiwitten van dode of stervende microfilarai => hypersensitieve reacties, zoals bleke slijmvliezen, braken, trillen zwaar ademen of overdadig speekselen
- Melarsomine
cestoden algemeen
- Zeer belangrijk om ook de tussengastheer te gaan bestrijden
- Bv de vlooien en luizen (diphilidium), knaagdieren voor taenia, mijten bij anaplocephala en moniezia expansa
preparaten tegen cestoden
- Niclosamide
- Salicylananilide
- Werkingsmechanisme
- Ontkoppelt de oxidatieve fosforylatie => lactaatvorming en ATP tekort
- Aeroob mechanisme wordt stil gelegd => anaeroob milieu => melkzuur of lactaat vorming en ATP tekort => te weinig energie parasiet => afsterven
- Inhibitie glucose opname door de worm
- Ontkoppelt de oxidatieve fosforylatie => lactaatvorming en ATP tekort
- Spectrum
- Taenia, moniezia, rallitina, anoplocephala
- NIET bij khd omdat het niet werkt tegen: echinococcus en dipylidium
- Praziquantel
- Vaak gebruikt: combinatieproduct
- Meest veilig en meest werkzaam preparaat van cestodicide die we hebben
- Verhoogt de CA++ influx in de paraseit
- Uitgebreide spiercontracties (spastische paralyse)
- Schade integument en lyse => cestocide werking
- Effectief tegen alle relevante cestode
- Adulten als larvaire stadia
- Taenia, dipylidium, echinococcus (carn0, moniezia (hk) en anoplocephala (paard)
- Meest VEILIGE product tegen cestoden
- BZD
- Fenbendazole, oxfendazole en albendazole
- Taenia spp. En echinococcus spp bij hond en kat
- Moniezia spp en taenia spp hk
- NIET dipylidium => praziquantel geschikt de voorkeur
- Fenbendazole, oxfendazole en albendazole
tramatoden algemeen
- All-in is weer even belangrijk en de tussengastheer gaan bestrijden (slakken) en de omgeving
- Fasciola hepatica : zorgen dat de weide niet te nat zijn (bv wilgen planten)
- Metacercaria gaan tunnels vormen in leverweefsel => uitgebreide levernecrose en schade
- Fasciola hepatica : zorgen dat de weide niet te nat zijn (bv wilgen planten)
preparaten horend bij trematoden
- Salicylaniliden
- Oxyclozanide, closantel
- Veilig
- Combinatiepreparaat
- Niet voorkeur combinatie omdat het leidt tot overmatig gebruik. Want als je trematoden wil bestrijden doe je dat in de winter en nematoden doe je in de lente/ juli augustus. Maar met combi ga je veel meer moeten behandelen om beide types te behandelen en leidt sowieso tot resistentie
- Nitrofenolen
- Minder veilig dus minder belangrijk
- Clorsulon
- Meest effecteve GM tegen F. hepatica, zowel mature als immature stadia
- NIET tegen pensbotten of longbotten
- Werkingsmechanismen
- Interfereert met de glycolyse
- Veilig GM
- Triclabendazole (BZD)
- Uitstekende werkzaamheid tegen F. hepatica
- Zowel adulten als immature botten (1 week oude botten)
- De immaturen botten veroorzaken grote leverschade
- NIET:nematoden, cestoden, pensbotten
anti ectoparasitica inleding
- Indeling
- Insecten
- Luizen, vliegen en vlooien
- Acaridica
- Teken, mijten (8poten)
- Insecten
toedieningsvormen anti-ectoparasitica
- Kauwtabletten en injectables
- Vb isoxazolines, spinosad en lufenuron
- Systemische blootstelling, niet lokaal
- Vlooienallergie
- Bij vlooienallergie krijg je al bij 1 of 2 vlooien een overmatige reactei => bij subcut of oraal moet je vlo bijten om blootgesteld te worden aan geneesmiddel.
- User compliance
- Iedere maand kauwtabletten aan katten geven is wel een uitdaging
- Lufenuron = 6mnd werkzaam subcutaan = IGR
- Kinderen?
- Toch aanrader om de injectables of kauwtabletten te gebruiken omdat kinderen dan niet in contact komen met de anti ectoparasiticum. Bij cutaan kan het problemen geven als ze teveel ermee in contact komen
- Vlooienallergie
- Spot-on
- Vnl lokale blootstelling
- Goede residuele werking 1 maandag
- Contact met ectoparasieten zonder voeden
- Goed voor vlooienallergie
- Vnl lokale blootstelling
Kinderen?: voor kinderen dus minder geschikt
diersoort verschillen anti-ectoparasitica
- Paarden: topciale toep => urticaria (dus deze niet gebruiken)
- Ook NOOIT amitraz
- Kat
- Gevoelig aan cholineesterase inhibitren : NOOIT pyrethroïden en amitraz
- Konijnen
- NOOIT fipronil en pyriprole (fenylpyrazolonen)
- Herkauwers
- Gevoelig aan cholinesterase inhibitoren (minder cholinesterase in het plasma)
combinatietherapie anti-ectoparasitica
- Adulticide + IGR
- Omgevingsbehandeling
- Stofzuigen en nadien omgeveing sprayen en behandelen
- Dermanysius gallinae is maar facultatief op dier en vnl in omgeving dus daar ook zeker omgeving behandelen
- Organnofosfaten en -carbamaten
- Acuut toxisch
- Toxisch voor gastheer
- Lage ecotoxiciteit
- Zeer snel afgebroken
- AcCh esterase inhibitoren
- Afbreken tot acetaat en choline
- Carbamaarester gaat enzyme remmen
- Bindt irrevesibel aan esterase enzym = uitgeschakeld
- Preparaten
- Organofosfaten: malathion, parathion, dichlorvos, foxim, dimpylaat (=diazinon)
- Carbamaten: propoxur, carbaryl, aldicarb
- Werking
- Schapen dippen = door bad gaan jagn waar bv
- Inhibitie van esterase enzym => verhoogde concentratie acetylcholine => spastische paralyse van parasiet
- Algemeen
- 1e geregistreerde product ter behandeling van rode vogelmijt
- Wachttijd ei =12 uur
- Omgevingsparasiet dus je behandeld omgeving en niet dier zelf
- Je mag het gebruiken als de dieren aanwezig zijn
- 1e geregistreerde product ter behandeling van rode vogelmijt
- Toxiciteit gastheer
- Hypercholinerg beeld
- Katten, neonati, jonge dieren, vogels
- Nicotine receptor agonisten
- Neonicotinoïden
- Omwille van de niet selectieteit voor parasiet wordt nicotine NETI meer gebruikt
- Imidacloprid, dinotefuran
- Enkel werkzaam tegen adulte en larvaire vlooien (niet actief tegen teken) => combinatieproducten
- Veilig
- Uitermate selectief voor nicotine R ectoparasieten
- Bijna geen affiniteit voor nicotine en muscariene R zoogdieren
- Spinosad
- Oraal
- Nicotine receptor activeren en zorgen voor spastische paralyse
- Met voedsel: orale F stijgt => efficaciteit
- Lipofiele substantie dus makkelijker resorbeerbaar met voedsel
- Enkel vlo ctenocephalides felis/canis)
- Veilig: selectief voor nicotine R vlo
- P-gp substraat !!!!!!
- NIET bij MDR1-/- dieren
- NIET combineren met ML (ook P-gp)
- Na-kanaal stimulatoren
- Pyrethrines
- Zeer instabiel oi van licht
- Voordeel: geen ecotoxiciteit hebben
- Nadeel: geen residuele werking
- Aanwezige parasieten afdoden maar niet meer werkzaam tegen nieuwe behandeling => vrij frequent gebruiken (pyrethroiden werken ongeveeer een maand)
- Stimulatie Na+ kanaal
- Spastische paralyse en sterfte van de parasiet
- Knock-down effect
- Repellent effect
- Gaan niet graag meer op het dier werken en blijft wel langer aanwezig
- Piperonyl butoxide: afbraak vertragen
- Combinatie om de afbraak door gastheer te vertragen zodat ze toch ietsje langer werkzaam zijn
- Zeer instabiel oi van licht
- Pyrethoïden
- = synthetisch preparaat
- Minder stabiel oi van licht
- Voordeel: residuele werking
- Nadeel: ecotoxiciteit ook hgoer dan pyrethrines
- Stimulatie Na+ kanaal
- Spastische paralyse en sterfte van de parasiet
- Minder knock-down effect
- Residuele werking
- Permethrine, flumethrine, cypermethrine, allethrine, deltamethrine, …
- Topicaal: spray, shampoo, spot-on, pour-on, halsbanden, ….
- Pyrethrinoiden mogen NOOIT aan katten worden toegediend !!!
- De toxiciteit bij de kat is te wijten aan:
- Likgedrag met verhoogde opname
- Gebrekkige glucuronidatie
- Verhoogde landurige concentraties
- Symptomen zijn on.der meer speekselen, convulsies, ataxie, spiertremoren ,…. => kortom excitatorisch
- NA-kanaal inhibitoren (anti ectopar)
- Slappe paralyse
- Preparaten: metaflumizone en indoxacarb(prodrug)
- Indoxacarb wordt spot on toegediend => parasiet neemt het op en darmstelsel parasiet zet het om tot een actieve substantie
- Bestrijding vlooien hond/kat
- Veilig
- Selectieve
- Spot on, residuele werking
- Grote hond op meerdere plekken spotten
- Residuele werking van ongeveer een maandag
- CL-kanaal stimulatoren (anti-ectopar
- ML
- Oa. Selamectine: vlooien, schurft, luizen en oormijt (nematoden en ectoparasieten)
- Stronghold = combi van selamectine en ….
- Fenylpyrazolen
- => excitatie: spastische paralyse
- Vlooien, teken, luizen
- Preparaten
- Fipronil
- Spot-on en spray (vanaf 2 dagen leeftijd: zeer veilig)
- vaak combinatie met S- -methopreen
- S-methopreen is insect growth regulater => dus inwerking tegen adulte en jonge stadia => interval langdurige dus minder frequent toedienen
- Pyriprole
- Zelfde als fipronil
- nooit bij konijn !!!
- Fipronil
CL- kanaal inhibitoren (anti-ectopar)
- Isoxazolines
- Afoxalaner, fluralaner, sarolaner
- Oraal en spot-on
- Blokkeren de CL- influx thv de GABA en GLU receptoren
- Evenwerl op een andere bindingsplaats dan ML en fenylpyrazolen
- Andere bindingsplaats (wel chloor kanaal) => kun je afwisselen
- Van belang is voor management en resistentie!!!
- Evenwerl op een andere bindingsplaats dan ML en fenylpyrazolen
- Bravecto ®
- Bij “vetcompendium” kun je bijwerkingen melden (ook als ab niet werkt) of zogezegd wachttijd niet gerespecteerd hebt ookal heb je dat wel
- Gebruik met voorzichtigheid bij honden emt een historie van epilepsie
- Epilepsie is inhibitie van de inhibreende prikkels
- Voor teken en vlooien
- Spot on of systemishc
- Spot on interessant voor vlooien dermatitis
- Systemisch is minder interessant omdat parasiet dan eerst van gastheer moet voeden
- Dus tickborn diseases mogelijk
- Zeer zelden zijn er spontane meldingen convusies en sloomheid gerapporteerd
- GI stoornissen zijn wel veel voorkomende bijwerkingen (niet echt belangrijk)
- Kunenn wel veilig bij MDR-1 negatieve dieren
amitraz (anti-ectopar)
- Niet bij kat of paard !!!!!!!
- Werking
- Octotamine R in arasiet stimuleren => paralyse en sterfe parasiet
- Niet selectief voor deze R => kan ook binden aan alfa-2 receptoren (vnl kat en paard) => alfa 2 adrenerge werking = sedatie etc
- Effecten opheffen : atipamezole of yohimbine (alfa 2 antagonsiten)
- Insect growth regulators
- Interferentei met de ontwikkelingsstadia van de insecten en acaridia (ei, pop, larven)
- Zeer hoge veiligheidsindex
- Inwerken op systemen die specifiek zijn voor ectoparasieten
- Juveniele hormoon analogen
- S-methopreen, fenoxycarb, cyromazine en pyriproxifen
- Onvolwassen stada van vlooien in hun groie worden geremd en gedood
- Dit als gebruiken als vloo bestrijden met problemen niet genoeg watn het dood dus niet de volwassenen
- Interessant in kader van resistentie
- Lufenuron
- Interfereert met de chitine synthese bij de vlo
- Chitine is een essentieel onderdeel van zowel het exoskelet van de adulte vlo als van de eischaal => ovicide werking !
- Zeer hoge veiligheidsindex
- Oraal, topicaal: hond/kat
- SC injectie
- Voordeel: om de 6 maand (2x perjaar )
- Enkel kat
- Nooit hond door toxiciteit hulpstof
- Resistentie tov anti-ectoparasitica
- Verschillend van antimicrobiele resistentie
- Bij ab heb je vertikaal en horizontaal, bij ecto heb je enkel vertikale transmissie en nooit horizontaal. Horizontaal leidt tot zeer gemakkelijke verspreiding. Dus deze resistentie verloopt veel trager
- Korte levensduur en hoge eileg
- Zorgt ervoor dat de verspreidin toch wat sneller kan verlopen
- Nieuwe klasse: geen resistentie
- Per definitie geen bstrijsing (zoals isoxasaline)
- Gebruik leidt tot resistentie
- Oudere klassen van ectoparasitica zoals cholinesterase inhibitoren, pyrethrinoiden en fipronil (1990)
- Sterke verspreiding avn de resistentei bij zowel insecten als acaridia
- Reistentie tegen ML beperkt bij ectoparasiete (tov nematoden)
- Isoxazolines: belangrijke rol in het management van resistentei
- Andere BP: geen kruisresistentie
- Resistentie beperkten/vertragen
- Rationele keuze van gm
- Aantal behandelig tot minimum beperken
- Beter combineren met niet-chemische bestrijdingsmiddelen
- …. Adelnen