Immunomodulaire GM Flashcards
(8 cards)
1
Q
GM
A
- Oclacitinib
- Lokivetmab
- Cyclosporine
2
Q
- Caniene atopsiche dermatitis
A
- Caniene atopsiche dermatitis
- Genetische gepredisponeerde inflammatoire en pruritis allergische huidziekte. Het is geassocieerd met IgE antilichamen tegen omgevingsallergenen
- Roodheid en oedeem
- Pruritis = jeuk
- = allergische huidziekte geassocieerd met immunoglobilines tegen omgevings
- Omgevingsallergenen
- Niet seizoensgebonden: Voedsel, huidstofmijt
- Seizoensgebonden: pollen
- Pruritis
- 1e fase: krabben, schuren, hoofdschudden, …
- 2e fase: alopecie, lichenificatie, hyperpigmentatie
- Door chronische jeuke en krabben
- Bij jeuk aan veel dingen denken
- Ectoparasieten
- Pyodermie
- Malassezia
- Allergische reacties op bv vlooien, atopsich kan secundair zijn hieraan
- Voedsel
- Ofwel intolerantie (niet-immuungemedieerd)
- Braken en diarree meestal
- Ofwel IgE gemedieerde overgevoeligheid (voedselallergie)
- Voedselallergie kan symptomen veroorzaken van AD (en dus klinishc niet te onderscheiden)
- Meer ws bij echt huidsymptomen
- Kan dermatitis induceren
- Voedselallergie kan ook een inducerende factor zijn van AD (voedsel-geïnduceerde AD)
- Ofwel intolerantie (niet-immuungemedieerd)
- AD
- Overproductie van T-helper cel 2 (Th-2) gemedieerde cytokinen IL-2, IL-4, IL-6, IL-13 en IL-31
- IL-31c= pijnsenstatie en histaminica
- Overproductie van T-helper cel 2 (Th-2) gemedieerde cytokinen IL-2, IL-4, IL-6, IL-13 en IL-31
- Genetische gepredisponeerde inflammatoire en pruritis allergische huidziekte. Het is geassocieerd met IgE antilichamen tegen omgevingsallergenen
3
Q
preparaten caniene atopische dermatitis
A
- Oclacitinib
- JAK1 inhibitor
- Janus kinase: tyrosine gelinkte receptor => cytokine bindt aan tk receptor => dimerisatie => 2 helften van de receptor gaan dimeriseren = 1 receptor gaan vormen => leidt tot activatie van JAK => die gaat tyrosine residuen fosforyleren
- Fosforylatie zorgt ervoor dat STAT kan binden
- Stat = signal transducer and activator of transcription
- Stat wordt ook gefosforyleerd => gaat dimeriseren => naar nucleus en transcriptie activeren (bv voortzetten pijnprikkel)
- Oclacitinib gaat dit pathway inactiveren => geen pijn/jeuk gewaarwording
- Heel speciek op dit pathway dus heb je zeer weinig nevenwerkingen (cortisol heeft veel bijwerkingen doordat het op veel dingen inwerkt
- JAK1 inhibitor
- Lokivetmab
- mAb IL-31
- antistof tegen IL-31
- zorgt dat IL-31 gefagocyteerd en afgebroken wordt voordat het de receptor kan bereiken
- symptomatische behandeling AD
- NOG MINDER NEVENWERKINGEN dan oclacitinib (watn verschillende principes kunnen JAK1 inhiberen)
- Deze gaat heel specifiek de IL-31 targetten
- Nadeel: sommige dieren kunnenn refractair blijven (andere interleukines unnen een rol spelen, als bij honden het via een ander pathway gaat dan IL-31 werkt dit product dus niet )
- mAb IL-31
- Cyclosporine
- Symptomatische behandeling AD
- Inhibitie T-lymfocyten activatie via onderdrukken IL-2 productie
- Veel minder veilig dat oclacitinib en lokivetmab
- Immunodulatoir: vaccinatie afgeraden
- Dus ook nit bij infecties
- Substraat CYP3A: niet met inhibitore
- Ketoconazole
- Macroliden
- =>mogelijkheid tot interactie
- Substraaat en inhibitor P-gp
- Dus niet aan collies of andere gevoelige rassen
- Peg
- Gemodificeerde vorm van natuurlijke pegylated bovine granulocyte colony stimulating factor
- Gemodificeerde vorm van de natuurlijke
- MOA
- Stimuleert de aanmaak van neutrofielen beenmerg
- Nodig om subklkinsche infecties te behandelen
- Verhoogt functionaliteit circulerende neutrofielen
- Stimuleert de aanmaak van neutrofielen beenmerg
- Nevenwerkingen
4
Q
- Oclacitinib
A
- JAK1 inhibitor
- Janus kinase: tyrosine gelinkte receptor => cytokine bindt aan tk receptor => dimerisatie => 2 helften van de receptor gaan dimeriseren = 1 receptor gaan vormen => leidt tot activatie van JAK => die gaat tyrosine residuen fosforyleren
- Fosforylatie zorgt ervoor dat STAT kan binden
- Stat = signal transducer and activator of transcription
- Stat wordt ook gefosforyleerd => gaat dimeriseren => naar nucleus en transcriptie activeren (bv voortzetten pijnprikkel)
- Oclacitinib gaat dit pathway inactiveren => geen pijn/jeuk gewaarwording
- Heel speciek op dit pathway dus heb je zeer weinig nevenwerkingen (cortisol heeft veel bijwerkingen doordat het op veel dingen inwerkt
5
Q
- Lokivetmab
A
- mAb IL-31
- antistof tegen IL-31
- zorgt dat IL-31 gefagocyteerd en afgebroken wordt voordat het de receptor kan bereiken
- symptomatische behandeling AD
- NOG MINDER NEVENWERKINGEN dan oclacitinib (watn verschillende principes kunnen JAK1 inhiberen)
- Deze gaat heel specifiek de IL-31 targetten
- Nadeel: sommige dieren kunnenn refractair blijven (andere interleukines unnen een rol spelen, als bij honden het via een ander pathway gaat dan IL-31 werkt dit product dus niet )
6
Q
- Cyclosporine
A
- Symptomatische behandeling AD
- Inhibitie T-lymfocyten activatie via onderdrukken IL-2 productie
- Veel minder veilig dat oclacitinib en lokivetmab
- Immunodulatoir: vaccinatie afgeraden
- Dus ook nit bij infecties
- Substraat CYP3A: niet met inhibitore
- Ketoconazole
- Macroliden
- =>mogelijkheid tot interactie
- Substraaat en inhibitor P-gp
- Dus niet aan collies of andere gevoelige rassen
7
Q
- Peg
A
- Gemodificeerde vorm van natuurlijke pegylated bovine granulocyte colony stimulating factor
- Gemodificeerde vorm van de natuurlijke
- MOA
- Stimuleert de aanmaak van neutrofielen beenmerg
- Nodig om subklkinsche infecties te behandelen
- Verhoogt functionaliteit circulerende neutrofielen
- Stimuleert de aanmaak van neutrofielen beenmerg
8
Q
- Nevenwerkingen
A
- Oclacitinib
- Gevoeligheid voor infecties en neoplasie
- Gebruik bij neoplasie of bij immunosuppressie is afgeraden
- Mogelijk s verminderde As opbouw bij vaccinatie
- Bij de behandeling van pruritis: onderliggende oorzaak eveneens behandeld te worden (zoals bij alles) (vb. FAD, contactdermatitis, voedselallergie)
- Lokivetmab
- Soms niet werkzaam: inwerken op een zeer specifiek target terwijl de pathogenese zeer divers is
