Alles VO Flashcards
(36 cards)
diagnostiek malaria
- dikkedruppelpreparaat
- uitstrijkpreparaat
naar malariaparasieten in de rbc
diagnostiek salmonella
kweken van feces en bloed
diagnostiek dengue
IgM en stijgende IgG
de ontwikkeling van de malaria parasiet
- malariamug infecteert de mens met een sporozoïet
- sporozoïet gaat via de bloedbaan naar de lever, hier kunnen 2 wegen gevolgd worden:
a. p.ovale/vivax: sporozoiet ontwikkelt zich voor onbepaalde tijd in een hypnozoiet en ontwikkelt zich in een later stadium tot merozoiet
b. alle: sporozoiet ontwikkelt zich in een week tot merozoiet - merozoiet heeft na het terugkeren naar de bloedbaan een erytrocytaire fase en ontwikkelt zich tot schizont
- schizont klapt uit elkaar en erytrocytaire merzoeiten komen vrij
-kunnen opnieuw andere ery infecteren
-worden gamecyten - gametocyten worden opnieuw opgenomen door malariamug
plasmodium vivax
goedaardige tertiane malaria. klachten kunnen wel heftig zijn.
plasmodium vivax preparaat
- vergrote ery die onregelmatig tot amoeboid van vorm is
- schuffnerse stippeling
- schizont en oude trofozoieten
schuffnerse stippeling
roze/rode spikkels op ery oppervlakte
p. falciparum preparaat
- niet vergrote ery
- geen schuffnerse stippeling
- vlekken van maurer
- alleen trofozoieten
de diagnose van malaria berust op …
het aantonen van malaria parasieten in de erytrocytaire fase
dikkedruppelpreparaat
concentrerend effect; de parasieten zijn vaak in geringe aantallen aanwezig; dit concentrerende effect berust op lyse van de bloedcellen door een stof (er blijven alleen malaria en leuko’s over)
bij p. falciparum dient altijd
de parasitemie te worden bepaald
acute bacteriële meningitis
- streptococcus pneumoniae
- neisseria meningitidis
- h. influenzae
subacute meningo-encephalitis
- vaak viraal
- TBC
- toxoplasma gondii
- cryptococcus neoformans (gist)
de graad van orofaryngeale contaminatie kan beoordeeld worden door de aanwezigheid van … te scoren
plaveiselcelepitheel
huidmanifestaties van infectieziekten zijn grofweg in twee groepen te verdelen
- huidinfecties
- exanthemen
infecties met endogene origine
infecties van de huid die ontstaan vanuit directe doorgroei of door verspreiding via de bloedbaan
oppervlakkige huidinfecties
- beperkt tot epidermis
- veroorzaken relatief weinig klachten
- voorbeelden:
=erythrasma
=folliculitis
=impetigo
diepe huidinfecties
- dermis
- kunnen gepaard gaan met koorts, algehele malaise, regionale lymfadenitis, en pijn
- meestal is orale of iv antibiotica geindiceerd
erysipelas
- pijnlijk, warm erytheem
- soms met koorts
- verheven huidafwijking die scherp begrenst is van gezond weefsel
- oppervlakkiger dan cellulitis
- vergrote lymfeklieren
cellulitis
- pijnlijk, warm erytheem
- soms met koorts
- onscherp begrenst
- dieper dan erysipelas
- vergrote lymfeklieren
erysipelas verwekker
beta hemolytische streptokok groep A
cellulitis verwekker
s. aureus
als erysipelas verergert en in diepere lagen doordringt
fasciitis necroticans
onderscheid maken tussen strepto en staphylo
katalase test: staphylo = katalase positief