H14.2: Koorts uit de tropen: Malaria en Dengue Flashcards

(43 cards)

1
Q

wat wil je sowieso uitsluiten als eerst?

A

malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

incubatietijd malaria

A

ongeveer een week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

grootste risicogroepen fataal beloop malaria

A

kinderen en zwangeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waardoor wordt malaria veroorzaakt

A

parasiet; 5 verschillende soorten met 5 verschillende ziektebeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

meest voorkomende malaria

A

malaria tropica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

malaria tropica verwekker

A

plasmodium falciparum; dit is de meest virulente en gevaarlijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ontwikkelingscyclus van plasmodium parasieten

A
  1. gestoken worden door besmette anopheles mug
  2. neemt bloedmaal en injecteert hiermee beetje speeksel, waardoor de sporozoiten van de plasmodium de huid in komen
  3. deze sporozoiten zullen een bloedvat vinden en reizen via het bloedvatenstelsel naar de lever.

dit moet allemaal binnen 30 minuten gebeurd zijn, anders ruimt het immuunsysteem het al op

  1. sporozoien dringen de hepatocyten binnen. hier kunnen 2 dingen gebeuren:
    5a. bij vivax of ovale blijft het als rustig stadium aanwezig voordat ze gaan groeien
    5b. de rest gaat direct groeien
  2. in de hepatocyt ontstaat het schizont stadium: meerdere parasieten per cel aanwezig
  3. deze komen vrij in de bloedbaan
  4. deze infecteren rode bloedcellen, waardoor symptomen ontstaan
  5. in de erythrocy die openscheurt zitten onderdelen van de parasiet die een inflammatoire respons opwekken
  6. sommige geinfecteerde bloedcellen zullen ook differentieren tot gametocyt. 1 parasiet in 1 rbc, maar is rustig aan het wachten om weer door een mug opgezogen te worden

plaatje in docu !!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke verwekkers geven 3-/4-daagse koorts?

A
  • p.vivax/ovale: piekende koorts om de 48 uur
  • p. malariae: piekende koorts om de 72 uur

dit komt omdat de ontwikkeling van de parasiet in de rbc gesynchroniseerd is

docu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

p. falciparum en p.knowlesi koortssyclus

A

geen synchronisatie aanwezig, waardoor dit koortspatroon heel erg kan verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pathofysiologie malaria

A
  • sekwestratie => weefselhypoxie, shock
  • orgaandysfunctie
  • immuun (de)activatie
  • anemie
  • trombopenie
  • diffuus intravasale stolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

malaria kliniek

A
  • koorts
  • hoofdpijn, spierpijn, malaise
  • veranderd bewustzijn (tot psychose/coma)
  • buikpijn, misselijk, braken, diarree
  • icterus, hepatosplenomegalie (al in eerste dagen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

malaria ernstige klinische verschijnselen

A
  • shock
  • cerebrale malaria
  • nierinsufficientie
  • ernstige anemie
  • acidose
  • hypoglycemie/leverfalen
  • cardiale dysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom verloopt malaria tropica (p. falciparum) infecite ernstiger dan de andere malaria soorten?

A
  1. invasie van ery’s; alleen p. falciparum betreft alle ery’s, de rest doet alleen subsets => geen natuurlijke begrenzing van de parasitemie
  2. sequestratie geïnfecteerde ery’s: falciparum maken in de ery een eiwit aan dat geëxporteerd wordt naar het membraan en dit zorgt voor plakkerigheid van de ery’s => sequestratie
    3.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is voor de parasiet het nut van de sequestratie ?

A

hierdoor komen de ery’s niet langs de milt en worden ze niet uitgescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

aangeboren resistentie tegen malaria (1)

A

hemoglobulinopathie of andere afwijkingen ery;
- verminderde groei en ontwikkeling parasiet
- verhoogde klaring van geinfecteerde ery
- hemozoïne geïnduceerde patho lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

heterozygoot
homozygoot

A

beschermt tegen ernstige malaria
nadelig voor host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

aangeboren resistentie tegen malaria (2)

A

duffy factor: het eiwit dat gebruikt wordt door de parasiet om de ery binnen te komen

als deze afwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

diagnose

A
  • gouden standaard: dikke druppel en uitstrijk (microscopisch bloedonderzoek)
  • (Ag) sneltesten / flowcytometrie
  • kwantitatieve buffy coat analyse (QBC)
19
Q

dikke druppel

A

laten drogen en NIET fixeren. door hypotone oplossing zwelt ery op en barst.

20
Q

behandeling p.falciparum

A

orale AP of AL, maar bij ernstig: iv artesunaat en daarna AP of AL

21
Q

behandeling p. malariae/knowlesi

A

chloroquine oraal , bij ernstig weer artesunaat iv gevolgd door chloroquine

22
Q

p. vivax/ovale behandeling

A

chloroquine oraal (resistentie dan mefloquine of AP of AL, bij ernstig artesunaat iv gevolgd door oraal

GEVOLGD DOOR primaquine (hypnozoïeten), TENZIJ G6PD deficientie

23
Q

alarmsymptomen

A
  • hoge koorts huid- en/of slijmvliesbloedingen
  • hypotensie
  • hypoxemie
  • ernstige dehydratie
  • meningeale prikkeling
  • veranderd bewustzijn
24
Q

flow

A

memoraid maken nu is docu

25
klachten en dan het vervolgbeleid braken/diarree
malaria => feceskweek, bloedkweek, leuko, CRP, nier
26
klachten en dan het vervolgbeleid luchtwegklachten
malaria (altijd uitsluiten), Xthorax, sputumkweek, bloedkweek, keelwat, leuko
27
klachten en dan het vervolgbeleid neurologische klachten
malaria, CT, lumbaalpunctie, bloedkweek, leuko, CRP
28
klachten en dan het vervolgbeleid huidklachten
malaria, virusdiagnostiek, derma
29
klachten en dan het vervolgbeleid sepsis
malaria, bloedkweek, leuko, CRP, nier, urine, Xth, beeld abdomen, lactaat, ECG
30
leukocytose wijst op
- amoebenabces - veel (maar niet alle!) bacteriële infecties
31
leukopenie wijst op
- virale infecties (dengue + atypische lymfocyten) - viscerale leishmaniasis, buiktyfus - brucellose
32
trombopenie wijst op
- malaria - arbovirale infecties - hemorragische koortsen - viscerale leishmaniasis
33
eosinofilie wijst op
- invasieve worminfecties
34
eerst, dan
IgM, IgG
35
dengue
- dmv mug - bevolkte gebieden - steekt bij voorkeur overdag of in vroege avond - besmette mug levenslang virusoverdracht
36
dengue kliniek
87% geen of nauwelijks klachten als klachten: - koorts - hoofdpijn - spier- of gewrichtspijn - huiduitslag - GI klachten
37
incubatietijd dengue
3-14 dagen
38
dengue infectie
docu
39
hogere kans op ernstige dengue
- pre-existente dengue antistoffen (!) door die verschillende subtypes - hoge viremie - DENV types 1/3
40
dengue behandeling
- GEEN curatieve behandelingsmogelijkheden - alleen ondersteunende therapie - vaccinatie ?
41
goed vaccin moet beschermen tegen alle serotypen
anders mogelijk juist meer risico op ernstige dengue (immune enhancement)
42
Qdenga
beschikbaar vaccin in NL: levend verzwakt (dus geen immuungecompromitteerden), DENV-2 backbone
43