H15.1: Parasitaire worminfecties in relatie tot allergie Flashcards

(38 cards)

1
Q

wat zijn parasitaire wormen?

A
  • = helminthen
  • kunnen onderverdeeld worden in:
    1. rondwormen (nematoda)
    2. platwormen (platyhelminthen)
    2a. lintwormen (cestoda)
    2b. zuigwormen (trematoda)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zijn rondwormen en platwormen aan elkaar verwant?

A

nee; wormen zijn geen mono-fylogenetische groep, dus: verschillende therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

helminthen hebben … morbiditeit, … mortaliteit

A

hoge, lage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom zijn worminfecties in NL zo onbekend?

A
  • hier een lage prevalentie
  • lage mortaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarvan is de verspreiding van helminth infecties afhankelijk?

A
  • ontwikkelingscyclus
  • wijze van transmissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

directe vs indirecte ontwikkelingscyclus

A

1 gastheer vs meerdere gastheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

enterobius vermicuralis (aarsmade)

A
  • heel klein, dun, wit wormpje
  • leven in de darm van mensen
  • vrouwtje produceert eieren, deze komen niet vrij in de ontlasting, maar het vrouwtje kruipt perianaal eruit en zet hier de eitjes af
  • dit heeft natuurlijk een jeukend effect => krabben => feco-orale transmissie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

enterobius vermicuralis klachten

A
  • jeuk rond de anus
  • kleine, witte wormpjes op de ontlasting (ca. 1cm)
  • geen complicaties, geen migratie door weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diagnostiek enterobius vermicuralis

A
  1. determinatie adulte worm in ontlasting
  2. plakbandpreparaat: ‘s ochtends vroeg op de ongewassen huid doen, en dan kan je eitjes zien op een objectglaasjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

therapie enterobius vermicularis

A

mebendazol 1dd 100mg, na 14 dagen herhalen

opmerkingen: geen resistentie maar wel veel herinfecties, en mag niet tijdens zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ascaris lumbricoides (spoelworm) ontwikkelingscyclus

A
  1. eitjes komen in de darm
  2. uitgescheiden via ontlasting
  3. als dat in het milieu terecht komt ipv riool, zullen eitjes uitrijpen, en zal er een infectieus larfje zijn.
  4. als dit ei oraal wordt opgenomen (feco-oraal), passeert dit ei de maag
  5. larfje zal uit ei komen.
  6. larf groeit niet uit tot adulte worm in de darm, maar penetreert darmmucosa en gaat bloedcirculatie in
  7. loopt vast in de longcapillairen
  8. komt alveoli binnen
  9. je hoest larven op, slik je door en gaat weer opnieuw
  10. dan pas ontstaat adulte worm: 10-15 cm groot en die produceren eieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symptomen ascariasis migratiefase:

A

löffler syndroom:
- koorts
- hoesten
- eosinofilie
- pulmonair infiltraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen ascariasis volwassen worm fase:

A

afhankelijk van hoeveel wormen. bij veel wormen:
-buikpijn
-obstructie
-ondervoeding
-zwerflust: afsluiting galgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

diagnostiek ascariasis

A
  • wormeieren onderzoek in feces
  • determinatie worm in feces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandeling ascariasis

A

albendazol, eenmalig 400mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

cyclus strongyloïdes sternocoralis

A
  1. eieren komen vrij in darm
  2. in de darm komt larf uit
  3. in de ontlasting zijn dus bewegende larven
  4. komen in milieu en infecteren nieuwe mensen ( dat bloedvat gedeelte is gelijk aan de spoelworm )

infectie gebeurt door de huid heen, niet door fecooraal

auto-infectie (kan zichzelf vermenigvuldigen in dezelfde gastheer)

17
Q

symptomen strongyloidiasis

A
  • diarree
  • buikpijn
  • jeuk
  • ontstekingsreactie => koorts
  • vocht in longen (loffler syndroom)

larva currens (je ziet hem onder de huid)
asymptomatisch komt voor bij immuuncompetente mensen. kan alleen dissemineren als immuungecompromiteerd

18
Q

disseminatie strongyloidiasis

A
  • alle organen (incl CNS)
  • abces
  • kan ernstig beloop hebben (hyperinfectie, dood)
19
Q

diagnostiek strongyloidiasis indicaties

20
Q

diagnostiek strongyloidiasis

A
  • larven in feces
  • specifieke antilichamen
21
Q

behandeling strongyloidiasis

A

ivermectine 1dd voor 2 dagen, duur afhankelijk immuunstatus

22
Q

screening strongyloidiasis

A
  • hoge dosis immuun-suppressiva
  • hematologische pt
23
Q

afweer tegen invasieve wormen

A
  • Th2
  • IL-4, 5 en 13
  • eosinofielen
  • IgE (contractie zodat moeilijkere migratie)
  • mestcellen
  • mucusproductie

zelfde spelers als bij allergie

24
Q

schistomiasis (een zuigworm)

A
  • importziekte
  • klein deel ernstig ziek of symptomatisch
25
schistomiasis ontwikkelingscyclus
1. eitjes in water 2. komt een larve uit 3. gaat op zoek naar gastheer: zoetwaterslak; bepalend voor verspreiding 4. hierdoor andere fase die ook mensen kan infecteren 5. via bloed naar long, blijft in bloed 6. lever => poortaderstelsel of blaas 7. adulte worm ontstaat hier 8. zijn in staat om door bloedvatenstelsel te lopen
26
pathogenese schistomiasis
- uitgescheiden eieren =voornaamste oorzaak van pathologie =lever-ontsteking en leverfalen - volwassen wormen =veroorzaken geen schade =overleven jaren/decennia =voorkomen afdoende afweerrespons
27
4 klinische stadia schistosomiasis
1. invasiestadium 2. katayama-syndroom (acuut) 3. gevestigde infectie 4. chronisch
28
invasiestadium schistosomiasis
komen door huid heen. als het massaal is: cercarien dermatitis: -jeuk -papillaire uitslag -2-3 dgn preventie dmv afdrogen therapie dmv antihistaminica/anti-prutitis
29
katayama syndroom
- koorts - oedeem - urticaria - met eosinofilie - malaise
30
gevestige infectie schistosomiasis
- s. mansoni bij darm: diarree, bloed, buikpijn, moe - s. haematobium bij blaas: hematurie of zelfs pijnlijk urineren
31
schistosomiasis diagnostiek
- feces/urine onderoek - serologisch onderzoek - (urine Ag test)
32
chronische schistosomiasis
- darm: poliepen etc en lever echt aangedaan (fibrose) - blaas: obstructie en secundaire infecties
33
therapie schistosomiasis
praziquantel 1 dosis, altijd behandelen
34
adulte schistosomen overleven jaren in de bloedvaten van mensen
manipulatie van het afweersysteem van de gastheer
35
schistosomiasis afweer
initieel: Th1 replaced: Th2 chronische fase: immuun0regulatie, veel minder Th2 door manipulatie van worm dmv Treg en dus negatieve feedback
36
worminfecties zijn niet geassocieerd met allergien, want bij wormen wordt dit dus onderdrukt
geen worminfecties => allergien
37
hygiene hypothese
afwezigheid van infecties: =mn invasieve parasieten (wormen) =& mss overige pathogenen verhoogt de gevoeligheid voor het ontwikkelen van allergische ziekten, door remming van activatie immuunsysteem en mn door gebrek aan expositie aan infectieuze agentia verstoort juiste inductie van immuno-tolerantie
38