H15.3: Verdieping Type II, III en IV overgevoeligheidsreacties: Casuïstiek en huidbeelden Flashcards
(15 cards)
1
Q
kwabbels
A
scherp begrensde, verheven erythemateuze huidlasies
bij type 1
2
Q
bij kinderen curticaria
A
annulair
3
Q
acute urticaria (galbulten/angio-oedeem)
A
- ontstaan snel bij allergie of (virale) infecties
- mestcellen/basofiele granulocyten
- jeuk, angio-oedeem, systemisch (GI, benauwdheid)
4
Q
chronische urticaria
A
- klachten > 6 wkn
- gaat niet om allergie en geen infectie
5
Q
confluerend
A
alles wordt op een gegeven moment gewoon rood
6
Q
toxicodermie
A
geneesmiddelen reactie
7
Q
target laesions (schietscijflaesies)
A
maculae in het midden paarser, typisch voor erythema multiforme
8
Q
wat doe je als je schietschijflaesies ziet?
A
- wrijven en kijken of de huid loslaat, steven johnon syndrom uitsluiten (kan blind worden hierbij)
9
Q
klinische beelden type 2
A
- hemolytische anemie
- trombocytopenie => petechiën huid en slijmvliezen
- neutropenie
10
Q
type 3 klinisch
A
- vasculitis
- serumziekte
11
Q
purpura
A
niet wegdrukbaar erytheem
12
Q
curticaria eigenschap
A
verspringt de hele tijd
13
Q
type 4 kliniek bij geneesmiddelen
A
- steven johnson: als het een beperkt oppervlak is
- TEN: steven johnson met meer utigebreid oppervlak
- DRESS: geneesmiddelen reactie met systemische klachten
14
Q
contactallergie voor PPD
A
- zit in haarverf en henna
- als je op een andere manier in aanraking komt met PPD dan allergie
15
Q
A