H1.3: Virologie Flashcards
(38 cards)
wat is een virus?
heeft niet eens een eigen metabolisme. het wil zichzelf vermenigvuldigen. hier heeft het een gastheercel voor nodig.
= een obligaat intracellulaire parasiet
kan een virus zelf iets?
nee
twee soorten classificaties van virussen
- hierarchische classificatie
- baltimore classificatie
hierarchische classificatie virussen
4 belangrijke kenmerken van virussen worden gebruikt:
1. genetisch materiaal: RNA /DNA
2. om dat genetische materiaal zit een eiwit capside: symmetrie?
3. soms zit daar omheen nog een envelop (een lipide bi-layer)?
4. dimensies van de virion en capside
wat voor virussen zijn gemakkelijk te inactiveren?
- virussen met een envelop met dat vetlaagje: zeep lost vet op
- over het algemeen RNA virussen
baltimore classificatie
hoe wordt het mRNA gemaakt?
+ strengs RNA
zit in de mRNA code. niet de coderende
hoe repliceert HIV?
heeft een + enkelstrengs RNA. hij heeft zijn eigen polymerase om dat te vermenidvuldigen (reverse transcriptase) => deze maakt van +RNA, -DNA, dubbelstrengs (+-)DNA => vanuit daar kan hij weer mRNA maken wat wordt gebruikt voor het genoom maar ook om eiwitten te maken
levenscyclus HIV
- virus bindt aan receptor
- virus fuseert met gastheercel
- genetisch materiaal komt vrij; reverse transcriptie (dat dubbelstrengs DNA komt in de celkern terecht …
- en wordt geïntegreerd in ons eigen genoom
- replicatie => mRNA of genomisch RNA
- assembly eiwitten
- nieuw virus partikel wordt geboren dmv budding
hoe kan een nieuw virus partikel worden geboren?
- ik ga in de cel zitten en blaas de hele cel op; meestal naakte virussen
- budding: gaan tegen plasma membraan aan in elkaar zetten, dit stulpt uit en dan nemen ze een stukje van het membraan van de gastheercel mee en op die manier krijgen ze hun envelop
wat is de receptor van HIV op het celmembraan?
- CD4 is het belangrijkst
- CCR5 of CXCR4 als coreceptor
HIV gevoelige cellen
CD4+ T-cellen, waardoor je immuun deficient wordt. je gaat dood aan infecties en je krijgt veel vaker kanker
HIV reverse transcriptase
- viraal enzym dat HIV RNA omzet naar HIV DNA;
- enkelstrengs RNA => dubbelstrengs DNA
- kenmerk van retrovirussen
welk ander viraal enzym heeft HIV?
HIV integrase
HIV integrase
- viraal enzym dat HIV DNA integreert in het humane DNA
- HIV DNA wordt onderdeel van ons eigen genoom
- kenmerk van retrovirussen
vervolgens zit HIV DNA in ons eigen genoom, en dan
komen onze humane DNA polymerases aan te pas
transcriptie van HIV DNA
- met het enzym humaan DNA afhankelijk RNA polymerase
- HIV RNA wordt gebruikt als mRNA om virale eiwitten te synthetiseren en als genomisch RNA voor het virus partikel (want in het virus partikel moet ook nog het genoom zitten van het virus)
virus wordt aan het plasma membraan geassembleerd
life cycle HIV
memoraid
budding
een nieuw HIV partikel wordt geboren
bij budding bijzonder
een deel van de eiwitten van HIV die in het virus partikel zitten, zit nog aan elkaar geplakt waardoor het virus partikel niet infectieus is, waar HIV protease voor is
HIV protease
- viraal enzym dat HIV eiwitten die aan elkaar vast zitten, los knipt => matuur HIV partikel => infectieus
nucleoside analoge
- geneesmiddelen die lijken op ons eigen nucleosiden (oftwel DNA en RNA bouwstenen)
- hebben intracellulaire fosforylering nodig om actief te worden, omdat het alleen actief is on de trifosfaat vorm
- zodra het genoom dit inbouwt, kan het niet meer verder dus virus wordt niet vermenigvudigd omdat een groep is veranderd die binding bverhindert
waarom nucleoside analoge zonder fosfaatgroep?
fosfaatgroep is polair dus kan lastig plasma membraan door
niet-selectieve nucleoside analogen
=> toxiciteit, want eigen genoom bouwt die dan in en dan stopt de replicatie ook .
- kan ook worden gebruikt als kanker chemo