Oude tentamenvragen Flashcards
(73 cards)
welke afweer koorts?
innate, geinduceerd
welke afweer mucus?
innate beide
welke afweer leukocyten?
innate geinduceerd (en adaptief)
welke afweer productie van anti-microbiële peptiden?
innate aanwezig (en geinduceerd)
welke afweer inflammatoire cytokinen?
innate geinduceerd en adaptief
- Noem twee groepen ziektebeelden die kunnen ontstaan doordat het immuunsysteem zich richt tegen eigen
antigenen. - Geef aan op welk punt in de pathogenese deze twee groepen ziektebeelden van elkaar verschillen.
- Auto-immuunziekten en auto-inflammatoire ziekten.
- Het type respons verschilt. Bij auto-immuunziekten betreft het een adaptieve respons, bij auto-inflammatoire ziekten betreft het een innate respons.
Bij welk of bij welke van de genoemde functies speelt C3b zélf als effectormolecuul een belangrijke rol?
opsonisatie, leidend tot een meer efficiënte fagocytose
De gist Candida albicans kan door macrofagen worden gefagocyteerd. Je wilt dit fagocytoseproces in vitro, in een
petrischaaltje, bestuderen, en wilt dat dit zo efficiënt mogelijk verloopt.
Geef voor elk van de volgende factoren aan of je dit aan het petrischaaltje moet toevoegen om fagocytose zo
efficiënt mogelijk te laten verlopen.
lysozym
peptidoglycaan
complement
lactoferrine
wel, niet, niet, niet
Is er een verschil tussen het eiwitgehalte van een exsudaat en een transudaat, en zo ja, wat is dit verschil?
Er is een verschil: een exsudaat heeft een hoog eiwitgehalte; een transudaat heeft een laag eiwitgehalte
Je ben internist, en ziet een patiënt, waarvan in de differentiaal diagnose de ziektebeelden tuberculose en sarcoïdose staan. In het
pathologierapport van een lymfklierbiopt lees je dat er een granulomateuze ontsteking zonder necrose is gevonden.
Welke van deze twee ziekten is nu waarschijnlijker en waarom?
Sarcoïdose, want die geven granulomen zonder necrose terwijl tuberculose granulomen met necrose geven
Welk deel van een immunoglobulinemolecuul heeft de grootste invloed op de effectorfunctie?
alleen de constante domeinen van de zware ketens
IL-10
ontstekingsremmend
Tijdens presentatie van antigeen door de dendritische cel aan de CD4+ Th-cel vinden verschillende interacties plaats tussen beide cellen.
Welk van de volgende interacties leidt hierbij tot activatie van de dendritische cel?
CD40 <—-> CD40L
Wat wordt bedoeld met kruispresentatie door dendritische cellen?
Extracellulaire eiwitten worden door dendritische cellen in MHC klasse I gepresenteerd aan CD8+ Tcellen
In welk kwadrant of in welke kwadranten bevinden zich met name de cellen die in de medulla van de thymus
aanwezig zijn?
kwadrant 1 en 4
wanneer proliferatie van thymocyten?
als eerst, nog voor de selectie
wanneer positieve selectie?
DP
wanneer negatieve selectie?
SP
Th1 cellen produceren met name…
IFN-gamma en IL-2.
IL-4 … de proliferatie van Th2 cellen.
stimuleert
waar is kiemcentrum?
outer cortex
Prebiotica zijn niet-verteerbare voedingscomponenten die een positief effect hebben op de gastheer door het selectief stimuleren van
de groei en/of verandering van de metabole activiteit van bacteriën in het colon en daardoor de gezondheid van de gastheer kunnen
verbeteren.
Welk type onderzoek is het meest geschikt om de effectiviteit van therapie bij een patiënt met chronische lymfatische
leukemie te kunnen volgen?
pt specifieke PCR
Welk of welke van de volgende beweringen over virussen is of zijn juist?
A Bij gesegmenteerde RNA virussen vindt antigene drift plaats.
B De enige DNA virussen die in het cytoplasma kunnen repliceren zijn pokvirussen.
D RNA afhankelijk DNA polymerase moet aanwezig zijn in viruspartikels van retrovirussen