Stoornissen in taal en spraak Flashcards
(20 cards)
Linguistisch systeem
- Fonologie: ik hep college (klank wordt verwisseld)
- Semantiek: ik heb vakantie (een ander woord)
- Syntaxis: college ik heb (zinsopbouw gaat fout)
- Morfologie: ik hebt college (grammatica)
- Pragmatiek: in sociale context (taalgebruik in sociale context)
normale ontwikkeling
1 jaar: 1 woord zinnen
2 jaar: 2-3 woord zinnen
3 jaar: 3-5 woord zinnen
Wanneer is er een vertraging in taal- en spraakontwikkeling?
Er zit heel veel variatie in taal- en spraakontwikkeling en daardoor is het niet snel afwijkend. Er is een vertraging bij minder dan 50 woorden op 24 maanden.
Taalstoornis DSM
- Taalniveau is beduidend lager dan non-verbaal intelligentieniveau (1 SD afwijking van het non-verbale intelligentieniveau)
- De taalproblemen interfereren met schoolresultaten of sociaal functioneren
- Bij andere problematiek zijn de taalproblemen ernstiger dan verwacht
Check gehoor en overweeg ASS.
Soorten taalstoornissen
- Expressieve taalstoornis
- Gemengd receptieve-/expressieve taalstoornis
- Sociale communicatie stoornis (pragmatiek)
o Moeite met gebruik van taal in sociale context
De prevalentiecijfers variëren tussen de 1 en 13%. Naarmate kinderen ouder worden daalt het prevalentiecijfer. Komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
oorzaken taalstoornis
Er is een genetische component bij het ontstaan. Bij familieleden is vaak sprake van laat spreken als kind. Invloed omgevingsfactoren zoals sociaal economische status (stress waardoor minder tijd/geduld om te praten met kinderen).
comorbiditeit taalstoornis
- Gedragsproblemen
- Angsten
- Stemmingsklachten
behandeling taalstoornis
- Psycho-educatie taalstoornissen
- Gerichte taalstimulering vroegsignalering belangrijk!
- Ouderbegeleiding kinderen niet teveel corrigeren, want is demotiverend
- Schoolaanpassing
prognose taalstoornis
- Prognose expressieve taalstoornis beter dan bij gemengd expressieve/receptieve taalstoornis
- Expressieve taalstoornis wisselende prognose, gedeeltelijk spontaan herstel
- Taalstoornis i.c.m. psychiatrische sociale en/of emotionele problemen slechtere prognose
DSMV sociale communicatiestoornis
- Stoornis in de pragmatiek van taal
- Onderzoek middels de ADOS
o Moeite in wederkerigheid van het gesprek
Behandeling middels PRT bij sociale communicatie stoornis
- Sociale communicatie vergroten
- Aansluiten bij motivatie en opzetten leermoment
- Belonen met natuurlijke beloning (klappen, enthousiasme)
spraakstoornissen
- Spraakklankstoornissen (voorheen fonologische stoornis)
- Stoornis in de spraak vloeiendheid (stotteren)
DSM spraakklankstoornis
- De spraakklanken die geproduceerd worden passen niet bij leeftijd/dialect
- Het levert problemen op bij schoolresultaten of in de interactie met anderen
- Als er sprake is van andere problemen, dan ernstiger dan verwacht
Prevalentie 6/7 jaar 20% jongens en 10% meisjes. Rond de 12/15 jaar 5%. Vaker bij jongens dan bij meisjes.
prognose spraakklankstoornis
Logopedische behandeling. Prognose gunstig indien niet in het kader van een somatische oorzaak, verstandelijke beperking of autisme.
stotteren
onregelmatigheden in het spreekritme, waarbij de spreker weet wat hij wil uitdrukken maar er op dat ogenblik niet in slaagt doordat een onvrijwillige herhaling, verlening of onderbreking van een klank voordoet.
- Oorzaak stotteren: genetische factoren, brein functioneert aantoonbaar anders.
- Omgevingsfactoren spelen een rol: angst, spanning
Ca 4% van de schoolgaande kinderen. Hogere prevalentie op peuter- en kleuterleeftijd dan erna. Bij jongens vaker dan meiden.
behandeling en prognose stotteren
Logopedisch en gedragstherapeutische behandeling. Prognose:
- Grote kans op (spontaan) herstel bij jonge kinderen, vooral met vroege begeleiding
- Kans op chronisch stotteren bij 20-25% maar dit kan sterk verbeteren met therapie
- Psychosociale factoren spelen een belangrijke rol hoe iemand het stotteren ervaart en ermee omgaat
dyslexie
Een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen (automatiseren) van het lezen en/of spellen op woordniveau. 3-10% van de bevolking.
onderliggende cognitieve mechanismen
- Fonologische verwerking van klanken
- Benoemsnelheid
- Vaak ook zwakauditief werkgeheugen