Blok 2 Week 4 Flashcards
(36 cards)
Vogelstein model
beschrijft hoe genetische mutaties leiden tot de ontwikkeling van darmkanker
Alles over het FAP syndroom
gevolg van darmkanker in de kiembaan, mutatie in APC-gen wat celdeling controleerd via de Wnt-pathway, ontstaan veel poliepen, dominant autosomaal, tumorsupressor gen-> beide allelen moeten worden uitgeschakeld
Alles over het lynch syndroom
autosomaal recessief, mutatie in mis match reparatie systeem, fout in dna niet hersteld waardoor er meer mutaties komen en meer ongecontroleerde celdeling
Kenmerken dysplasie
verandering celgrootte en vorm, meer mitose, meer en grotere celkernen
Hallmark 1
Blijven delen: mutatie in receptor waardoor hij ook geactiveerd is zonder ligand
Verschil coloncarcinoom voor 50ste jaar en tussen 60 en 70
50: genetisch, overerfbaar, mutatie in kiembaan, FAP. 60/70: sporadisch, gedurende het leven ontstaat de mutatie in APC
wat voor een soort cellen zijn K-ras en pt53
proto-oncogen en tumorsupressorgen
Hallmark 4
Oneindige celdeling: normaal stoppen delingen door telomeren (uitzondering zijn stamcellen) maar een tumor schakelt telomeerverlening in door telomerase
Hallmark 7
Genoominstabiliteit en mutaties: cel moet veel mutaties ophopen om tumorcel te worden, DNA reparatie voorkomt dit, maar als hier defecten zijn kan een tumor ontstaan die ook erfelijk kunnen zijn (predispositie syndromen)
Hallmark 2
Remming ontwijken: vb Ras-gen
10 hallmarkst
Onbeperkte celgroei (zelfvoorzienende groeisignalen)
Ontwijking van groeiremmers
Weerstand tegen celdood (apoptose)
Onbeperkte celdeling (immortaliteit)
Stimulering van bloedvatvorming (angiogenese)
Invasie en metastase
Veranderd metabolisme (aangepaste energievoorziening)
Ontsnappen aan het immuunsysteem
Genomische instabiliteit (meer mutaties)
Tumorbevorderende ontsteking
NER-mechanisme
Nucleotiden uit de streng met schade worden weggeknipt en DNA-polymerase maakt nieuwe nucleotiden (UV licht door Xedoderma pigmentosum)
BER-mechanisme
DNA-glycosylase herkent de schade, verwijderd samen met endonuclease de schade, schede hersteld door DNA polymerase en ligase (zuurstofradicalen)
Oorzaken DNA schade
chemische instabiliteit, chemische verbindingen, biologische stoffen (oxidatieve schade→ verkeerde baseparing door oxidatie van guanine, BPDE→ verkeerde baseparing), fysische agentia (UV→UV-straling in zonlicht kan de vorming van intra-streng T dimeren, C dimeren en C-T dimeren veroorzaken. Twee aangrenzende pyrimidine residuen worden covalent aan elkaar gebonden. Huidcellen die aan zonlicht worden blootgesteld, zijn bijzonder vatbaar voor dit type DNA-schade), foutieve replicatie
Wat voor soort DNA beschadigingen
Chemische adducten, intrastreng crosslinks, interstreng crosslinks, DNA strengbreuken, basepaar mismatch
2 soorten van NER-mechanisme
transcripie en globaal
Immuunhistochemie
onderzoekt antilichamen→ stoffen die het lichaam maakt om zieke cellen op te ruimen maar niet op elk eiwit voor bij tumoren, voordeel dat type tumor kan worden gevonden en prognotisch, nadeel je moet een biopt nemen dus invasiever
DNA-analyse
specifieke genen bekijken en dus specifieke remmers en premutatie herkennen en voor nageslacht, nadeel nevenbevindingen en duurt lang en geen klinisch beeld
pitfalls materiaal selectie
- tumor lijkt op niet-neoplastisch weefsel
- tumor bevat veel tumor-infiltrerende lymfocyten
- tumor is gelegen in een gebied met actieve ontsteking
- tumor is gelegen in celrijk stroma
- tumor is gelegen in lymfeklier
- tumor is avitaal
Classificatie van tumoren
- benigne
- waarschijnlijk benigne
- onduidelijke significantie
- waarschijnlijk maligne
- maligne
Gevolg van dubbelstrengse DNA-breuk
verlies van genen
Op welke 2 manieren kan een dubbele DNA-breuk worden hersteld
- Homologe recombinantie: susterchromatide of homologe chromosoom als sjabloon, relatief langzaam, Sen G2-fase. 2. niet-homologe end-joining (NHEJ): snel maar onnauwkeurig, zonder sjabloon, kan in alle fasen
niet-homologe end-joining
snel maar onnauwkeurig, zonder sjabloon, kan in alle fasen
Gevolg chromosomale translocatie tussen chromosoom 8 en chromosoom 14
Burkitt’s lymfoom-> promoter bij c-Myc gen-> proliferatie