Blok 4 Week 1 Flashcards
(140 cards)
Vaak is de aanwezigheid van microbiotica voordelig voor de gastheer omdat (4 dingen)
het de gastheer beschermt, het imuunsysteem stimuleert, bepaalde voedigsstoffen kan verteren en bepaalde vitamine kan maken
Hoe kunnen bacteriën de mens ziekmaken
infecties van buitenaf (exogeen), en bij vermindering weerstand van endogene infecties (vb antibiotica gebruik)
Verschil prokaryoot en eukaryoot
Prokaryoten hebben geen celkern en zijn eenvoudiger-> bacteriën zijn zo
Waarom is het belangrijk om te weten of een bacterie aeroob of anaeroob werkt
sommige antibiotica werken alleen op aeroob of anaeroob
Wat zijn non-fermenters en waarom is dit belangrijk voor antibiotica
bacteriën die geen glucose kunnen afbreken, een aantal antibiotica is niet werkzaam bij non-fermenters
Wat betekent het als bacteriën in een kolonie-vormende eenheid (KVE) zich vermenigvuldigen
Chromsomale en plasmidale DNA worden gerepliceerd
Welke factoren beïnvloeden direct de snelheid waarmee bacteriën zich vermenigvuldigen
Soort bacterie, temperatuur, voedingsstoffen en ph, het milieu
Escherichia coli
meest voorkomende bacteriën in de dikke darm van de mens en van warmbloedige dieren, belangrijk voor vertering, anaeroob, deelt het snelst onder optimale omstandigheden, delen elke 20 minuten
Binaire deling
ongeslachtelijke voortplanting door zich te splitsen
Wat zijn de 4 fases voor celdeling van een bacterie
lag-fase, exponentiële fase, stationaire fase, afsterving
Wat is de mutatiefrequentie en waar hangt het vanaf
De frequentie waarmee een bepaalde mutatie optreed; blootstelling aan cytotoxische stoffen (antibiotica) of straling, foutfrequentie van DNA-polymerase, efficiëntie van DNA-herstelmechanismen
Hoe wordt een bacterie resistent tegen antibiotica
mutaties in het bacteriële DNA
Virulentie en virulentiefactoren
Vermogen van bacteriën om ziekte te veroorzaken en schade aan de gastheer toe te brengen, je hebt virulentiefactoren zoals pili, flagellen en een kapsel
Wat is de peptidoglycaanlaag
basisstructuur van bacteriële celwanden met muraminezuurgreop
Wat zijn grampositieve en gramnegatieve bacteriën
grampositieve hebben een veel dikkere peptidoglycaanlaag, verschil te zien met kleuring, niet alle bacteriën kunnen hierop worden ingedeeld want die hebben een andere wand samenstelling
endotoxinen vs exotoxinen
peptideglycaan want deze zit vast aan de bacterie enheeft voor de mens toxische eigenschappen; oplosbare eiwitten die bacteriën kunnen uitscheiden
Wat is het LPS-complex, lipopolysacharidecomplex
meest toxische deel van het buitenmembraan, O-antigeen en lipide A, sterker dan peptideglycaan, bij gramnegative bacterie
Clostridium difficile
Voorbeeld van een belangrijk darmspore, kan intensieve antibiotica of chemokuur overleven, de spore kan weer uitgroeien tot bacterie
Wat doen het ER, golgi apparaat en mitochondrium
eiwitsynthese; bewerking, opslag en transport van eiwitten; energie voor de cel
Wat is een isolaat
verzameling bacteriën die afstammen van 1 cel, wat je als ziektewekker isoleert in een lab
Microbiële/ residente flora kolonisatie
de aanwezigheid van een micro-organisme op of in een gastheer, waarbij groei en vermenigvuldiging van het micro-organisme plaatsvinden zonder dat de gastheer schade wordt toegebracht
Waaruit bestaat de huid, bovenste luchtwegen, mond en keel, maag en dunne darm, dikke darm, vagina flora uit
stafylokokken en grampositieve staafjes; stafylokokken en streptokokken en gramnegatieve kokken; streptokokken en stafylokokken en anaeroben; vergelijkbaar met keel; enterobacterales en
enterokokken en anaeroben en gisten; enterobacterales en anaeroben en gisten en
grampositieve staven
Infectie
ontstaat wanneer ziekteverwekkende micro-organismen het lichaam binnen dringen en daar vermenigvuldigen en waarbij door de interactie tussen micro-organisme en gastheer, schade of veranderende fysiologie optreedt
Verschil primaire en opportunistisch
infectie gezonde mens; in immuungecompromitteerde patiënt