Boek 2 Hoodstuk 3 Flashcards
(82 cards)
1
Q
Hoeven
A
To need (only with negation)
2
Q
Het bakje koffie
A
The cup of coffee
3
Q
Nauwelijks
A
Hardly
4
Q
Slechts
A
Just
5
Q
Amper
A
Only
6
Q
Glimlachen
A
To smile
7
Q
Het inburgeringsexamen
A
The civil integration exam
8
Q
Reageren (op)
A
To react (to)
9
Q
Vallen (op)
A
To fall (for)
10
Q
De macho
A
The macho
11
Q
Onaangenaam
A
Unpleasant
12
Q
Balen (van)
A
To be fed up (with)
13
Q
Eigenlijk
A
Actually
14
Q
Helemaal
A
All
Completely
15
Q
Kwijt
A
Lost
16
Q
Verzinnen
A
To come up with
17
Q
Per se
A
Per se
Absolutely
18
Q
Beduusd
A
Flabbergasted
19
Q
Potverdoerie
A
Damn
20
Q
Het kreng
A
The bitch
21
Q
De sukkel
A
The dope
Idiot
Twerp
22
Q
Bijleggen
A
To make up
23
Q
Weleens
A
Sometimes
24
Q
Het conflict
A
Thr conflict
25
Goedmaken
To make up
26
De ander
The other
27
De ruimte
The space
28
Kiezen
To choose
29
Het moment
The moment
30
Uitpraten
To talk it over
To finish
31
Allebei
Both
32
Kalmeren
To calm down
33
Klaar zijn voor
To be ready for
34
De toon
The tone
35
Nog steeds
Still
36
De open vraag
The open question
37
Zich conceteren op
To concentratie on
38
De oplossing
The solution
39
Aankijken
To look at (face)
40
Afmaken
To finish
41
Het laatste woord hebben
To have the last word
42
De excuses
The apologies
43
Excuses aanbieden
To apologise
44
Aanbieden
To offer
45
Spijt hebben van
To regret
46
Aanvaarden
To accept
47
De stap
The step
48
Lievelings
Favorite
49
Schelden
To call names
50
Vloeken
To swear
51
De irritatie
The irritation
52
De ergenis
The annoyance
53
Zich ergeren aan
To be anniyed by
54
Jaloers zijn op
To envy
55
Jaloers zijn op
To envy
56
De ruzie
The fight
57
Ruziemaken
To argue
58
Ruzie hebben
To have a fight
59
Janken
To whimper
To cry
60
Zeuren
To white
To nag
61
Zeiken
To nag
To complain
62
Gelijk hebben
To be right
63
Verdomme
Damn
64
Potverdriedubbeltjes
Darn (soft)
65
Nondeju
Hell no
66
De ouwe vrijster
The old spinster
67
De eikel
The jerk
68
De trut
The tart
69
De klootzqk
The asshole
70
De lul
The dick
71
Het kutwijf
The bitch
72
De idioot
The idiot
73
Sorry hoor
Oh excuse me (not!)
74
Dat meen je niet
You are kidding me
75
Dat meen je niet
You are kidding me
76
Dat geloof ik niet
I don't buy that
77
Nee joh
Well no
78
Ga weg
Go away
79
Echt niet
Definitely not
80
Doe normaal
Act normal
81
Loop niet zo te + infinitive
Dont + verb
82
Met alle respect, maar
With all due respect but
