Boek 2 Hoofdstuk 7 Flashcards
(48 cards)
1
Q
De leugen
A
De lie
2
Q
Op straat
A
On the street
3
Q
De fles cola
A
The bottle of coke
4
Q
De buitenlander
A
The foreigner
5
Q
De passagier
A
The passenger
6
Q
De grond
A
The ground, the floor
7
Q
Geluid maken
A
To make a noise
8
Q
Mis
A
Wrong
9
Q
Uitendelijk
A
Eventually
10
Q
Beniuewd zijn naar
A
To be curious about
11
Q
Het platform
A
The platform
12
Q
Een heleboel
A
Lots of
13
Q
Het berichtje
A
The text message
14
Q
Het appje
A
The message on whatsapp
15
Q
In de buurt
A
Near
16
Q
Onthouden
A
To remember
17
Q
Verdergaan
A
To continue
18
Q
Sorteren
A
To sort
19
Q
Aanbevelen
A
To recommend
20
Q
De populariteit
A
The popularity
21
Q
De bezorgkosten
A
The delivery costs
22
Q
De bezorgtijd
A
The time of delivery
23
Q
De bestelbedrag
A
The order amount
24
Q
Het alfabet
A
The alfabet
25
De voorkeur
The preference
26
Selecteren
To select
27
Zo snel mogelijk
As soon as possible
28
Gemiddeld
Average
29
Op basis van
Based on
30
De methode
The method
31
De betaalmethode
The payment method
32
Contant
Cash
33
Leveren
To deliver
34
Het gebied
The area
35
Het stadsdeel
The district
36
Instellen
To set
37
De instelling
The setting
The organization
The attitude
38
Het beeldscherm
The screen
39
Het toetsenbord
The keyboard
40
De opslag
The storage
41
De opslagruimte
The digital storage
42
Opslaan
To save
43
Verplaatsen
To remove
44
Het netwerk
The network
45
De batterij
The battery
46
De toegangscode
The access code
47
Ontgrendelen
To unlock
48
Bijwerken
To update
