Hoofdstuken 1- 3 Flashcards
(87 cards)
1
Q
vertellen
A
to tell
2
Q
op dit moment
A
at this moment
3
Q
ontmoeten
A
to meet
4
Q
aangenaam
A
nice to meet you
5
Q
wauw
A
wow
6
Q
het beroep
A
the profession
7
Q
fout
A
false
wrong
8
Q
het verhaal
A
the story
9
Q
de actrice
A
the actress
10
Q
het verhaal
A
the story
11
Q
de rondleiding
A
the guided tour
12
Q
het paleis
A
the palace
13
Q
de vrijgezel
A
the bachelor
14
Q
verder
A
further
15
Q
over
A
about
16
Q
de onderzoeker
A
the researcher
17
Q
de vertegen-woordiger
A
the representative
18
Q
nogal
A
quite
19
Q
redelijk
A
rather
20
Q
knap
A
handsome
21
Q
hartsikke
A
extremely
22
Q
zo
A
in a little while
23
Q
straks
A
in a little while, soon
24
Q
binnenkort
A
soon
25
het bezoek
visit
guests
26
vaak
often
26
vaak
often
27
jarig zijn
to have a birthday
28
plat
flat
29
heten
literally: to be called
30
nog
yet
31
gewoon
normal
32
nemen
to take
33
Tot straks!
See you later!
34
kennen
to know
35
zuchten
to take a breath
36
de eeuw
the century
37
het einde
the end
38
door
through
39
tuineren
to garden
40
het liedje
the song
41
prive
private
42
het gedicht
the poem
43
saai
boring
44
het gezicht
the face
45
rijden
to drive
46
stom
stupid
47
krijgen
to get
48
de straf
the punishment
49
vuil
dirty
50
de waslijn
the clothesline
51
lief
lovely
52
stout
naughty
53
het hok
here: the dog house
54
de brief
the letter
55
de roos
the rose
56
de kantine
the canteen
57
de tijdschrift
the magazine
58
de tekening
the drawing
59
de boodschap
the message
the purchase (groceries)
60
de schaar
the pair of scissors
61
de vork
the fork
62
de mand
the basket
63
de raaf
the raven
64
de regel
the rule
65
de paraplu
the umbrella
66
de richting
the direction
67
boven
above
68
onder
under
69
achter
behind
70
naast
next to
71
boodschappen doen
to do grocery shopping
72
de groenteboer
the greengrocer
73
prachtig
beautiful
74
het toetje
the dessert
75
het winkelmandje
the shopping cart
76
het pak
the carton
77
de vla
the custard
78
de kassa
the checkout
79
bereiden
to prepare
80
de eetlepel
the tablespoon
81
afgieten
to drain off
82
schillen
to peel
83
toevoegen
to add
84
de erwt
the pea
85
de bes
the berry
86
de abrikoos
the apricot
