Hoofdstuk 18 Flashcards
(64 cards)
1
Q
Sterven
A
To die
2
Q
Gooien
A
To throw
3
Q
Groien
A
To grow
4
Q
De centimeter
A
The centimeter
5
Q
Genezen
A
To cure
To get better (after being ill)
6
Q
Blijken
A
To turn out
To appear
7
Q
Lukken
A
To succeed
8
Q
Mislukken
A
To fail
9
Q
Achteraf
A
Afterwards
10
Q
Langs
A
Along
11
Q
Het kanal
A
The canal
12
Q
Vliegen
A
To fly
13
Q
Zwemmen
A
To swim
14
Q
Emigreren
A
To move to another country
15
Q
Vanuit
A
From
16
Q
De rivier
A
The river
17
Q
De kant
A
The side
18
Q
De andere kant
A
The other side
19
Q
De toespraak
A
The speech
20
Q
Een toespraak houden
A
To give a speech
21
Q
Verbeteren
A
To improve
22
Q
Uitreken
A
To hand out
23
Q
Hoe zit dat
A
How is that
24
Q
Welnee
A
Certainly not
25
De bladzijde
The page
26
Het compliment
The compliment
27
Complimenten maken
To pay compliments
28
Het type
The type
29
Onhandig
Clumsy
Awkward
30
De instructie
The instruction
31
De vuilnis
The garbage
32
De lakens
The sheets
33
De lakens
The sheets
34
De handdoek
The towerl
35
Inleveren
To hand in
36
Inleveren
To hand in
37
De heenreis
The outward journey
38
Terugreis
The return journey
39
De transfer
The transfet
40
Regelen
To arrange
41
Inpakken
To pack up
42
Achterlaten
To leave behind
43
Het lokaal
The classroom
44
Het afscheid
The farewell
45
Afscheid nemen
To say goodbye
46
De zakdoek
The handkerchief
47
Opluchting
The relief
48
Doodmoe
Exhausted
49
De vriendschap
The friendship
50
Uitwisselen
To exchange
51
Adressen uitwisselen
To exchange adressesq
52
Het is wel mooi geweest
It's time to stop
53
Kan ik nog twee weken bijboeken
Can I book another two weeks
54
Ik blijf ook nog
I'll stay too
55
Wat was het gezellig he
What a good time we had
56
Bedankt voor alles
Thanks for everything
57
Tot ziens
Bye
58
Zullen we nummers
Shall we exchange numbers
59
Zit je op facebook
Are you on facebook
60
Mag ik toevoegen op facebook
Can I add you on facebook
61
We houden contact
We'll stay in touch
62
Ik ben blij dat get voorbij is
I'm glad it's over
63
Ik hoop tot gauw
I hope to see you soon
64
Zie ik je volgend jaar weer hier?
Will I see you here again next year?
