Hoofdstuk 16 Flashcards
(93 cards)
1
Q
Wakker worden
A
To wake up
2
Q
Het wijntje
A
The glass of wine
3
Q
Vanochtend
A
This morning
4
Q
De brievenbus
A
The mailbox
5
Q
Het stukje
A
The piece
The article
6
Q
Scheiden
A
The divorce
7
Q
De bejaarde
A
The elderly person
8
Q
Braden
A
To grill
9
Q
Barsten
A
To burst
10
Q
Laden
A
To load
11
Q
De grap
A
The joke
12
Q
Kapotgaan
A
To break
13
Q
Het programma
A
The program
14
Q
Bedanken
A
To thank
15
Q
Begroeten
A
To greet
16
Q
Ge hoorzamen
A
To obey
17
Q
Gebeuren
A
To happen
18
Q
Vertrouwen
A
To trusst
19
Q
Verknallen
A
To screw up
20
Q
Verpakken
A
To pack
21
Q
Verwijderen
A
To remove
22
Q
Verzekeren
A
To insure
23
Q
Verzorgen
A
To take care of
24
Q
Raar
A
Strange
24
Raar
Strange
25
Herkennen
To recognize
26
Ervaren
To experience
27
Erkennen
To recognize (a document/authority)
To admit
28
Ontdekken
To discover
29
Ontploffen
To explode
30
Onthullen
To reveal
31
De verdachte
The suspect
32
De bom
The bomb
33
Eerder
Earlier
34
De opdracht
The assignment
35
Voorbereiden
To prepare
36
De voorbereiding
The preparation
37
De spreekbeurt
The public speech
38
De beurt
The turn
39
Naar voren (komen)
To come forward
40
De klompenmakerij
The clog factory
41
De klomp
The clog
42
De makerij
The factory
43
De ardbeider
The worker
44
Stevig
Sturdy
Firm
45
Het ambacht
The handicraft
46
Bestaan
To exist
47
Zoveel
As much/many, that much
48
Het hout
The wood
49
De zaag
The saw
50
De houtzagerij
The sawmill
51
Het blok
The block
52
De boomstam
The tree trunk
53
Kopieren
To copy
54
Drogen
To dry
55
Wachten (op)
To wait (for)
56
Meewerken (met)
To cooperate
57
Toch
Nevertheless
Isn't it
Add stress (imperative)
58
de meester
the (male) teacher
the master
59
bijzonder
special
60
belangrijk
important
61
specialisieren (in)
to specialize in
62
dagelijks
daily
63
het dagelijkse leven
everyday life
64
de hoofdpersoon
the main character
65
wereldberoemd
world famous
66
de dienstmeid
the maid-servant
67
de pijp
the pipe
68
het spreekword
the proverb
69
het huishouden
the household
70
het gebouw
the building
71
De entree
The entrance
72
Het museum bezoek
The museum visit
73
De entree
The entrance
74
Het entreeticket
The entrance ticket
75
De museumjaarkaart
The museum card
76
De informatiebalie
The information desk
77
De gids
The tourist guide (book or person)
78
De tentoonstelling
The exhibition
79
De expositie
The exhibition
80
Beroemd
Famous
81
Bekend
Well-known
82
De kunstenaar
The artist
83
De schilder
The painter
84
De schilder
The painter
85
Het beeld
The sculpture
The image
86
Het kunstwerk
The piece of art
87
De kleur
The colour
88
De beeldende kunst
The visual arts
89
De fotografie
The photography
90
De fotograaf
The photographer
91
De tekenaar
The illustrator
92
De galerie
The gallery
