Boek 2 Hoofdstuk 15 Flashcards
(109 cards)
1
Q
De doane
A
The customs
2
Q
De bagage
A
The baggage
3
Q
De bagageband
A
The baggage belt
4
Q
Zo’n
A
Such
5
Q
Zulk
A
Such
6
Q
Dergelijk
A
Such
Those kind of
7
Q
Soortgelijk
A
Such
Those kind of
8
Q
Dusdanig
A
Such
Those kind of
9
Q
Zodanig
A
Such
Those kind of
10
Q
Degene
A
The one
11
Q
Diegene
A
The one
12
Q
Datgene
A
That
13
Q
Het klaslokaal
A
The classroom
14
Q
Het klopt (niet)
A
It is not right
15
Q
De eis
A
The requirement
16
Q
Meemaken
A
The experience
17
Q
Het schrift
A
The copybook
18
Q
Buiten spelen
A
To play outside
19
Q
Het bedrijfsfeest
A
The corporate party
20
Q
Vergaderen
A
To have a meeting
21
Q
De afstandsbediening
A
The remote control
22
Q
De stoelverwarming
A
The heated seats
23
Q
De zolder
A
The attic
24
Q
De werkkamer
A
The workroom
25
Behandelen
To deal with
To treat
26
De naald
The needle
27
De draad
The thread
28
Vanaf nu
From now on
29
De drank
The drink
30
Enorm
Enormous
31
Kinderachtig
Childish
32
De middelbare school
The secondary school
33
Het verlies
The loss
34
Aangeven
Here: to indicate
35
Iemand ophitsen
To provoke
36
Enigzins
Somewhat
Rather
37
Meelslepen
To drag along
38
Zich laten meeslepen
To let your heart run away with your head
39
Plagen
To tease
40
Plagen
To tease
41
Het geintje
The joke
42
De heer
The gentlemen
43
Het duel
The duel
44
In duel gaan
To duel
45
Vreemd
Strange
46
Ergens een schepje bovenop doen
To pile it up
Add some more
47
Iemand kunnen hebben
To handle someone
48
Ergens met kop en schouder bovenuit steken
To stand out
49
Opzoeken
To look up
50
Trainen
To train
51
Een makkie
A peice of cake
52
Zwichten voor
To yield to
To give in
53
Het notitiebook
The notebook
54
Inplannen
To schedule
55
Meevallen
To be better than expected
56
De kantoorbaan
The office job
57
De mentaliteit
The mentality
58
Flexibiliteit
Flexibility
59
Doorbrengen
To spend
60
De manier waarop
The way
61
Stel:
Imagine:
62
De mogelijkheid
The possibility
63
De omgeving
The environment
64
Gebruikenmaken (van)
To make use of
65
Meelopen met
To accompany
66
Zweverig
Floaty, hippie
67
Onduilijk
Unclear
68
Juist
Right
69
Perfect
Perfect
70
Teleurstellen
To disappoint
71
Zowel...als
As well...as
72
Vriendelijk
Friendly
73
De jeuk
The itch
74
Het feit
The fact
75
De onzekerheid
The insecurity
76
Van nature
By nature
77
De verandering
The change
78
Het proces
The process
79
Tot slot
In conclusion
Finally
80
Vissen
To fish
81
Overhalen
To convince
To persuade
82
Aanmoedigen
To encourage
To cheer on
83
Steunen
To support
84
Vechten voor
To fight for
85
Zich inzetten voor
To make an effort
86
Gedreven zijn
To be driven
Passionate
87
Ergens iets in zien
To see the potential
88
De moed hebben
To have the courage
89
Het lef hebben
To have the guts
90
Het risico
The risk
91
Risico nemen
To take a risk
92
De indruk
The impression
93
Bewonderen
To admire
94
De waarde
The value
95
De neiging hebben tot
To have the tendency to
96
Ergens een problem van maken
To make a problem
97
De indruk
The impression
98
De prestatie
The achievement
99
Presteren
To achieve
100
Actie ondernemen
To take action
101
De energie
The energy
102
Energy stoppen in
To put energy in
103
Energie krijgen van
To get energy from
104
Het inzicht
The perception
105
Inzicht hebben in
To have insight in
106
De invloed
The influence
107
Invloed hebben op
To influence
108
De goede afloop
The positive outcome
Result
109
Proosten op
To toast to
