H3_Professionaliteit (D1) Flashcards
(21 cards)
Kernpunten definitie van professionaliteit volgens Swick (2000)
- Gedrag waarmee aangetoond wordt dat artsen het vertrouwen waard zijn dat de patiënten hun stellen.
- Als dat vertrouwen niet verdiend wordt, gaat het verloren.
Welke gedragingen omvat medische professionaliteit volgens Swick (2000)
- Belang van andere boven eigen belang stellen.
- Zich houden aan ethische en morele normen.
- Inspelen op de behoeften van de samenleving.
- Sociaal contract met de samenleving.
professionaliteit volgens Buyx et al
- Naleven van specifieke set professionele eigenschappen die de morele rol van een arts vormen.
- Eigenschappen omvatten deugden van medische professionaliteit (empathie, respect, integriteit)
- Nadruk ligt hier op deugdethiek en morele karaktereigenschappen
professionaliteit volgens de royal college of physicians
Waarden, gedragingen en relaties die ten grondslag liggen aan het vertrouwen dat het publiek in de artsen heeft.
Kenmerken van professions volgens cruess en cruess
- Afgebakende hoeveelheid kennis en vaardigheden.
- Zelfregulering via onafhankelijke beroepsverenigingen
- Formeel mandaat via wetgeving: de medische bevoegdheid is wettelijk vastgelegd
Wat willen mensen dat artsen erkennen dat
- Goede communicatie essentieel is.
- Patiënten zelf beslissen over de behandeling van hun ziekte (indien ze dat willen) (gedeelde besluitvorming)
- Neerbuigend/arrogant gedrag onaanvaardbaar is
- de beroepsgroep streng moet optreden tegen slechte praktijkvoering en wangedrag
- artsen bereid moeten zijn om meer verantwoording af te leggen.
voorbeelden wangedrag
- Seksueel misbruik
- Patiëntveiligheid negeren
Kenmerken professionaliteit
- Zelfregulering door beroepsgroep: veel autonomie waarvan verwacht wordt dat die verantwoordelijkheid serieus genomen wordt
- Kwaliteit van het vak uitoefenen op meerdere niveaus: vakkennis en technisch kunnen, houding tov patiënten, samenwerking, respect, verbeteringsdrang
vakkennis en technisch kunnen
- Patiëntveiligheid is essentieel.
- Levenslang leren
- Grenzen aan competentie tijdig erkennen: geen zorg leveren buiten hun bekwaamheid/als ze niet in staat zijn, hier is zelfkennis en eerlijkheid voor nodig
4 modellen arts-patiëntrelatie
- Paternalistisch
- Informatief
- Interpretatief
- Deliberatief
Paternalistisch model
- Arts = beslisser
- Patiënt = passief
- Onafhankelijk van behoeften van patiënt
- Toegepast in acute situaties zoals spoedoperaties.
Informatief model
- Arts = informatieverstrekker
- Patiënt kiest zelf op basis van eigen waarden
- Gebruik bij het kiezen tussen behandelingsopties.
Interpretatief model
- Arts helpt bij het verhelderen en begrijpen van de waarden en voorkeuren van de patiënt.
- De interventie die het best past bij de waarden van de patiënt wordt uitgevoerd.
- De arts probeert te begrijpen waarom iets belangrijk is voor de patiënt.
toepassing interpretatief model
- Patiënt weet nog niet goed wat hij/zij wil
- Patiënt twijfelt innerlijk of heeft tegenstrijdige gevoelens
- Zijn/haar eigen waarden nog niet helder heeft
Debileratief model
- Arts en patiënt treden in een moreel dialoog.
- Samen onderzoeken ze waarden, welke wenselijk zijn.
- Arts overtuigd (zacht, open en respectvol) de patiënt waar nodig.
- De interventie die samen gekozen wordt, met respect voor de autonomie van de patiënt wordt uitgevoerd
toepassing debileratief model
Overweging van euthanasie door het lijden aan een chronische ziekte
Houding ten aanzien van patiënten
- Aandacht voor noden, waarden en wensen van patiënt.
- Aandacht voor tijdspad: geen onnodige vertraging
- Vertrouwen = essentieel
- Confidentialiteit: geheimhouding over alles wat binnen de arts-patiëntrelatie gedeeld wordt
- Onbevooroordeelde houding: veilige ruimte creëren
- Respect voor seksuele, culturele, sociale diversiteit (equity, diversity, inclusion)
- Waardigheid van de patiënt intact houden (of versterken)
- Bewust zijn van lichamelijkheid en intimiteit
Samenwerking met collega’s
- Advies vragen en geven
- Tijdig verslagen schrijven en lezen
Respect voor afspraken, regels, protocollen
- Artsen krijgen veel professionele autonomie => zelfregulatie
- Houden aan standaarden van beroepsgroep
- Regelmatige bijscholing
- Code van medische deontologie
voorbeelden van dingen uit de code van de medische deontologie
- Aandacht en zorg voor eigen gezondheid
- streven naar work-life balans
- volledige informeren over medicatiegebruik
- bescherming bij vermoeden van misbruik, verwaarlozing, …
- Gebruik van verantwoorde middelen
- Geen onnodige onderzoeken uitvoeren
Verbeteringsdrang
- Levenslang leren
- Kritische reflectie over eigen praktijk en die van collega’s
- Openheid voor het krijgen van feedback en die zelf te geven