H3_Professionaliteit (D2) Flashcards

(24 cards)

1
Q

Welke maatschappelijke ontwikkelingen kunnen voor veranderingen in de professionele autonomie gezorgd hebben

A
  • Medische informatie is toegankelijker
  • Artsen streven naar een work-life balans
  • Groeiende medische kennis
  • Dokters worden meer afhankelijk van anderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevolg van het feit dat medische informatie toegankelijker is

A
  • Patiënten zijn best al geïnformeerd
  • gezamenlijke besluitvorming is nieuwe norm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevolg van het feit dat dokters meer afhankelijk zijn van anderen

A

nood aan goede multidisciplinaire communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevolg work-life balance artsen

A

Heeft mogelijks invloed op het tijdspad aan gezien artsen niet dag en nacht beschikbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaan twijfels over eerlijke zelfregulatie

A
  • Artsen hechten ook belang aan andere waarden die niets te maken hebben met de samenleving als voornaamste drijfveer
  • Aan kritiek op de werking van een andere arts wordt niet veel gedaan om confrontatie te vermijden + als een arts het 1x niet weet dan denkt die ja ik ga geen commentaar op die geven want misschien weet ik het morgen zelf ook niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk cynisch beeld schetst Jack Coulehan

A
  • In ziekenhuizen praten artsen en patiënten zo weinig mogelijk
  • Artsen praten meer met elkaar dan patiënten
  • Artsen praten meer over patiënten dan met patiënten
  • Artsen prefereren patiënten die niet lastig zijn
  • Overgeneralisatie maar het toont wel een spanningsveld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sociaal contract tussen artsen en samenleving

A

De samenleving geeft de artsen vertrouwen in ruil voor professioneel en verantwoordelijk gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Accountability

A

Kunnen verklaren waarom een bepaalde keuze in een bepaalde context gemaakt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoezo is professionaliteit afhankelijk van de context

A

Er is geen eenduidige, vooraf te bepalen handeling/gedraging die als professioneel wordt beschouwd in elke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tweede-orde competentie

A

reflectieve en beoordelende vaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vaardigheid is essentieel voor professionaliteit als 2de-orde competentie

A

zelfreflectie, je beoordeelt of je gedrag past bij wat een arts hoort te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

professionaliteit als 2de-orde competentie en de CANMEDS rollen

A
  • Professionaliteit als 2de orde competentie houdt reflectie en beoordeling in
  • In dat geval dringt de rol van professional door in alle andere 6 rollen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

technisch perspectief

A

Hoe je iets doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

normatief perspectief

A

Is het juist/goed wat ik doe?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 perspectieven van professionaliteit

A
  • Individueel
  • Interpersoonlijk
  • Maatschappelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

essentialistisch perspectief

A

Startpunt bepaalt hoe je verder ontwikkelt, de voorwaarden voor jou ontwikkeling zijn gegeven aan het begin van de opleiding

17
Q

ontwikkelingsperspectief

A

Studenten kunnen groeien en veranderen in attitudes, gedrag en socialisatie.

18
Q

theorie van aristoteles

A

een deugd kan opgevat worden als het midden tussen 2 extremen

19
Q

Toepassing theorie van aristoteles op professionaliteit van artsen

A
  • Een arts moet zelfkennis vergaren
  • Dit om het midden te vinden tussen zijn persoonlijke risico’s en kwaliteiten
20
Q

Waarop is het interpersoonlijk perspectief gebaseerd

21
Q

waarop is het maatschappelijk perspectief gebaseerd

A
  • concept van het sociaal contract tussen de artsen en de maatschappij
  • De maatschappij verwacht kennis, kunde, transparantie, goede zelfregulatie en altruisme in ruil voor vertrouwen
22
Q

Verborgen curriculum - Fred Hafferty

A
  • Ongeschreven regels, gewoontes en gedrag dat je leert door te observeren en mee te maken
  • Studenten ontdekken discrepantie tussen theorie en praktijk
  • Kan negatief of positief zijn
  • Negatief: onrespectvolle opmerkingen over patiënten
  • Positief: goede rolmodellen
23
Q

non-reflectieve professionaliteit

A

Je omarmt theoretische concepten maar je gedrag wijkt daar onbewust van af

24
Q

Compassionate en responsieve professionaliteit

A

Een arts die in staat is om het conflict tussen theorie en praktijk te overwinnen en zich ontwikkeld tot een verantwoordelijke professionele dokter