HC3.9: Pijnlijke geschiedenis Flashcards
(10 cards)
1
Q
Buytendijk
A
- Algofobie
- Fobie of angst voor pijn
2
Q
De Moulin
A
- Verandering van mentale attitude: afgenomen bereidheid om pijn te verdragen
- Toename van pijnervaring als zodanig: toegenomen gevoeligheid voor pijn
3
Q
Toename gevoeligheid voor pijn x evolutionair perspectief
A
- Beschaafdere mensen: lage pijngrens gevoeliger
- Onbeschaafde mensen: voelden pijn niet
4
Q
Fysiologische veranderingen
A
- Vroeger moest je pijn verdragen, omdat er geen andere mogelijkheden waren
- Nu kan er veel meer gedaan worden, dus ervaart men in verhouding minder pijn
- Men ontwend gevoel van pijn en wordt gevoeliger
- Begonnen bij intrede narcosemiddelen en aspirine midden 19e eeuw
- Causaal verband tussen introductie van nacrosemiddelen/pijnstillers enerzijds en toegenomen sensitiviteit voor pijn anderzijds
5
Q
De Moulin x 4 argumenten
A
- Moderne pijnstillende middelen hebben voor veranderde houding t.o.v. pijn gezorgd
- Opvallende culturele verschillen in expressie van en omgang met pijn
- Erosie van metafysische en religieuze overtuigingen
- Catesiaans dualisme
6
Q
Rene Descartes
A
- Scheiding ziel/geest en lichaam (metafysica en fysica)
- Men ging het lichaam ook anders zien, als een apart mechanisme bestaande uit deeltjes en beweging
- Pijn is niet het onvermijdelijke en onoplosbare resultaat van zondeval, maar een teken van een te repareren defect in het mechanisme
7
Q
Drie kenmerken Westerse geneeskunde
A
- Monotheïsme: 1 wetenschappelijke waarheid
- Disease without suffering/treatment without healing: subjectieve verhaal patiënt vervangen door objectieve data
- Idee van vooruitgang: veel geloof in wetenschap en in geneeskunde, arts activistisch ingesteld
8
Q
Jaren 50-60 pijn
A
- Patiënten met pijn werden grossly neglected
- Focus lag op onderliggende ziekte of verwonding en niet op symptoom van pijn zelf
- Onderschatting van pijn, onderbehandeling
- Ook overbehandeling
9
Q
Jaren 70-80 pijn
A
- Nieuw onderzoek, nieuwe behandeling en instituten die met pijn te maken hadden
- Doel: definitie geven van pijnsyndromen om communicatie en hiermee samenwerking te verbeteren
- Werd een pragmatisch doel: de IASP wilde wat doen tegen de neglect van pijn en streven naar betere behandeling van pijn, ook zorgen dat pijn geïncludeerd werd
10
Q
Jaren 90-heden pijn
A
- Evidence based medicine
- Geen effectiviteit van al bestaande behandelingen: onderbehandeling en overbehandeling
- Aandacht aan problemen in CZS i.p.v. lokale beschadigingen
- ICD11: onderscheid tussen primaire en secundaire chronische pijn (primair is disease in its own right)