Hoofdstuk 15

Question 1

bekend met

Answer 1

familair with

Question 2

beroep, bezigheid

Answer 2

occupation

Question 3

scherpzinnig

Answer 3

astute

Question 4

makelaar

Answer 4

estate agent

Question 5

kwalificatie, opleiding die iemand geschikt maakt voor bepaalde baan

Answer 5

qualification

Question 6

opleiding door de werkgever (praktijkervaring)

Answer 6

on-the-job training

Question 7

kapot gaan

Answer 7

to break down

Question 8

ter vervanging

Answer 8

replacement

Question 9

eerste hulp, EHBO

Answer 9

First Aid

Question 10

verbandtrommel

Answer 10

First Aid kit

Question 11

uw tijd is voorbij

Answer 11

your time is up

Question 12

voorlopig

Answer 12

preliminary

Question 13

oordeel

Answer 13

verdict

Question 14

waarschijnlijk

Answer 14

likely

Question 15

onwaarschijnlijk

Answer 15

unlikely

Question 16

nog geen uitspraak

Answer 16

to reserve judgment

Question 17

ik begin voor het eerst aan een nieuwe baan

Answer 17

I’m new to this job

Question 18

wat voor boeken lees je graag?

Answer 18

What books do you like reading? (or… enjoy reading?)

Question 19

beurt

Answer 19

turn

Question 20

een poging wagen

Answer 20

to have a go at

Question 21

op een bepaald terrein

Answer 21

in a particular field

Question 22

behandelen, afhandelen

Answer 22

to handle

Question 23

Arbeiderspartij

Answer 23

Labour

Question 24

achtergrond

Answer 24

background

Question 25

dientengevolge

Answer 25

consequently

Question 26

inkomen

Answer 26

income

Question 27

uitdaging

Answer 27

challenge

Question 28

arbeidersklasse

Answer 28

working class

Question 29

toegewijd

Answer 29

dedicated

Question 30

massapsychologie

Answer 30

psychology of the masses

Question 31

ideeen over

Answer 31

views on

Question 32

onder ogen zien

Answer 32

to face

Question 33

werkelijkheid

Answer 33

reality

Question 34

in aanmerking genomen

Answer 34

considering

Question 35

de eerste ronde

Answer 35

round one

Question 36

ben is algemeen van mening dat u.....bent

Answer 36

you've been voted

Question 37

stemmen

Answer 37

to vote

Question 38

overtuigen

Answer 38

to convince

Question 39

wetenschappelijk medewerker aan universiteit

Answer 39

tutor

Question 40

werkgroep

Answer 40

tutorial

Question 41

de huidige maatschappij

Answer 41

today's society

Question 42

raken aan

Answer 42

to touch upon

Question 43

vak

Answer 43

discipline

Question 44

wijzigen

Answer 44

to modify

Question 45

lauw

Answer 45

luke warm

Question 46

wat betreft het feit of...

Answer 46

as to whether

Question 47

te idealistisch

Answer 47

over idealistic

Question 48

beoordelingscijfer

Answer 48

mark

Question 49

zich houden bij

Answer 49

to stick to

Question 50

onthullen

Answer 50

to reveal

Question 51

voor de gek houden

Answer 51

to fool

Question 52

kijker

Answer 52

viewer

Question 53

besparen

Answer 53

to spare

Question 54

vreemd, eng

Answer 54

weird

Question 55

dan ben je de pineut

Answer 55

that would finish you

Question 56

aflevering

Answer 56

instalment

Question 57

vragend voornaamwoord

Answer 57

interrogative pronoun (who, what, which)

Question 58

vragend voornaamwoord voor personen

Answer 58

who (who won the match)

Question 59

vragend voornaamwoord voor bezit

Answer 59

whose ( whose business is this?)

Question 60

vragend voornaamwoord voor whom als voorwerpsvorm: lijdend vw, meewerkend vw, of na voorzetsel

Answer 60

Whom (whom have you seen?

Question 61

whom formeel gebruikt

Answer 61

To whom should I apply? voorzetsel vooraan in zin

Question 62

whom informeel gebruikt

Answer 62

Whom should I apply to? voorzetsel achteraan in zin

Question 63

vragende bijwoorden

Answer 63

interrrogative adverb: when, where, how, why

Question 64

verplicht

Answer 64

compulsory

Question 65

ongeveer

Answer 65

approx./ approximately

Question 66

naar de school gaan

Answer 66

to attend school

Question 67

basisschool groep; kleuterschool

Answer 67

nursery school

Question 68

basisschool groep; lagereschool

Answer 68

primary school

Question 69

voortgezet onderwijs

Answer 69

secondary school

Question 70

met uitsluitend jongens of meisjes

Answer 70

single-sex

Question 71

scholengemeenschap

Answer 71

comprehensive school

Question 72

onafhankelijk

Answer 72

independent

Question 73

(les) geld vragen

Answer 73

to charge a fee

Question 74

toelatingsexamens

Answer 74

entrance examinations

Question 75

met intern wonende leerlingen

Answer 75

boarding

Question 76

toelaten

Answer 76

to admit

Question 77

examen doen

Answer 77

to sit for an exam

Question 78

vak

Answer 78

subject

Question 79

van een cijfer voorzien

Answer 79

to grade

Question 80

een schaal van 7

Answer 80

a 7-point scale

Question 81

slagen

Answer 81

to pass

Question 82

zakken

Answer 82

to fail

Question 83

gevorderd

Answer 83

advanced

Question 84

gewild, populair

Answer 84

sought- after

Question 85

technische hogeschool

Answer 85

polytechnic

Question 86

in aanmerking komen voor

Answer 86

to be eligible for

Question 87

beurs

Answer 87

grant

Question 88

lesgeld

Answer 88

tuition fees

Question 89

(levens) onderhoud

Answer 89

maintainance