Hoofdstuk 4 Flashcards
(69 cards)
1
Q
we’d rather sit
A
we zitten liever
2
Q
there’s a draught
A
het tocht
3
Q
to divorce
A
scheiden
4
Q
aperitif
A
drankje voor het eten
5
Q
scallop
A
st. jacobsschelp
6
Q
plaice
A
schol
7
Q
cod
A
kabeljauw
8
Q
mutton
A
schapenvlees
9
Q
you do eat mutton
A
je eet wel schapenvlees
10
Q
veal
A
kalfsvlees
11
Q
pet
A
huisdier
12
Q
appetite
A
trek
13
Q
mashed potatoes
A
puree
14
Q
chips
A
patat
15
Q
roast beef
A
in de oven gebraden rundvlees
16
Q
Yorkshire pudding
A
bepaald deeggerecht
17
Q
horseradish
A
mierikswortel
18
Q
Could I have a napkin?
A
mag ik een servet?
19
Q
We’re one plate short
A
we komen een bord tekort
20
Q
the first course
A
het voorgerecht
21
Q
the main course
A
het hoofdgerecht
22
Q
the side-dish
A
het bijgerecht
23
Q
sparkling /carbonated water
A
met koolzuur
24
Q
serving spoon
A
opscheplepel
25
would you like another helping?
zal ik u nog eens opscheppen?
26
keep the change
zo is het goed (bij afrekenen)
27
a fixed item
een vast onderdeel
28
to recommend
aanbevelen
29
it's been quite enough
ik heb genoeg gehad
30
it's my treat
ik trakteer
31
bangers
gebakken worstjes
32
scrambled eggs
roereieren
33
fried eggs
gebakken eieren
34
lately
de laatste tijd
35
for some time
gedurende enige tijd
36
until now
tot nu toe
37
present tence
in verleden begonnen tot in heden
38
past tence
als het geeindigd is
39
lately of late
de laatste tijd (perfect tence tijdsbepaling)
40
for some time
gedurende enige tijd (perfect tence tijdsbepaling)
41
ages, for ten years
jaren, al tien jaar (perfect tence tijdsbepaling)
42
the last few months
de laatste maanden (perfect tence tijdsbepaling)
43
since yesterday....
sinds gisteren (perfect tence tijdsbepaling)
44
so far
tot dusver (perfect tence tijdsbepaling)
45
until now
tot nu toe (perfect tence tijdsbepaling)
46
not yet
nog niet (perfect tence tijdsbepaling)
47
cling, clung, clung
zich vastklemmen
48
deal, dealt, dealt
handelen, uitdelen
49
dig, dug, dug
graven
50
draw, drew, drawn
trekken, tekenen
51
a saying
gezegde
52
to research
onderzoek verrichten
53
six part television series
zesdelige televisieserie
54
coach house
koetshuis
55
to encourage
aanmoedigen
56
aged 8 and 12
van 8 en 12 (jaar)
57
to involve
inhouden
58
to train to be
ervoor leren
59
ultimate
hier: grootste
60
residential
in haar eigen huis
61
cookery school
koksschool
62
to be covered in
bedekt zijn met
63
to be influenced by
beinvloed worden door
64
to retain
behouden
65
regional
streekgebonden
66
individuality
eigenheid
67
for instance
bijvoorbeeld
68
nation
nationaliteit
69
Perfect tence
has/ have + voltooid deelwoord (haven't/ hasn't)