IT College Flashcards
Q: Welke drie codes worden gebruikt om sensorische stimuli te coderen?
A: Temporal code (tijdscode), Rate code (vuurfrequentiecode), Spatial code (plaatscode).
Q: Wat geeft de rate code (vuurfrequentiecode) aan bij sensorische codering?
A: Hoe actief een neuron is (de frequentie van actiepotentialen).
Q: Wat geeft de temporal code (tijdscode) aan bij sensorische codering?
A: Wanneer een neuron actief is.
Q: Wat geeft de spatial code (plaatscode) aan bij sensorische codering?
A: Welke neuronen actief zijn (de locatie van de activiteit).
Q: Waar in het slakkenhuis (cochlea) worden lage frequenties waargenomen?
A: Dichter bij het helicotrema (top van de cochlea).
Q: Waar in het slakkenhuis (cochlea) worden hoge frequenties waargenomen?
A: Dichtbij het ovale venster (basis van de cochlea).
Q: Wat toont de grafiek over discharge rate en intensiteit aan in de auditieve perceptie?
A: Hogere geluidsintensiteit (dB) leidt tot een hogere afvuursnelheid (discharge rate) van neuronen.
Q: Welke code weerspiegelt de afvuursnelheid (discharge rate) van neuronen bij auditieve stimuli?
A: Rate code (vuurfrequentiecode).
Q: Welke code weerspiegelt de plaats van activatie op het basilair membraan bij auditieve stimuli?
A: Spatial code (plaatscode).
wat is de place code?
de toonhoogte van het geluid, tonotope representatie
Wat is de rate code?
De intensiteit vh geluid
Place code van visuele perceptie
Plek waar licht vandaag komt tov het oog, dus retinope spatiele kaart.
Place code gevoel huid”
plek van aanraken, somatotopie
place code reuk?
geurreceptor
wat geeft rate code weer?
Intensiteitsstimulus wordt weergegeven
Q: Hoe werkt plaatscode (spatial code) in het motorisch systeem?
A: Specifieke gebieden in de primaire motorische schors sturen specifieke spieren of spiergroepen aan (somatotopie).
Q: Wat betekent somatotopie in het motorisch systeem?
A: Lichaamsdelen worden geordend en afgebakend weergegeven in de motorische schors; dit bepaalt welke spieren worden aangestuurd.
Q: Hoe werkt rate code (vuurfrequentiecode) in het motorisch systeem?
A: Hoe hoger de vuurfrequentie van motorneuronen, hoe sterker de spiercontractie.
Q: Hoe werkt temporal code (tijdscode) in het motorisch systeem?
A: De timing van actiepotentialen bepaalt de coördinatie en het verloop van spieractiviteit (bijv. ritme en sequentie van bewegingen).
Q: Hoe werkt plaatscode (spatial code) met betrekking tot het motorisch systeem?
A: Verschillende lichaamsdelen worden gerepresenteerd in specifieke gebieden van de motorische schors (somatotopie); welke neuronen actief zijn bepaalt welk lichaamsdeel wordt aangestuurd.
Q: Wat is een receptief veld?
A: Het gebied waarin zich de receptoren bevinden die verbonden zijn met één afferent neuron.
Q: Hoe wordt de locatie van een stimulus gecodeerd in het sensorisch systeem?
A: Door het patroon van activatie van receptieve velden (welke afferente neuronen actief zijn → spatial code).
Q: Wat gebeurt er als een stimulus zich in het centrum van een receptief veld bevindt?
A: Er is een hogere afvuursnelheid van het afferente neuron.
Q
Q: Wat gebeurt er als een stimulus zich in de periferie van een receptief veld bevindt?
A: De afvuursnelheid van het afferente neuron is lager.