PD.3 - Amblyopie en Strabismus Flashcards

(56 cards)

1
Q

Vraag

A

Antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is amblyopie?

A

Een oog dat minder goed ziet door onderbreking van de normale ontwikkeling van het zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tot welke leeftijd vindt visuele ontwikkeling plaats?

A

Tot ongeveer 6–8-jarige leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij amblyopie in de hersenen?

A

Neuronen en synapsen tussen oog en visuele cortex gaan verloren door inactiviteit van het oog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de 4 belangrijkste oorzaken van amblyopie.

A
  • Strabismus (esotropie)
  • Anisometropie (>1 D)
  • Astigmatisme (>0,75 D)
  • Deprivatie (zoals ptosis of cataract)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van de behandeling van amblyopie?

A
  • Afplakken van het goede oog
  • Enkele uren per dag
  • Voor het 8e levensjaar starten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn oorzaken van verminderde therapietrouw bij afplakken?

A
  • Beperkte gezondheidsvaardigheden / laaggeletterdheid
  • Stress in het gezin
  • Protest van het kind
  • Logistieke problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van amblyopiebehandeling?

A

Gelijke visus beiderzijds verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is strabismus?

A

Scheelzien, waarbij de visuele assen van beide ogen niet uitgelijnd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen concomitant en incomitant strabismus?

A
  • Concomitant: scheelzien gelijk in alle richtingen
  • Incomitant: scheelzien varieert per blikrichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 3 vormen van concomitant strabismus.

A
  • Horizontaal: exo-/esotropie
  • Verticaal: hyper-/hypotropie
  • Torsioneel: incyclo-/excyclotropie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 3 vormen van incomitant strabismus?

A
  • Paralytisch (neurogeen, myogeen)
  • Restrictief
  • Spastisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is esotropie en hoe vaak komt het voor?

A

Convergente oogstand, komt voor bij 50% van de strabismusgevallen bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de 3 varianten van esotropie.

A
  • Esoforie
  • Intermitterende esotropie
  • Esotropie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de behandeling van esotropie?

A
  • Bril na cyclorefractie
  • Chirurgie: bilaterale recessie m. rectus medialis of gecombineerd met resectie m. rectus lateralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is exotropie?

A

Divergente oogstand (naar buiten gericht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer overweeg je chirurgie bij exotropie?

A
  • Bij klachten
  • Deviatie >50% van de tijd
  • Constante exotropie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is pseudostrabismus?

A

Oogafwijking door adnexale structuren zonder verstoring visuele assen (bv. epicanthusplooi, brede nasale brug).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is anisohypermetropie?

A

Een verschil in hypermetropie tussen beide ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de eerste stap in behandeling bij Sanja met hoge hypermetropie en scheelzien?

A

Brilvoorschrift (refractieve adaptatieperiode).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt de refractieve adaptatieperiode in?

A
  • Duurt ongeveer 18 weken
  • Verbetering visus door bril
  • Visusverschil zichtbaar → effectievere afplaktherapie mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke behandelvolgorde wordt gevolgd bij diepe amblyopie?

A

In principe eerst bril, dan afplakken. Bij vermoeden diepe amblyopie soms direct combinatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de refractieve waarden bij Sanja op 1,5-jarige leeftijd?

A

OD: S+6.50 =C-0.25 as 180
OS: S+8.50 =C-0.25 as 180

24
Q

Wat is het beleid bij Sanja op 1,5-jarige leeftijd?

A
  • Bril optimaliseren
  • Doorgaan met afplakken OD 5x30 min/dag
25
Wat is de visus van Sanja op 4-jarige leeftijd?
OD: 0.8 OS: 0.6
26
Welke diagnose en plan werd gesteld bij Sanja op 4-jarige leeftijd?
- Accomodatieve esotropie OS - Amblyopie OS (strabismus + anisometropie) - Bril optimaliseren, afplakken OD 5x1u/dag - Mogelijk later chirurgie
27
Wat zijn functies van de orthoptist?
- Meet visus bij kinderen - Onderzoekt oogstand en samenwerking - Behandelt amblyopie - Heeft BIG-artikel 34 titelbescherming
28
Wat toonden Hubel & Wiesel in 1963 aan?
- Amblyopie leidt tot afname neuronen - Dominantie van goede oog in cortex - Afname hersenplasticiteit met leeftijd - Kregen Nobelprijs in 1981
29
Hoe vaak komt amblyopie voor in NL?
3,25% van de bevolking, 6500 nieuwe kinderen per jaar
30
Hoeveel kinderen houden een blijvend lui oog?
Ongeveer 1 op 6
31
Wanneer ontstaan problemen bij blijvende amblyopie?
Als het goede oog later verloren gaat
32
Wat gebeurt er bij blijvende amblyopie?
- Visus blijft <0.5 - Verminderde levenskwaliteit - Beperkte beroepskeuze - Risico op slechter zicht op oudere leeftijd
33
Wat is een dichoptische videotherapie?
- Therapie via VR-game waarbij beide ogen simultaan gestimuleerd worden - Sneeuwbalspel waarbij beide ogen elk een beelddeel zien
34
Wat zijn problemen bij VR-therapie?
- Bril vergeten mee te nemen - Interesseverlies - Moeite met instellingen - Bril beslaat - Te grote VR-bril - Lastig spel te begrijpen
35
Waarom hebben kinderen met scheelzien geen diplopie?
Omdat het brein supressie toepast op het afwijkende oog.
36
Vraag
Antwoord
37
Wat is de meest voorkomende vorm van amblyopie?
Strabismische amblyopie (vooral bij esotropie)
38
Wat is het belangrijkste doel van een refractieve adaptatieperiode?
Vaststellen hoeveel visusherstel optreedt alleen met correctie via bril
39
Waarom wordt bij amblyopie voor het 8e levensjaar behandeld?
Vanwege de gevoelige periode voor visuele ontwikkeling (plasticiteit brein)
40
Wat gebeurt er bij anisometropie als oorzaak van amblyopie?
Het oog met de hogere sterkte wordt minder gebruikt, wat leidt tot visusdaling
41
Waarom wordt bij esotropie vaak gekozen voor bril i.p.v. directe operatie?
Omdat esotropie vaak veroorzaakt wordt door hypermetropie die met bril te corrigeren is
42
Wat is het effect van de afplaktherapie?
Stimulatie van het amblyope oog door onderdrukking van het dominante oog
43
Noem twee situaties waarin direct afplakken én bril worden gestart.
Bij vermoeden diepe amblyopie of ernstige esotropie bij jonge kinderen
44
Wat toont de studie van Hubel & Wiesel aan over visuele deprivatie?
Dat vroege eenzijdige deprivatie leidt tot blijvende corticale reorganisatie
45
Waarom hebben kinderen met strabismus geen dubbelzien?
Omdat het brein suppressie toepast op het afwijkende oog om diplopie te vermijden
46
Wat is een belangrijke complicatie bij therapieontrouw in amblyopie?
Blijvende visusdaling in het amblyope oog ondanks behandelbaarheid
47
Waarom is lage therapietrouw zo'n probleem in praktijk?
- Kind begrijpt therapie niet - Ouders ervaren stress of hebben beperkte gezondheidsvaardigheden
48
Wat is het nut van dichoptische videotherapy?
Stimuleert beide ogen tegelijk en bevordert samenwerking in plaats van onderdrukking
49
Wat maakt VR-games minder effectief voor sommige kinderen?
- Moeilijk te begrijpen spelinstellingen - Te grote VR-brillen - Verlies interesse
50
Wat is een indicatie voor strabismusoperatie ondanks brilcorrectie?
Blijvende scheelstand na optimale refractiecorrectie én amblyopiebehandeling
51
Waarom is visusverlies aan het enige goede oog later zo problematisch?
Omdat het amblyope oog dan onvoldoende functioneert → functionele blindheid
52
Wat wordt verstaan onder deprivatie-amblyopie?
Amblyopie door fysieke obstructie zoals ptosis of cataract
53
Waarom komt deprivatie-amblyopie minder vaak voor?
Omdat deze oorzaken zeldzamer zijn dan refractie- of scheelzienproblematiek
54
Hoeveel procent van kinderen ontwikkelt blijvende amblyopie ondanks behandeling?
Ongeveer 0,9%
55
Wat is de meest voorkomende oorzaak van niet-plakken?
Beperkte gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid
56
Wat is het beleid bij bilaterale esotropie door hypermetropie?
Bril met volledige hypermetropiecorrectie, eventueel gevolgd door operatie