Microstructuur van lever Flashcards

1
Q

Regel 2 van de lever?

A

De lever is het tweede grootste (na de huid) en tweede meest complexe (na de hersenen) orgaan van het lichaam en maakt 2% van het totale lichaamsgewicht uit. De lever bestaat uit 2 lobben en heeft een tweeledige bloedtoevoer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt de bloedaanvoer van de lever?

A

Het grootste volume aan bloed (70%) komt de lever binnen via de vena portae (poortader). Dit bloed is afkomstig van de maag, de milt en de darmen. Dit bloed is rijk aan nutriënten en doordat al dit bloed langs de lever komt, heeft de lever ook een filtreerfunctie. De a. hepatica propria voorziet de lever van zuurstofrijk bloed. Dit bloed vermengt in de lever en stroomt verder naar de hepatocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt de triade in de lever?

A

De a. hepatica propria, de ductus hepaticus (galblaas) en de vena portae vormen samen een triade. Een triade is een combinatie van structuren die samen naar een hepaticus lobulus gaat. In het midden van een lobje wordt het bloed afgevoerd via een centrale vene. Deze vene gaat over in de vena sublobularis en deze komen weer bij elkaar in de vena hepatica. De vena cava inferior loopt achter de lever langs. De vena hepatica mondt uit in de vena cava inferior. Het bloed gaat zo weer naar het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functionele eenheid van de lever?

A

Deze was voor een lange tijd lastig te definiëren.
Een benaderbare definitie is: het kleinste deel van de lever dat zelfstandig een functie kan uitvieren.
Uiteindelijk zijn een klassiek hexagonale lobulus, een acinus en een primaire lobulus de belangrijkste uitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Eigenschappen van een hexagonen lobulus?

A

De hexagonale lobulus heeft in zes hoeken een portale truncus met (maximaal) drie galwegen, een arteriole (a. hepatica) en een portale venule. Centraal ligt een vene.
Tussen het portale gebied en de centrale vene ligt een sinusoidaal systeem, bestaande uit sinusoïden. Dit is een venocentrische lobulaire structuur.
Het bloed loopt van het portale gebied naar de centrale vene.
Het ligt ingebed in bindweefsel met enkele lymfocyten en mestcellen.
Er zijn lymfevaten en een zenuwtakje aanwezig.
De gal canaliculus verzamelt gal en loopt van het centrum naar de periferie.
Bloed stroomt juist van de periferie naar het centrum. Er heerst dus een tegenstroomprincipe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eigenschappen van een acinus?

A

Bij de acinus, ofwel portocentrische structuur staat het portale gebied centraal. Vanuit dit portale gebied ontspringen penetrerende portale venen die over de zijvlakken van de hexagonale lobulus lopen.
Vanaf hier lopen sinusoïden richting de centrale vene.
De zone die het dichtste bij de penetrerende vene ligt, ontvangt het meeste bloed (zuurstofrijk en nutrientrijk) en wordt zone 1 genoemd.
Verder weg van de penetrerende vene ontvangen de hepatocyten minder zuurstof en nutriënten.
De zone het dichtst bij de centrale vene en daarmee het verst van de penetrerende vene is zone 3.
Bij ischemie zijn de cellen in zone 3 het eerst en meest aangedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eigenschappen van de primaire lobulus?

A

De primaire lobulus structuur is een combinatie van de bovenstaande structuren. De primaire lobulus is het deel van het portale gebied met twee penetrerende venen via het sinusoïdale systeem tot aan de centrale vene.
Hier bevat de functionele eenheid een toevoer, een capillair vaatbed en een afvoer.
Een hexagonale lobulus bevat vijf of zes primaire lobuli en vormt zo de secundaire lobuli.
Concluderend zijn er in de lever verschillende niveaus aanwezig die allemaal verschillende functies hebben die samen aan de criteria van “een unit” voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eigenschappen van hepatocyten?

A

Hepatocyten (die 80% van het volume van de lever beslaan) zijn gerangschikt in een cellaag dikke platen.
Het zijn polygonale cellen met een of meerdere cellen. De cellen hebben een eosinofiel granulair en glycogeen-rijk cytoplasma.
De hepatocyten grenzen aan drie structuren: aan andere hepatocyten, aan de galcanaliculi en de sinusoïden.
Tussen de hepatocyten zitten de gal canaliculi. Aan de apicale membraan van de hepatocyt vindt galuitscheiding plaats. De basolaterale membraan van de hepatocyt grenst aan de sinusoïde.
De hepatocyten zijn verantwoordelijk voor eiwitsynthese, productie van galzouten, ijzermetabolisme, vetmetabolisme, detoxificatie en het verwerken van aminozuren.
Daarnaast bevatten de hepatocyten veel glycogeen en hebben ze erg grote celkernen en veel mitochondriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschappen van sinusoiden?

A

De sinusoïden zijn capillairen die sterk gefenestreerd zijn. Ze zijn bekleed met gespecialiseerd endotheel met een gefenestreerde basaalmembraan (hyper-fenestratie).
Door de grote fenestrae is de uitwisseling van nutriënten en zuurstof/CO2 tussen bloed en hepatocyten makkelijk.
De sinusoïden hebben aan de luminale zijde Huppffereffect (macrofagen) en T-lymfocyten (immuunregulatie). Deze twee cellen zijn verantwoordelijk voor de afweer in de lever.
Tussen het sinusoidaal endotheel en de hepatocyten bevindt zich de ruimte van Disse. In de ruimte van Disse zitten hepatic stellate cellen (HSC). De cellen zorgen voor antigeenpresentatie, opslag van vitamine A, bloeddoorstroming (uitwisseling) en myofibroblasten ten behoeve van de fibrineogenese en productie van de extracellulaire matrix.
Daarnaast bevat de ruimte van Disse zenuwen en extracellulaire matrix (reticuline).
Hepatic stellate cellen zijn normaal gesproken microscopisch bijna niet te zien. Bij sommige ziektebeelden is er een vergrote opslag van vitamine A in de cel waardoor de stellate cel zichtbaar wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn eigenschappen van een galgang?

A

Een galgang is in een doorsnede te herkennen aan een ronde parelketting, door alle kernen die zich bevinden in de cellen.
De galgang bestaat uit een laag kubisch epitheel.
In de galgangen liggen galcanaliculi. Daarin liggen de kanaaltjes van Hering. Deels zijn deze bekleed met hepatocyten en deels met galgang epitheel. Ze liggen op de overgang naar het portale veld en vormen het progenitor-cel compartiment. Deze maken galgangen en de hepatocyten.
De gal-ductuli hebben kubisch tot laag cilindrisch epitheel en ze zijn omgeven dor een basaalmembraan (bindweefsel).
De lymfatische vaten liggen in het portale gebied.
De zenuwen liggen ook voornamelijk in de grote portale gebieden.
Daarna lopen ze met de sinusoïden mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly