Wiskunde - Algebra: Stelsels v eerstegraadsvergelijkingen (theorie) Flashcards

(24 cards)

1
Q

Wat is de coëfficiëntenmatrix?

A

als A.B=C
dan is A de coëfficiëntenmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de uitgebreide matrix?

A

de coëfficiëntenmatrix met daarin in de laatste kolom nog de antwoorden C (A.B=C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een lineair mxn-stelsel?

A

een stelsel v m eerstegraadsvergelijkingen met n onbekenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de oplossing van het linerair mxnstelsel?

A

een geordend n-tal (p1,p2,…,pn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat vormen alle oplossingen ve stelsel?

A

de oplossingenverzameling v dit stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn gelijkwaardige stelsels?

A

stelsels met dezelfde oplossingen
-> aangegeven door stelsel<=> stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de matrixnotatie ve linear mxn-stelsel?

A

stelsel in een matrix zetten en zo uitgeschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 3 elementaire rijoperaties?

A
  • 2 vgln van plaats wisselen
  • een vgl met een getal verschillend v nul vermenigvuldigen (of delen door een getal verschillend v 0)
  • bij een vgl een veelvoud ve andere vergelijking optellen (of aftrekken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eigenschap vwd rijequivalente matrices

A

2 matrices zijn rijequivalent als de ene matrix uit de andeere kan afgeleid worden door elementaire rijoperaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eigenschap rijequivalente matrices

A

bij rijequivalente matrices horen gelijkwaardige stelsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4 kenmerken ve rijcanonieke matrix?

A
  • indien er nulrijen voorkomen (rijen met alleen nullen), dan staat deze onderaan
  • in de niet-nulrijen is het hoofdelement (1e v 0 verschillend element ve rij) steeds 1
  • boven en onder de hoofdelementen staan enkel nullen
  • elke rij, vanaf de 2e, begint met meer nullen dan de vorige, dit wil zeggen: de hoofdelementen staan in trapvorm of echelonvorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de spil?

A

een van nul verschillend getal dat gebruikt wordt om vd rij erboven geen 0 meer te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is vegen?

A

de procedure om van een matrix een rijcanonieke matrix te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de methode van Gauss-Jordan?

A

van een stelsel
-> naar een uitgebreide matrix
-> naar een rijcanonieke matrix
-> naar een opgelost stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is een stelsel strijdig?

A

wanneer het stelsel geen oplossing heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is een stelsel bepaald?

A

Als het stelsel juist 1 oplossing heeft: (x,y,z) =(2,3,-1)

17
Q

Wat is de rang vd matrix?

A

het aantal hoofdelementen in de rijcanonieke vorm ve matrix

18
Q

Wat zijn nevenonbekende?

A

de onbekende die je vrij kiest in een stelsel

19
Q

Wat zijn de hoofdonbekende?

A

de al gegeven onbekende -> vaak x en y

20
Q

Wanneer is een stelsel enkelvoudig onbepaald?

A

wanneer we 1 onbekende vrij mogen kiezen

21
Q

Wat is een homogeen stelsel?

A

In dit stelsel zijn alle bekende termen gelijk aan 0

22
Q

Wanneer is een stelsel 2voudig onbepaald?

A

wanneer we 2 onbekende vrij mogen kiezen

23
Q

Wanneer is een stelsel onbepaald?

A

wanneer het oneindig veel oplossingen heeft

24
Q

eigenschap vwd oplosbaarheid ve stelsel

A

een stelsel is oplosbaar als het niet strijdig is