Blok 5 Week 7 Flashcards

(26 cards)

1
Q

onderdelen en celtypen van het bot

A

osteoblasten, osteacyten, osteaclasten, bot matrix, calcium kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

osteoblasten

A

uit mesechymale stamcellen, maken osteoid-> ongemineraliseerde bot matrix (max 2 %), wisselend actief, bij actief worden ze groter en veranderen ze van kleur,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

osteomalasie

A

aandoening waarbij de botten zachter en zwakker worden, waardoor ze makkelijker breken doordat meer dan 2 % van het bot bestaat uit ongemineraliseerd bot matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

osteoid

A

bestaat vooral uit collageen type 1 met bot vormende proteïnen (osteanectine, osteocalcine, AF), mineraliseerd na 10 dagen-> harde bot matrix (zwart bij beeldvorming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mineralisatie front

A

daar waar apatiet of hydroxyapatiet kristallen worden ingebouwd, kan worden gezien bij radionucleotiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hemochromatose

A

stofwisselingsziekte waarbij het lichaam te veel ijzer opneemt uit de voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

osteocyste

A

gematureerde osteoblast, eerst in het osteoid en later bot, spelen een rol bij mechanotransductie -> kijken naar de krachten die op het bot worden uitgeoefend,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Osteoclast

A

functie om bot af te breken, speciale macrofagen, creëren zuur milieu, resorptie van gemineraliseerd bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Invloed hormonen botaanmaak

A

PTH-> remming osteoblasten-> produceren interleukines die een activerende kracht hebben op osteoclasten,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invloed hormonen botafbraak

A

calcitonine-> remming van osteoclasten,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doen osteoclasten bij te weinig calcium in het bloed

A

meer bot afbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cementlijnen

A

markeren eerdere zones van remodelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Morbus paget

A

sterk verhoogde bot remodelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fractuur genezing

A

ontstekingscellen, osteoblasten-> enchondralen en intramembraneuze ossificatie, lamelair bot (1 maand),

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oorzaken predispositie fracturen

A

insufficiëntie, primaire bottumor, bot matastase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

insufficientie fracturen

A

osteoporose-> minder gemineraliseerd bot en osteomalacie

17
Q

primaire bot tumor fractuur

A

relatief zeldzaam, verstoring van bot opbouw, bijvoorbeeld reusceltumor, gevolg: osteolyse (resorptie) of osteosclerose (aanmaak)

18
Q

bot metastasen fractuur

A

komt relatief vaak voor, komt het meest voor in het axiale skelet

19
Q

M-proteïne

A

ook wel monoklonaal immunoglobuline genoemd, is een abnormaal antilichaam dat wordt geproduceerd door een klonale (maligne) plasmacel of B-cel. Productie van allemaal dezelfde antigenen/immunoglobinen

20
Q

Plasmaceldyscrasie

A

woekering van aantal maligne plasmacellen

21
Q

monoklonale plasmacelpopulatie

A

plasmacellen zijn allemaal hetzelfde

22
Q

MGUS

A

maligne plasmacelziekte, M-proteïne onder de 30 g per liter, minder dan 10% plasmacellen in het beenmerg,

23
Q

Smouldering myeloom

A

maligne plasmacelziekte, M-proteïne boven de 30 g per liter, meer dan 10% plasmacellen in het beenmerg,

24
Q

multipel myeloom

A

meer dan 10% kolonale plasmacellen in het beenmerg, myeloom gerelateerde weefselschade (CRAB), pas behandelen bij nierschade

25
diagnostiek M-proteïne in beenmerg
aspiraat, biopt, flowcytometrie, cytogenetica, in de toekomst minimal residual disease (MRD)-> na behandeling. Verder worden vrij lichte ketens bepaald want die zijn vaak verhoogd maar verschillende labs gebruiken verschillende testen
26