Caminos | Unidad 9B Flashcards
(64 cards)
1
Q
identificeren
A
identificar
2
Q
uitleggen
A
explicar
3
Q
ons, onze
A
nuestro /-a
4
Q
aangepast
A
adaptado /-a
5
Q
bezittelijk voornaamwoord
A
el posesivo
6
Q
jullie
A
vuestro /-a
7
Q
in heel Spanje
A
en toda Españna
8
Q
eenvoud, ongekunsteldheid
A
la naturalidad
9
Q
het enige
A
lo único
10
Q
Kerstmis
A
la(s) Navidad(es)
11
Q
halfbroers en -zussen
A
los medio hermanos
12
Q
centrum, midden
A
el centro
13
Q
zijde
A
el lado
14
Q
combineer
A
combine (inf: combinar)
15
Q
tonen
A
mostrar
16
Q
(zich) voorstellen, indenken
A
imaginar (se)
17
Q
inhoud
A
el contenido
18
Q
vertaling
A
la traduccíon
19
Q
…. uit het begin ….
A
…. de principios de ….
20
Q
eeuw
A
el siglo
21
Q
Europees
A
europeo /-a
22
Q
geboortecijfer
A
la tasa de natalidad
23
Q
geboren worden
A
nacer
24
Q
laag
A
bajo /-a
25
echter
sin embargo
26
weggaan
irse
27
spoedig, snel
pronto
28
woning
la vivienda
29
jongeren
los / las jóvenes
30
werkloos zijn
estar sin trabajo
31
vormen
formar
32
paar, stel
la pareja
33
in vergelijking met
en comparación con
34
samenleving
la sociedad
35
scheiding
el divorcio
36
0,5 promille
0,5 por mil
37
wet
la ley
38
hoog
alto /-a
39
buiten ( ... om)
fuera (de)
40
huwelijk
el matrimonio
41
noch, en ook niet
ni
42
vrijgezel, alleenstaand
soltero /-a
43
samenwonen
convivir
44
ettelijke; heel wat
bastantes
45
samen
juntos / -as
46
aspect
el aspecto
47
verslag
el informe
48
scheiden
divorciarse
49
steeds minder kinderen
cada vez menos niños
50
trouwen
casarse
51
verrassen
sorprender
52
reageren
reaccionar
53
vreugde
la alegría
54
verdriet
la pena
55
Werkelijk? Echt?
De verdad?
56
Serieus?
En serio?
57
Dat kan niet waar zijn!
No puede ser!
58
Wat zeg je me nu?
Qué me dices?
59
Ongelooflijk!
Increíble!
60
Mijn God!
Dios mío!
61
Wat een geluk!
Qué suerte!
62
Wat ben ik daar blij om!
Cuánto me alegro!
63
Zonde! , Wat jammer!
Qué pena!
64
Wat spijt me dat!
Cuánto lo siento!
