Caminos | Unidad 7C Flashcards
(86 cards)
1
Q
de dagelijkse sleur doorbreken
A
salir de la rutina
2
Q
routine
A
la rutina
3
Q
beste
A
el/la mejor
4
Q
aquarium
A
el acuario
5
Q
thematiek
A
la temática
6
Q
Middellandse Zee
A
mediterráneo /-a
7
Q
dier
A
el animal
8
Q
haai
A
el tiburón
9
Q
pinquin
A
el pingüino
10
Q
piranha
A
la piraña
11
Q
kaaiman (krokodil)
A
el caimán
12
Q
oppervlakte
A
la superficie
13
Q
doorzichtig
A
transparente
14
Q
toestaan, mogelijk maken
A
permitir
15
Q
bezoeker / bezoekster
A
el/la visitante
16
Q
wandelen
A
pasear
17
Q
zeebodem
A
el fondo del mar
18
Q
observeren, bekijken
A
observar
19
Q
fauna
A
la fauna
20
Q
zee-, marien
A
marino /-a
21
Q
kassa, loket
A
la taquilla
22
Q
volwassene
A
el adulto
23
Q
bezichtiging
A
la visita
24
Q
panoramisch
A
panorámico /-a
25
toeristische rondrit / rondvaart
la visita panorámica
26
dubbeldekker
el autobús de dos pisos
27
hier: onderste verdieping
el piso bajo
28
aanpasbaar
adaptable
29
mindervalide
el/la discapacitado /-a
30
instappen
subir
31
gedurende
a lo largo de
32
tocht, rondrit
el recorrido
33
aantrekkelijk
atractivo /-a
34
frequentie
la frecuencia
35
kaartverkoop
la venta de billetes
36
VVV
el Centro de Información y Turismo
37
in de bus zelf
en el mismo bus
38
hart
el corazón
39
havenwijk in Barcelona
la Barceloneta
40
visserswijk
el barrio marinero
41
voor, tegenover
frente a
42
behalve
excepto
43
feestdag
el festivo
44
het gratis parkeren
el párking gratuito
45
zwaluw (hier: excursieboot)
la golondrina
46
Olympische haven
el Puerto Olímpico
47
afvaart
la salida
48
dagelijks
diario /-a
49
stichting
la fundación
50
collectie, verzameling
la colección
51
volledig
completo /-a
52
productie hier: werk
la producción
53
beeldhouwwerk
la escultura
54
schilderij
la pintura
55
grafiek
la obra gráfica
56
permanent
permanente
57
kunstenaar /es
el/la artista
58
tijdelijk, wisselend
temporal
59
hedendaagse kunst
el arte contemporáno
60
hier: alleen al
sólo
61
werk
la obra
62
spectaculair
espectacular
63
met betrekking tot
relacionado /-a con
64
mogelijkheid
la posibilidad
65
advertentie
el anuncio
66
mogelijk
posible
67
reserveren
reservar
68
kinderkorting
el descuento para niños
69
duren
durar
70
schip
el barco
71
inlichtingen inwinnen (over)
informarse (sobre)
72
telefoongesprek
la conversación telefónica
73
gaan doen
ir a hacer
74
nog een keer
otra vez
75
zeg, vertel
diga (inf: decir)
76
plan, voornemen
el plan
77
bij Pepe (thuis)
en casa de Pepe
78
tuin
el jardín
79
"vijf op een rij"
Cinco en raya
80
uitnodigen
invitar
81
recept (keuken)
la receta de cocina
82
sporten
hacer deporte
83
(naar huis) teruggaan
volver (a casa)
84
met de hand
a mano
85
hand
la mano
86
vieren
celebrar
