Emodule aritmie & ECG Flashcards
(38 cards)
ontstaan aritmieën
- Veranderde automaticiteit = sinusaritmie, activatie latente alternatieve pacemaker (SVES, VES)
- Veranderde prikkelgeleiding = conductie blok (SA blok, AV blok)
- Re-entry = pathologische tachy-aritmieen (supraventriculaire tachycardie, Atrium fib, ventriculaire tachycardie, Ventrikel fib)
Re-entry
Een bundel splitst in tweeën: er kan een route snel (lange refractaire periode en snelle geleiding) en een trage route (korte refractaire periode en langzame geleiding) zijn. De elektrische impuls splitst continu en brengt de AP door het hart. –> tachycardie kan hierdoor veroorzaakt worden, omdat de impuls continu blijft doorgaan.
Oorzaken pathologische ritmestoornissen
• electrolyten dysbalans • hypoxie hart • infecties – viraal – bacterieel – myocarditis – pericarditis / endocarditis • (endo-) toxinemie / sepsis • metabool probleem – rhabdomyolyse – vitamine E deficiëntie • exotoxines – digitalis / oleander – monensin (ionophore)
Fysiologische aritmie
• vooral bij het paard – hoge vagustonus → electrische inhomogeniteit • normale hartfrequentie • normale polskwaliteit • gaan weg bij sympathische overdrive – parasympaticolytica – sympaticomimetica – inspanning • vanuit SA of AV knoop
Pathologische aritmie
• alle diersoorten • tachycardie – bij paard niet altijd • afwijkende polskwaliteit – zwak – inequaal • wisselende intensiteit hartetonen
indeling aritmie
Wel een patroon
“regelmatig onregelmatig”
• meestal fysiologisch
Geen patroon te herkennen
“onregelmatig onregelmatig”
• meestal pathologisch (muv sinusaritmie)
lokalisatie aritmie
Supraventriculair ± junctioneel • SA blok • sinusaritmie • AV blok • AF • SVES • SV tachycardie
Ventriculair
• VES
• ventriculaire tachycardie
• VF
Sinusaritmie
Geen regelmaat in te vinden, langere pauzes afgewisseld met kortere
Respiratoire sinus aritmie (bv hond)
Wél voorspelbaar:
bij inademing ↑hartfrequentie
bij uitademing ↓hartfrequentie → dus golf beweging
SA blok
- Hele P-QRS-T valt uit
* Regelmatige stukken onderbroken door uitval in (meestal) vast patroon, bv 3/1.
1e graad AV blok
• verlengde P-Q tijd
• geen uitval (klinisch regelmatig)
niet te horen of te voelen → ECG diagnose
2e graads AV blok
• regelmatige stukken onderbroken door uitval QRST in vast patroon (bv 3/1)
• soms P top te horen als S4
– Mobitz type 1 = Wenkebach
– progressieve verlenging P-Q tijd voordat QRS uitvalt
– Mobitz type 2
– geen verandering P-Q tijd voordat QRS uitvalt
3e graads AV blok
Ontbreken geleiding van atrium naar ventrikel
• Compleet blok
– impuls vanuit atrium wordt niet voortgeleid door AV knoop naar Purkinjevezels
– A-V ontkoppeling (“dissociatie”)
• P en QRS-T komen volledig onafhankelijk van elkaar voor
• “escape” ritme door alternatieve pacemakers in ventrikel
– (te) traag ritme ook tijdens arbeid (bv 40 /min in galop)
• meestal gevolg van:
– andere primaire hartziekte
– intoxicatie (oa medicatie bv quinidine)
• behandeling:
– EHBO: atropine / adrenaline
– lange termijn: pacemaker
Supraventriculaire extrasystole (SVES)
• Afwijkende P-top
– vorm
– timing
– QRS complex normaal
– mogelijk P-op-T
• Regelmatige stukken onderbroken door extra slagen
– soms met compensatoire pauze (refractair AV-geleidingssysteem)
Atriumfibrillatie
• meest voorkomende pathologische ritmestoornis
– rund / paard / hond ← ieder eigen pathofysiologische achtergrond
• lone, paroxysmal, secundair aan dilatatie
• inspanningsintolerantie
– paard soms, andere diersoorten altijd
Klinische kernmerken atriumfibrillatie
- Onregelmatig/patroonloos onregelmatig
- Na / tijdens arbeid blijft ritme onregelmatig
- Inequale pols
- Wisselend verhoogde venepols
- Wisselende intensiteit hartetonen
- Bij hond in rust tachycardie, paard vaak niet
therapie atriumfibrillatie
• Indicatie afhankelijk van oorzaak – bij dilatatie atrium weinig zinvol – bij “lone” atriumfibrillatie mn bij paard afhankelijk van gebruiksdoel • Opties – medicamenteus • quinidine evt met digoxine • onder continue hartbewaking en met crashkit! – electrocardioversie
Ventriculaire extrasystolen (VES)
• regelmatige stukken onderbroken door “extra” slagen
– ±compensatoire pauze ivm refractair ventrikelweefsel
• niet normaal voorafgegaan door P top
• bizarre vorm QRS (groot, wijd)
– uniform of multiform
• R-op-T mogelijk
– dan kans op levensbedreigende aritmie (ventrikelfibrillatie)
Ventriculaire tachycardie
• Definitie: >3 VES achter elkaar • Hartritme kan regelmatig zijn – wel zwakke pols ±uitval • Behandeling – anti-arrhythmica – ondersteunend - cardiovasculaire collaps – wegnemen primaire oorzaak
membraan potentiaal
een membraan potentiaal wordt gerealiseerd door selectieve permeabiliteit van de celmembraan voor verschillende ionen. Membraanpotentiaal in rust is negatief (K+ hoger in cel dan buiten).
Actie potentiaal
tijdens een actie potentiaal openen selectieve ion kanalen, waardoor de membraan potentiaal veranderd > meer positief. Membraan moet voorbij drempelwaarde > snelle depolarisatie (influx Na+) > positief membraan potentiaal > actie potentiaal wordt doorgegeven > repolarisatie
depolarisatie
influx Na+
repolarisatie
efflux K+
stappen actiepotentiaal hartcel
0 = depolarisatie 1 = vroege repolarisatie 2 = plateaufase 3 = late repolarisatie 4 = resting fase
skeletspiercel vs. hartspiercel
hartspiercel heeft ook Ca2+ kanalen, die open gezet worden om influx Ca2+ te vergroten.