Hoorcollege 4 Flashcards

(43 cards)

1
Q

Voorste luchtwegen

A
neus
sinussen
nasopharynx
larynx
trachea
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diepere luchtwegen

A

bronchi
longen
pleura
diafragma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ademhalingsstelsel (2 typen)

A

luchtgeleidend

respiratorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Luchtgeleidend ademhalingsstelsel

A
  • Extrapulmonair = neusholte, nasopharynx, larynx, trachea en primaire bronchi.
  • Intrapulmonair = secundaire bronchi, tertiaire bronche, bronchioli, bronchioli terminales
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Respiratorisch ademhalingsstelsel

A

Intrapulmonair = bronchioli respiratoria, ductuli alveolares, sacculi alveolares.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderdeel neus en bovenlip

A
  • Planum rostrale = varken
  • planum nasale = kat, hond
    a. philtrum = fusielijn bij carnivoren en schapen/geiten.
  • Planum nasolabiale = koe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Embryologie neusholte

A
  • Mesenchym rondom stomodeum gaat zwellen.
  • Oropharyngeale membraan meer in de diepte.
  • Zwellingen = prominentia
  • Prom. maxillaris (2 stuks) ventrolateraal van de prom. frontalis
  • Prom. mandibularis (2 stukks) ventraal.
  • -> De prominentia max. gaan richting rostraal en mediaal, en vergroeien met ventrolaterale einden van prom. nasales laterales. Daarnaast fuseren met prom. nasales mediales.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Embryologie neusseptum

A

Het septum ontwikkelt zich van dorsaal en zakt naar beneden en krult rondom zodat holte wordt gevormd. Neusseptum hecht aan palatum en verdeelt neusholte in tweeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie neusschelpen/conchae

A
  • Oppervlakte vergroting
  • Reukepitheel
  • Respiratoir epitheel
    a. verwarming
    b. bevochtiging
    c. stofvangen
    d. H2O opvangen bij expiratie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

conchae

A

neusschelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillende meati

A

(dorsaal naar ventraal)

  • Meatus nasi dorsalis = reukgang
  • Meatus nasi medius = sinusgang
  • Meatus nasi communis = ademgang
  • Meatus nasi ventralis = ademgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschillende conchae

A
  • Dorsale conchae
  • Ventrale conchae
  • Etmoidale conchae (ligt meer caudaal van dorsaal en ventrale conchae).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neusmorfologie

A

Grote diersoortverschillen door verschillende vorm van kraakbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sinus paranasalis

A

Sinus maxillaris = onder oog
Sinus frontalis = over hersenen heen loopt
 bescherming voor hersenen dit kan je niet volstoppen met compact bot anders wordt het hoofd te zwaar, resonantie van geluid.
- Neusepitheel gaat ook sinussen in > verkoudheid in voorhoofdsholte (vooral bij mens).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klinische relevantie sinus paranasalis

A

onthoornen, kiesontsteking, noodslachting bij varkens is moeilijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Luchtzak (paard)

A

zak die in verbinding staat met tuba auditiva en nasopharynx. Hangt aan tongbeenskelet. Functie is onzeker, maar waarschijnlijk verkoeling van a. carotis interne.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Klinische relevantie luchtzak

A

droes (paard), neusuitvloeiing paard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Embryologie larynx

A

Mesenchym uit neurale lijstcellen. Uit de 2de en 3de kieuwboog ontstaat het tongbeenskelet. Uit 4de en 6de het strottenhoofd.

19
Q

Functie larynx

A

Primaire rol: afsluiten van toegang tot diepere luchtwegen.

Secundaire rol: vocalisatie

20
Q

Larynx kraakbeen en articulaties

A
  • Cartilago epiglottica
  • Cartilago thyroidea
  • Cartilago arytenoidea
  • Cartilago cricoidea

Gewrichtjes:

  • Articulatio cricothyroidea
  • Articulatio cricoarytenoidea
  • Articulatio thyrohyoidea
21
Q

Musculatuur larynx

A

m. cricothyroideus
m. cricoarytenoideus dorsalis
m. cricoarytenoideus lateralis
m. vocalis + m. ventricularis = thyroarytenoideus
m. arytenoideus transversus

22
Q

Larynx: stemspleet openen (bij inspiratie)

A

m. cricoarytenoideus dorsalis trekt aan, waardoor kraakbeen naar buiten wordt geduwd > holte wordt groter gemaakt.

23
Q

Larynx: stemspleet sluiten (tijdens slikken)

A

m. cricoarytenoideus lateralis, m. vocalis en m. ventricularis.

24
Q

Innervatie larynxmusculatuur

A

n. laryngeus recurrent

n. laryngeus cranialis (alleen m. cricothyroideus) trekken aan waardoor kraakbeen naar binnen wordt getrokken.

25
Klinische relevantie sluiten stemspleet
cornage paard, stembandverlamming (stridor en benauwdheid)
26
Embryologie trachea
Longknopje vormt zich op voordarm. Longknopje rekt uit richting caudaal en splitst in tweeën. Endodermbuisje met neurale lijst-mesenchym eromheen = trachearingen.
27
klinische relevantie trachea
tracheacollaps
28
Opbouw kraakbeenringen trachea
De kraakbeenringen geven stevigheid aan de trachea. Deze zitten echter niet aan elkaar vast, maar worden bijeen getrokken door de tracheale spier. Hond = tracheale spier aan buitenzijde kraakbeen Varken, rund en paard = tracheale spier aan binnenzijde kraakbeen.
29
Opbouw trachea
1. C-vormige kraakbeenringen 2. Longitudinale ligamenten 3. M. trachealis 4. slijmvlies met pseudogelaagd trilhaarepitheel met slijmklieren.
30
Mucociliary clearance
d.m.v. slijm en trilharen worden deeltjes naar buiten gedreven.
31
Vertakkingsreeks bronchi
- Trachea - Primaire/hoofdbronchi (dexter et sinister) - Secundaire/lobaire bronchi (bronchi lobares) per longlob - Tertiaire bronchi/ bronchi segmentales (binnen longlob) - -> Vanaf hier geen klierweefsel en kraakbeen: - Bronchioli veri - terminale bronchioli - respiratoire bronchioli - alveoli
32
Bronchus trachealis
herkauwer en varken (dorsaal aanzicht) | Takt direct af van trachea en gaat naar rechter craniale longlob.
33
Longlobben
- ?????? | - Accessorius
34
embryologie pleura
pleura wordt gevormd door beweging/groei van longen en hart. Gaat om organen heen zitten en vormt pericardholte en pleurale holte.
35
2 typen pleura
pleura parietalis = zit aan buitenkant tegen ribwand. | pleura visceralis = gaat om organen zitten
36
Onderdelen pleura parietalis
pars mediastinalis = vormt mediastinum pars costalis = zit tegen ribwand aan. pars diafragmatica = over diafragma
37
welke arterie loopt door mediastinum
v. cava door plica venae cavae
38
Recessi thorax
Recessus costodiafragmatica = leverpunctie Recessus costomediastinalis = ausculteren en hartpunctie (en cupula pleura)
39
Recessus
2 parietale bladen tegen elkaar
40
Verschil voorste luchtwegen vogel
- Choanaalspleet/infundibulairspleet - geen epiglottis - geen cartilago thyroidea - geen stembanden, maar syrinx.
41
Trachea en syrinx vogel
- Complete trachea ringen - M. sternotrachealis - Syrinx = onderdeel van trachea, net boven aftakking
42
Vogel: longen
- Klein, ongelobuleerd en niet expansief - geen alveoli - benige bulla eend en zwaan = resonator
43
Vogel: luchtzakken
``` Kip = 8 luchtzakken Caudale luchtzakken: - 2x caudale thoracale - 2x adbominale Craniale luchtzakken: - 1 of 2 cervicale - 1x claviculaire - 2x craniale thoracale --> diverticula van luchtzakken tot in botten en tussen spieren. ```