Hoorcollege 2 & 3 Flashcards
(54 cards)
confectie
transport van gas (ademhaling)
waar in de long zit kraakbeen?
- trachea
2. bronchus
Bronchiole
geen kraakbeen, glad spierweefsel voor contraheren en ontspannen = bronchiostrictie en bronchiodilatatie
weg van de lucht van buiten naar binnen
neusholte pharynx larynx trachea primaire bronchus secundaire bronchus bronchiole alveoli
Functie type I alveolaire cellen
gas uitwisseling
Functie type II alveolaire cellen
surfactant cellen. Synthetiseren van surfactant
door welke lagen cellen moet gas heen voor uitwisseling
alveolaire epitheel
endotheel (bloedvat)
bronchospasme
spasme van glad spierweefsel in bronchus > bij astma-aanval
Longen en FFF
FFF = sympatisch = meer lucht nodig = dilatatie
Rol diafragma bij ademhaling
a. tijdens rust, diafragma is ontspannen
b. diafragma spant aan, thoracale volume wordt vergroot
c. diafragma ontspant, thoracale volumen wordt kleiner
pleurale holte
de ruimte tussen beide longbladen (pleura)
klaplong
pneumothorax
elastic recoil
Tijdens rust wil de long naar binnen trekken, terwijl de ribwand naar buiten wilt. Doordat deze twee tegengestelde krachten op elkaar inwerken blijven de pleura aan elkaar vast zitten.
druk pleuraholte
de druk van de pleura is negatief (t.o.v. de atmosferische druk). Wanneer de druk van de pleura gelijk is aan de atmosferische druk dan laat de long los van de ribwand = klaplong.
welke delen zijn verantwoordelijk voor in-/uitademing?
- diafragma
- intercostale spieren
intercostale spieren inspiratie
externe intercostale spieren
intercostale spieren expiratie
interne intercostale spieren
waar zorgt elastic recoil voor?
longen resisteren om gerekt te worden
compliantie
is rek/vergroting op/van longen > hoe makkelijk willen de longen rekken
hoge compliantie = lage elastic recoil
lage compliantie = hoge elastic recoil
formule compliantie
verschil van volume (L) in longen delen door transpulmonaire druk.
compliantie emphysema
hoog verschil in volume, maar laag verschil in druk.
elastic recoil minder stug > makkelijk uitrekken > hoge compliantie (minder hyaliene aanwezig). Actief inademen en uitademen
compliantie fibrose
Laag verschil in volume, maar groot verschil in druk.
Elastic recoil/weefsel wordt stug omdat er meer collageen aangemaakt wordt > moeilijker uitrekken > lage compliantie.
2 componenten elastic recoil
- een “anatomisch component”, gerelateerd aan de elasticiteit van de pulmonale cellen en extracellulaire matrix (bijv. elastine en collageen)
- Oppervlakte spanning gecreëerd door lucht-water interface op de binnenkant van de alveoli = surfactant
surfactant
oppervlakte spanning. Laagje water wat zorgt voor oppervlakte spanning die wil alveoli nog kleiner maken. Zorgt voor met name voor elastic recoil.