Hoorcollege 6 Flashcards
(30 cards)
het Windkessel effect
Een trechter/hart pulseert continu beetjes bloed door naar de bloedvaten/buizen. Doordat de vaten/buizen mee kunnen bewegen (elastic recoil) is er een constante outflow. Compliantie arteriën zorgt voor demping pulsatie druk en flow variaties en dus voor continue bloedstroom.
Voordeel windkessel effect
Cardiac output ligt hoger. Oppervlakte van outflow is groter, doordat verschil in druk kleiner is
Cardiac output
totale bloedstroom gedurende 1 minuut, ofwel de gemiddelde flow per minuut door het vaatbed.
CO (ml/min) = SV x HF
Stroomspanning
U = I x R; bloeddruk verloopt op dezelfde manier als stroomspanning in serie en parallelschakelingen.
Bloeddruk verloop
Bloeddruk op zijn hoogst: L. atrium en L. ventrikel Aorta Hierna daalt de bloed aanzienlijk: Arteries Arterioles Capillairen Venules Venen Het bloeddruk stijgt weer wat: R. atrium en ventrikel De bloeddruk daalt weer wat: a. pulmonalis capillairen v. pulmonalis --> Bloeddruk stijgt weer aanzienlijk.
Systolische druk
Ps; piekdruk/bovendruk
diastolische druk
Pd; onderdruk, de laatste druk die bereikt worden voordat een nieuwe slag wordt gemaakt.
Pg
gemiddelde bloeddruk. (Ps + Pd_ /2 = Pg
waarom daalt druk heftig in arteriolen?
weerstandsvaten, je kan qua weerstand goed variëren om flow op peil te houden. Hiermee verlies je veel energie.
Arteriële pols systemische circulatie
Wanneer het hart het bloed eruit ejecteert, dan stijgt de pulse pressure. Wanneer de kleppen gesloten zijn dan stroomt er nog een beetje bloed terug = dicrotic noch. Krachtige pols betekent hogere pulse pressure.
Wat is de verdeling van Ps en Pd?
Pg = ⅔ Pd + ⅓ Ps
De diastole (vulfase) duurt dus langer dan de systole (uitstootfase).
Dicrotic notch
het beetje bloed wat terugstroomt na de ejectiefase
Pulse pressure
is het verschil tussen Ps en Pd.
Deze wordt groter wanneer de compliantie verminderd is.
Samenhang Cardiac Output en totale weerstand.
Pg = CO x Rtot
De verschillende weerstanden bij elkaar optellen en dan maal de CO.
Verloop druk capillairen
De druk in de capillairen daalt van ongeveer 35 mm Hg naar 15 mm Hg voordat het de veulen bereikt.
2 drukken capillairen
- Hydrostatische druk (Pc) = bloeddruk (filtratie naar interstitium) = dalende lijn.
- Oncotische druk (Pip) = colloïde osmotische druk; de druk van eiwitten die vloeistof aantrekken (resorptie) = rechte horizontale lijn
- -> deze twee drukken dienen in balans te zijn.
filtratie fractie
is ongeveer 1% blijft achter = het lymfevaten stelsel vangt dit op en brengt het weer terug het bloedvaten stelsel in
Oedeem vorming
- De oncotische druk verlaagt, waardoor er veel filtratiekracht is, maar weinig resorptiekracht.
- Verhoogde hydrostatische druk, stuwing in venen waardoor bloeddruk verhoogt wordt (filevorming)
waarom oedeem?
- Nephrotic syndrom = verlies eiwitten
- Lever cirrose = aanmaak probleem; stuwing in venen
- Veneuze thrombose
circuit bloedstroom
De organen vormen een circuit van parallel geschakelde weerstanden.
Vasoconstrictie/dilatatie weerstandsvaten (arteriolen) bepaalt bloedstroom. –> overal gelijke drukken
Wet van Poiseuille
De contractietoestand vasculaire gladde spiercellen bepaalt vaatweerstand R.
Dit hangt af van lengte van vat (L); straal vat ( r ); viscositeit bloed (n).
metabole hyperemie (actieve hyperemie)
= lokale vasodilatatie o.i.v. vasoactieve metabole factoren
- acidose, hypoxia, adenosine, K+ en hyperosmolariteit.
- ATP-afh. K+ kanaal opent door lage [ATP], hoge [ADP], hoge [adenosine] en hoge [H+]
- hyperpolarisatie sluit spanningsafhankelijk Ca2+ kanalen
- [Ca2+] daalt in vasculaire gladde spiercel > vasodilatatie arteriolen
(- H+, K+ en adenosine remmen afgifte noradrenaline uit sympathische vasoconstrictor vezels > vasodilatatie)
Lokale mechanisme regulering van vaten
Als je inspanning levert dan hebben de spierweefsel behoefte aan meer bloed. Het hebben aan veel ADP (tekort aan ATP) zorgt ervoor dat K+ uit de cel gaan (hyperpolarisatie). De calcium kanalen gaan dicht, waardoor er minder calcium beschikbaar is. Er treedt relaxatie op.
waarom regulatie systemische arteriële (aorta) bloeddruk?
Garantie dat organen voldoende bloedtoevoer krijgen