Hoorcollege 9 Flashcards

(23 cards)

1
Q

Congenitale afwijkingen

A

inzicht in ontstaan via normale embryonale structuren

- groei & regressie –> beide van groot belang!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeelden congenitale afwijkingen circulatie

A
  • ventrikelseptum defect (schaap)
  • persisterende foramen ovale (varken)
  • persisterende rechter aorta boog (hond)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschillende soorten ziekten pericard

A
  • niet inflammatoire veranderingen

- pericarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Niet inflammatoir (pericard)

A
  • hydropericard (oedeem)
    a. stuwing
    b. hypoproteinemie
    c. toxinemie (endotheel beschadiging)
  • hemopericard (bloed in pericard)
  • hemangiosarcoom (bijv. in hartenoor)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pericarditis

A
  • oorzaak vrijwel altijd infectieus
  • meestal hematogene verspreiding
  • Exsudaat = (sero)fibrineus of purulent
  • op zichzelf of in kader van een polyserositis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hematogeen

A

door bloedbaan verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afwijkingen myocard

A

Afwijkingen in grootte (en gewicht) van het hart

  • Vorm:
    a. ventrikelwand dikker zonder toename van diameter van het lumen
    b. ventrikelwand dikker met toename van diameter van het lumen
  • Functie
    a. tgv. fysiologische processen
    b. tgv. pathologische processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeeld myocard afwijking

A
  • Concentrische hypertrofie linker ventrikel (kat)
  • Excentrische hypertrofie linker ventrikel (kat)
  • Moerbeihartziekte (micronagiopathie; varken)
  • ## Acute myocard degeneratie en necrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

myocarditis

A

ontsteking van myocard, meestal in kader van systemische ziekten (bacterieel, viraal, protozoa, parasitair) of als reactie op degeneratieve veranderingen.
Voorbeeld = parvovirus enteritis (hond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cardiomyopathie

A
  1. Primaire cardiomyopathieën: Myocard aandoeningen vaak zonder duidelijke oorzaak
    (idiopathisch) .
  2. Secundaire cardiomyopathieën: Specifieke hartspier aandoeningen (b.v. myocarditis, spierdystrofie, nutritionele myopathieën e.d.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 groepen primaire cardiomyopathieen

A
  1. hypertrofische vorm (hond, kat, rat en varken)
  2. gedilateerde (congestie) vorm (hond, kat, hamster, kalkoen, varken en rund
  3. restrictieve vorm (kat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afwijkingen endocard

A
  • Degeneratieve veranderingen

- Ontstekingen (endocarditis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lokalisatie endocard problemen

A
  • valvulair
  • parietal/muraal
  • chordiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzaak endocard problemen

A
  • meestal bacterieel
  • parasitair
  • uremie (necrotiserende endocarditis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Degeneratieve veranderingen endocard

A
  • Calcificatie

- myxomateuze klepdegeneratie (endocardiose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

jetlesions

A

littekenweefsel

17
Q

Mogelijke gevolgen endocarditis

A
  • stenose
  • insufficiëntie
  • trombo-emboli
  • -> effecten o.a. afhankelijk van lokalisatie van de endocarditis
18
Q

Vaatafwijkingen

A
  • Degeneratie
  • Ontstekingen (vasculitis)
  • -> speelt een belangrijke rol in de pathogenese van een aantal aandoeningen
19
Q

Vasculitis

A
  • arteriitis = ontsteking arterie
  • phlebitis = ontsteking vene
  • lymfangitis = ontsteking van vaten lymfestelsel
20
Q

Degeneratie vaten

A
  • arteriosclerose = chronische arteriële afwijkingen die niet berusten op ontstekingen
  • calcinosis
21
Q

vasculitis als belangrijke component in pathogenese van ziektes

A

Feline Infectieuze Peritonitis (FIP)

  • Virus infectie (corona)
  • Exsudatieve (natte) vorm
  • Granulomateuze (natte) vorm
22
Q

Infectieuze Peritonitis

A
  • Aard van veranderingen (natte c.q. droge vorm) afhankelijk van immuunrespons
  • Verspreiding van virus in lichaam via macrofagen
  • Depositie van Ag-Ab complexen in wand van kleine vaten
  • immuuncomplexen > complement activatie > chemotaxis van neutrofiele granulocyten > weefsel destructie in diverse organen (type III overgevoeligheid)
23
Q

peritonitis

A

ontsteking van peritoneum