Werkcollege 10 Flashcards

(36 cards)

1
Q

ascites

A

vrij vocht in peritoneale holte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt ascites vastgesteld

A

Een gezwollen buik, huid staat eventueel strak. Bij percussie van de buik hoor je een lokale demping of een horizontale dempingslijn die na positieverandering nog steeds aanwezig is.
Undulatieproef.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welk orgaan wordt vergroot door stuwing bij congestief rechter hartfalen?

A

lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

normale pols hond

A

60-120

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

relatie bradycardie en ascites

A

bradycardie. > lage bloeddruk > lager hartbloedvolume > door lagere frequentie is er meer tijd voor bloed om hart in te stromen, dus volume belasting > excentrische hypertrofie > nieren pikken dit op, RAAS-activatie > rechter ventrikel heeft meer last; filevorming vanuit lichaam kan minder goed hart instromen > stuwing lever, v. cava cranialis/caudalis, v. jugularis > stuwing lever > er treedt vocht uit in buik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaat congestief rechter hartfalen door een chronische bradycardie?

A

Door de lange vullingstijd ontstaat er een volumebelasting van het rechterhart, hierdoor ontstaat hartfalen. > excentrische hypertrofie= dikte van de spierwand blijft gelijk maar lumen wordt groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de reden dat bij een hond alleen rechter, maar (nog) geen linker hartfalen is opgetreden?

A

Krachtigere kamer en kan dus beter overweg met grotere hoeveelheid bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Met welke therapie zou congestief rechter hartfalen bij deze hond opgelost kunnen worden?

A

Door een pacemaker te implanteren = hoger ventrikelfrequentie > excentrische hypertrofie neemt af (of sym stimuleren, dan is de av blok nog niet verholpen?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschijnselen acuut optredende bradycardie

A

Zwakte, verminderd uithoudingsvermogen, flauwtes : door minder doorbloeding naar de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bevinden zich de volwassene hartwormen in het circulatieapparaat?

A

a. pulmonalis en rechter harthelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan een hartworminfectie tot congestief rechter hartfalen leiden?

A

De hartwormen zitten in de a. Pulmonalis en takken van a. pulmonalis, maar wanneer er meer wormen daar terechtkomen dan krijg je wormen in de rechter harthelft. Doordat de wormen hier zitten, krijg je een blokkade, waardoor het hart minder goed kan samentrekken (het bloed heeft moeite om weg te stromen) = Pulmonale hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat veroorzaakt pulmonale hypertensie?

A

veroorzaakt concentrische hypertrofie van rechterventrikel door drukbelasting, maar ook excentrische hypertrofie (alleen als worm in pulmonalis zit)
 trombose en ongelijkheid endotheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom hoesten bij hartworm

A

Wormen zitten in takken van bloedvaten > irritatie > wand van vat wordt meer permeabel > infiltratie wormen in longen > prikkeling (hoesten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ascites en hartwormen

A

Blokkade a. pulmonalis > hogere druk (pulmonale hypertensie) > rechter harthelft moet meer kracht zetten = concentrische hypertrofie > falen rechter harthelft > filevorming en ascites.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 verschillende mechanisme die leiden tot hypoxie

A
  1. ventilatie-perfusie mismatch door onvoldoende perfusie
  2. ventilatie-perfusie mismatch door onvoldoende ventilatie
  3. diffusiestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Soms zit een worm vast aan tricuspidalis klep. Hoe heet dit syndroom?

A

Vena cava syndroom = wormen zitten vast in AV-klep (rechterzijde); acute situatie; shock en intravasale hemolyse mogelijk.

17
Q

Wat zijn de drukken in het hartzakje (pericard), in het rechter atrium en in de rechter ventrikel in diastole, bij een gezond dier?

A
RA= 4/2
RV= 20/4
hartzakje= 0-4 > hoort heel weinig druk in te zitten.
18
Q

Wat is harttamponade?

A

Is vocht in het hartzakje waardoor het hart zich tijdens diastole niet meer vol kan zuigen met bloed. De pompfunctie van het hart neemt hierdoor behoorlijk af. Ook ontstaat er stuwing in de vene naar het hart toe(, waardoor je blauw kan aanlopen). Beide harthelften hebben hier last van, maar de gevolgen voor rechts zijn ernstiger, want de druk is daar minder hoog.

19
Q

effect diureticum bij congestie rechter hartfalen door harttamponade

A

Het is een korte termijn oplossing om de stuwing van de vene iets te verminderen.
Misschien heeft het effect op vocht in het hartezakje? Door de verhoogde productie van urine daalt de bloeddruk nog verder, terwijl de pericardovervulling niet minder wordt. Hierdoor kan het hart zich nog minder goed vullen tijdens de diastole. Dit is dus gecontraindiceerd.

20
Q

effect ACE-remmer bij congestie rechter hartfalen door harttamponade

A

ACE remmers: vasodilatatie en groeiremming van het ventrikel en gladde spiercellen in de vaatwand. Hierdoor zal de bloeddruk dalen. Daardoor kan het hart zich nog minder goed vullen.

21
Q

chemodectoom

A

tumor op de hartbasis. paraganglioom tumor. Chemoreceptoren worden zo overprikkeld door BOS dat hierdoor tumor kan ontstaan = chemodectoom > tumor gaat bloeden > hartzakje wordt gevuld > druk stijgt in pericard > meer last rechter harthelft (hier minder bespiering dus kan minder goed tegenaan pompen). > vulling minder > CO en bloeddruk lager > tachycardie en gestuwde venen en lever (ascites).

22
Q

door welke cellen moet een zuurstofmolecuul heen om vanuit de alveolus in de longcapillair te komen?

A
  • Eenlagig plaveiselepitheel van alveolus
  • Tussenliggend: versmolten basaalmembraan
  • Endotheelcellen v.d. capillair
23
Q

Gevolgen voor a. pulmonalis bij diffusiestoornis?

A

De alveolaire hypoxie zorgt voor hypoxische vasoconstrictie in de longcapillairen, wat zorgt voor een verhoogde weerstand. Dit zorgt voor pulmonale hypertensie in de a. pulmonalis.

24
Q

pulmonale hypertensie

A

verhoogde gemiddelde druk in de a. pulmonalis

25
Effect pulmonale hypertensie op rechter harthelft
De verhoogde afterload zorgt voor een drukbelasting op het rechterventrikel. Dit geeft een concentrische hypertrofie EN excentrische hypertrofie
26
Effect pulmonale hypertensie op linker harthelft
Omdat het bloed niet gemakkelijk door de a. pulmonalis heen kan, krijgt de linker harthelft te weinig bloed aangeboden. Onvoldoende vulling van de linker ventrikel kan leiden tot cardiale shock en bij minder ernstige situaties tot flauwtes. (door te weinig zuurstof of door de hypertensie)
27
effect toedienen zuurstof bij pulmonale hypertensie
Zuurstofgehalte v.h. systemische arteriële bloed neemt toe + De zuurstof zorgt voor vasodilatie van de pulmonale circulatie waardoor de pulmonale hypertensie afneemt. Deze hond is niet beter te maken.
28
effect PDE III remmer bij pulmonale hypertensie
Helpt niet > nog een lagere zuurstofspanning. | Pulmonale hypertensie: zal afnemen door vasodilatatie
29
Problemen bij DCM
- Minder kracht> minder slagvolume - Ipv spier vet of bindweefsel. > systolische disfunctie
30
DCM
dilaterende cardiomyopathie
31
Waardoor ontstaat dilatatie van de ventrikels?
Raas --> ascites
32
pathofysiologie DCM
Circulerend volume neemt toe > excentrische hypertrofie L & R, daardoor mindere sluiting hartkleppen (> nog meer volume belasting; systolische hartruis) --> cardiaal longoedeem (linker hartfalen) en/of ascites (rechter hartfalen).
33
Behandeling congestief rechter hartfalen
Pimobendan: verhoogd contractie hart incombinatie met diureticum. Digoxine (nadeel: smalle therapeutische marge)
34
NTproBNP
N-terminal pro B-type [brain] natriuretic peptide = is verhoogd als de ventrikels belasting ervaren.
35
BNP
Het hormoon BNP zorgt voor een afname van de renale reabsorptie van Na+ → minder water reabsorptie → kleiner circulerend bloedvolume. Dit is dus het tegenovergestelde effect van het RAAS syteem. Het verliest eigenlijk altijd van het RAAS systeem, want is veel zwakker.
36
oorzaak flauwtes
Minder zuurstof hersenen leidt tot flauwtes, dit komt door hypoxie (longen) of hypotensie (bloeddruk).