Hoorcollege 10 Flashcards

(31 cards)

1
Q

circulatie

A

wegennet naar homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Respiratie

A

gaswisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorste luchtwegen

A

Neus + sinussen
Nasopharynx
(luchtzakken) Larynx
Trachea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diepere luchtwegen

A

Bronchi/bronchioli/Alveoli
Interstitium (bloedvaten!)
Pleura/thoraxholte/diafragma
(luchtzakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorste luchtwegen problemen

A
  • Veel problemen
  • Veel infecties
  • Veel diagnostische/therapeutische mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbeelden voorste luchtwegproblemen

A
MKZ
BCK
Bluetongue 
(kwaadaardige) droes 
Niesziekte 
(para)influenza 
Atrofische rhinitis Rhinopneumonie 
Kennelhoest
IBR
Aspergillus Adenovirus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Epitheliale reacties VLW

A

Voorbeeld eenmalige blootstelling aan H2S

  • Dag 0 = mucociliary clearance
  • Dag 1 = Degeneratie, loslaten van cellen, necrose. Dieper dan basaalmembraan > fibrosering.
  • Dag 2 = Repair, mitose, cel differentiatie. Chronische stimulus > adaptatie: hypertrofie/-plasie - metaplasie
  • Dag 10 = genezen epitheel, normaal functioneren. Restloos herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Complicaties luchtweginfecties

A
  • Bronchitis
  • Pneumonie
  • Meningitis
  • Osteomyelitis
  • Destructie (van conchae)
  • Otitis
  • Secundaire infecties
  • Neoplasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeelden neusproblemen

A
  • amyloidose (paard) = accumulaties - metabool(/immuungemedieerd)
  • adenocarcinoom (hond, schaap)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontsteking

A

Karakterisering naar exsudaat/betrokken celtype

  • Sereus
  • Catarrhaal = mucus (+ neutro’s)
  • Purulent = neutrofiele granulocyten
  • Fibrineus/Necrotiserend/Hemorraghisch = vaatschade/celdood
  • Granulomateus = macrofagen - reuscellen
  • Lymfocyten/plasmacellen (adaptief, immuungemedieerd)
  • Eosinofiele granulocyten (parasieten, overgevoeligheid)
  • Mastcellen (overgevoeligheid)
  • Fibrosering (bindweefsel > fibroblasten > collageen (chronisch!))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeeld neusholte problemen

A
  • rhinitis (rund, hond, varken)

- horzellarven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeeld larynx problemen

A
  • larynxdifterie (kalf; fusobacterium necrophorum)
  • Brachycephalic obstructive syndrome (hond)
  • Laryngeale hemiplegia, paralysis (paard; m. cricoarytenoideus lateralis + dorsalis > atrofie > malfunctie van de larynx = corsage/roaring)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeeld luchtzak probleem

A
  • Droes = ontsteking door streptococcus equi equi (paard; NB verslagen droes)
  • Luchtzakempyeem (paard)
  • Aspergillose (vogel)
  • Infectieuze bronchitis (vogel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Problemen trachea

A
  • hypoplasie - collaps (congenitaal/verworven)
  • tracheitis
  • obstructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Problemen diepere luchtwegen

A

lucht - pneumocyt - (interstitium) - endotheel - bloed

  • Vernauwing/obstructie luchtwegen
  • Te veel / weinig lucht
  • Epitheelveranderingen
  • Celtoename interstitium
  • Vaatschade/-veranderingen
  • Te veel bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bronchiectasie

A

Permanente dilatatie bronchus lumen door:

  1. exsudaat in lumen; en
  2. (partiële) destructie wand
17
Q

pathogenese bronchiectasie

A

PMK’s > proteolytische enzymen > destructie wand > dilatatie

18
Q

Ontsteking diepere luchtwegen

A

Bronchitis = acuut of chronisch

19
Q

Emfyseem

A

= teveel lucht
Permamente overrekking alveoli met destructie van alveolaire septa

Pathogenese = ventielwerking door partiële bronchiale obstructie

20
Q

Atelectase

A

= te weinig lucht

  • foetaal/congenitaal
  • compressie e/o obstructie (verkregen)
21
Q

Hyperaemie & oedeem oorzaken

A
  1. ↑ Endotheliale permeabiliteit = pneumonie, DIS
  2. ↑ Hydrostatische druk = stuwing
  3. ↓ Oncotische druk = hypoalbuniaemie
  4. Postmortaal/ hypostase
22
Q

Circulatie gevolgen van respiratie

A

hyperemie > actief (ontsteking), passief (stuwing)
Oedeem - bloeding
Thrombosering, infarcten

23
Q

metabole aandoeningen

A

puimsteenlong

Pathogenese = Nierfalen > excretie P omlaag > hyperfosfatemie > neerslaan Ca-P;
Voorkeurslocalisaties: long, maag, nier

24
Q

Soorten pneumonie

A
  • Bronchopneumonie
  • Interstitiele pneumonie
  • Embolische pneumonie
  • Aspiratiepneumonie
  • Purulente bronchopneumonie
  • Granulomateuze pneumonie
25
Aanvoerroutes pneumonie
Aerogeen - hematogeen - per continuitatem (= uitbreidend vanaf locatie (focaal) door of langs bestaande anatomische structuren)
26
purulente bronchopneumonie
varken, mycoplasma hyopneumoniae
27
fibrinohemorrhagische bronchopneumonie
kalf, mannheimia haemolytica
28
Interstitiele pneumonie
Interstitium - pneumocyten type I - pneumocyten type II hyperplasie NB tijdsaspect! "Diffuse alveolaire schade" door virussen/toxinen/gassen...
29
Granulomateuze pneumoni
- amazon mycotic pneumonie (vogel) - aspergillus sp. - Bovine tbc
30
Neoplasie
Primaire of metastasen | > macroscopisch differentiatie met metastatische pneumonie moeilijk > cytologie
31
Thorax problemen
- liquo-/pneumothorax | - Neoplasieen (mesothelioom)