Werkcollege 4 Flashcards

(33 cards)

1
Q

onderdelen systole

A

contractiefase en ejectiefase (BCD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderdelen diastole

A

isovolumetrische relaxatie en vullingsvase (DAB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke periode in een hartcyclus duurt langer bij een rustige HF?

A

Diastole duurt 2x zo lang in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer zijn de druk in de aorta en het linkerventrikel min of meer gelijk? Hoe heet dit?

A

Ejectiefase = wanneer aortaklep openstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het voordeel van een langzame drukafbouw in de aorta en een snelle drukafbouw in het ventrikel tijdens de diastole?

A

lage druk in aorta zorgt ervoor dat bloed doorstroomt. Snelle drukafbouw in ventrikel zodat deze zich weer kan vullen met bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar is de ejectiefractie maat voor?

A

contractiekracht van het hart (inotropie of contractiliteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is de ejectiefractie afhankelijk van de grootte van het dier?

A

??

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke 2 momenten kan cardioloog de diameter van ventrikel opmeten?

A

isovolumetrische relaxatie en vullingsfase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvan is de vorm van de PV-lus afhankelijk

A

heersende veneuze druk (preload) en heersende druk in de aorta (afterload)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

preload

A

heersende veneuze druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afterload

A

heersende druk in de aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het effect van een toename in preload op de CO?

A

Omdat EDV toeneemt, neem het slagvolume ook toe> CO stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

berekening Starling’s law of heart

A

(delta) SV / (delta) EDV = 1

- -> Dit is de helling wanneer SV uitgezet wordt tegen EDV.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

moleculair mechanisme Starling’s law of heart

A

Als het hart meer oprekt, dan krijg je gunstigere myosine en actine koppeling waardoor de extra volume er ook daadwerkelijk uitgeperst kan worden. Hoe langer de spiervezel, hoe meer energie eruit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

moleculair mechanisme positief inotroop effect adrenaline

A

Adrenaline > cAMP omhoog > Ca2+ omhoog > toename contractiliteit
B1-receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom pompt een hart?

A

hart moet pompen om weerstand in bloedvaten te overwinnen

17
Q

arbeid

A

krachtbron van constante kracht (F), waarbij de massa verplaatst wordt over een afstand (delta)x in de richting van de kracht, dan is de arbeid (W) het product van de kracht en de afgelegde weg; W (joule of N.m) = F(N) x (delta)x (m)

18
Q

definitie slagarbeid

A

SA is het product van de gemiddelde druk tijdens de ejectiefase en het slagvolume, SA = P x SV.
Dit is het oppervlak van de PV-lus

19
Q

Externe arbeid

A

stuwt het bloed van het linker ventrikel in de aorta en van het rechter ventrikel naar de a. pulmonalis.

20
Q

zorgt de stijging van afterload voor een toename of afname van het slagvolume en de verrichte hoeveelheid arbeid?

A

SV = afname

Externe arbeid = afname /constant

21
Q

interne arbeid

A

op spanning brengen hartspiervezels; potentiële energie > omgezet in warmte.
–> contractie wordt groter bij grotere afterload.

22
Q

Waar in de PV-lus wordt het verlies van potentiële energie aangeduid?

A

Dit is het gebied onder de rechtelijn door ESDVR > hoe groter interne arbeid, hoe groter oppervlak onder de lijn.

23
Q

zorgt de stijging van afterload voor een toename of afname van totaal verrichte arbeid

A

Stijging afterload geeft stijging interne arbeid.

24
Q

wordt een toename in hartspiermassa veroorzaakt door hypertrofie of hyperplasie?

A

Hypertrofie. Spieren worden groter, maar je krijgt er niet meer van

25
2 vormen van overbelasting hart
pressure overload = drukbelasting | volume overload = volumebelasting
26
Drukbelasting
ventrikel ondervindt langdurig stress tijdens ejectiefase (extra drukarbeid) door een chronisch verhoogde afterload.
27
Volumebelasting
ventrikel ondervindt langdurig stress tijdens de vullingfase door een chronische verhoogde preload (extra volume arbeid)
28
concentrische hypertrofie
spieren worden dikker, waardoor lumen nauwer wordt > drukbelasting
29
excentrische hypertrofie
spieren worden langer, wanddikte blijft hetzelfde, maar lumen wordt groter > volumebelasting
30
congestief hartfalen
het hart als pomp schiet tekort en is er sprake van vochtophoping in bepaalde gebieden in het lichaam t.g.v. een verhoogde veneuze druk.
31
hoe kunnen B-blokkers de balans tussen O2 consumptie en O2 voorziening van het hart verbeteren, zonder CO te benadelen
Verlaging HF en contractilteit > afname CO. | Druk wordt verlaagd dus snelheid wordt minder.
32
Bij welke cardiomyopathie is de afname van compliantie een probleem?
Wanneer druk van atrium groot is > HCM (hypertrofisch cardiomyopathie)
33
regurgitatiefractie
Regurgitatiefractie = geregurgiteerd deel slagvolume / totaal slagvolume. - Geregurgiteerd deel is het verschil in EDV tussen een normale slag en de afwijking