1 Angaben zur Personen Flashcards

(232 cards)

1
Q

de persoon

A

die Person

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

persoonlijk

A

persönlich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heten

A

heißen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zich voorstellen

A

sich vorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zijn

A

sein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noemen

vermelden

A

nennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de naam

de familienaam

de achternaam

A

der Name

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de eigennaam

A

der Eigenname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de achternaam

A

der Nachname

der Zuname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de voornaam

A

der Vorname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de familienaam

A

der Familiename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

andersom

A

umgekehrt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mevrouw

de vrouw

A

die Frau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

meneer

de heer

heer

A

der Herr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de dubbele achternaam

A

der Doppelname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de meisjesnaam

A

der Mädchenname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

geboren

met als meisjesnaam

A

geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de sekse

het geslacht

A

das Geschlecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

mannelijk

A

männlich

maskulin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

vrouwelijk

A

weiblich

feminin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de man

A

der Mann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de vrouw

A

die Frau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de jongen

A

der Junge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het meisje

A

das Mädchen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de burgerlijke staat
der Familienstand der Personenstand
26
alleenstaand
ledig
27
ongetrouwd
unverheiratet
28
het gezin de familie
die Familie
29
het gezin
die Kleinfamilie
30
de familie
die Großfamilie
31
het kind
das Kind
32
de peuter
das Kleinkind
33
een kind verwachten
ein Kind erwarten
34
het echtpaar
das Ehepaar die Eheleute
35
zich als een oud echtpaar gedragen
sich verhalten wie ein altes Ehepaar
36
de echtgenoot de man
der Ehemann
37
de echtgenote de vrouw
die Ehefrau
38
de partner
der Partner
39
de levenspartner
der Lebenspartner
40
de vriend
der Freund
41
het partnerschap
die Partnerschaft
42
een geregistreerd partnerschap aangaan
sich verpartnern
43
de partner (v)
die Partnerin
44
de levenspartner (v)
die Lebenspartnerin
45
de vriendin
die Freundin
46
trouwen in het huwelijk treden
heiraten
47
het huwelijk de bruiloft
die Heirat
48
het huwelijksaanzoek
der Heiratsantrag
49
getrouwd
verheiratet
50
gescheiden leven niet meer samen wonen
getrennt leben
51
de scheiding
die Scheidung
52
gescheiden
geschieden
53
de single de vrijgezel
der Single
54
alleenstaand
alleinstehend
55
kinderloos
kinderlos
56
de levensgezel de partner
der Lebensgefährte
57
de levensgezellin de partner
die Lebensgefährtin
58
de weduwnaar
der Witwer
59
de weduwe
die Witwe
60
weduwe geworden weduwnaar geworden
verwitwet
61
oud
alt
62
jong
jung
63
de leeftijd de ouderdom
das Alter
64
de geboortedatum
das Geburtstag
65
gefeliciteerd met je/uw verjaardag
herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag
66
meerderjarig
volljährig
67
volwassen
erwachsen
68
mondig
mündig
69
minderjarig
minderjährig
70
de meererjarigheid
die Volljährigkeit
71
wonen
wohnen leben
72
de flat het appartement
die Wohnung
73
de woonplaats de verblijfplaats
der Wohnsitz
74
vaste verblijfplaats
fester Wohnsitz
75
de woonplaats
der Wohnort
76
van woonplaats veranderen verhuizen
den Wohnort wechseln
77
het dres
die Adresse die Anschrift
78
adresseren
adressieren
79
de stad
die Stadt
80
de kleine stad (<20 000 inwoners)
die Kleinstadt
81
de grote stad ( >100 000 inwoners)
die Großstadt
82
de wijk het stadsdeel
der Stadtteil
83
de straat de weg
die Straße
84
het plein
der Platz
85
het marktplein
der Marktplatz
86
het huisnummer
die Hausnummer
87
de geboorteplaats
der Geburtsort
88
de geboorteplaats de geboortestreek het land van herkomst
die Heimat
89
een nieuw thuis vinden
eine neue Heimat finden
90
de herkomst de oorsprong de afkomst
die Herkunft
91
waarvandaan vanwaar
woher
92
uit ... zijn komen uit
stammen kommen
93
uit
aus
94
leven wonen
leben
95
het leven
das Leben
96
het buitenland
das Ausland
97
het binnenland
das Inland
98
verblijven
sich aufhalten
99
de nationaliteit het staatsburgersschap
die Staatsangehörigkeit die Nationalität
100
de staatsburger
der Staatsangehörige die Staatangehörige
101
de nationaliteit aannemen
die Staatsangehörigkeit annehmen
102
de natie de staat
die Nation
103
nationaal
national
104
vreemd buitenlands onbekend
fremd
105
de vreemde het buitenland
die Fremde
106
de buitenlander de vreemdeling
der Ausländer
107
de buitenlandse
die Ausländerin
108
buitenlands
ausländisch
109
intercultureel multicultureel
interkulturell
110
de migrant
der Migrant
111
de immigrant
der Zuwanderer
112
de migrant (v)
die Migrantin
113
de migratie
die Migration
114
integreren inburgeren
sich integrieren
115
de migratieachtergrond
der Migrationshintergrund
116
integreren opnemen
integrieren
117
de integratie
die Integration
118
afkomstig van geboorte
gebürtig
119
emigreren
auswandern
120
naar het buitenland gaan
ins Ausland gehen
121
de emigrant
der Auswanderer die Auswanderin
122
immigreren
einwandern zuwandern
123
de immigrant
der Einwanderer die Einwanderin
124
het asiel
das Asyl
125
vluchten
fliehen flüchten
126
de vlucht
die Flucht
127
de vluchteling
der Flüchtling
128
politieke vluchteling
politischer Flüchtling
129
Egypte Egyptisch Egyptenaar, Egyptische
Ägypten ägyptisch Ägypter, Ägypterin
130
Afghanistan Afgaans Afgaan, Afgaanse
Afghanistan afghanisch afghane, Afghanin
131
Albanië Albanees Albanees, Albanese
Albanien albanisch Albaner, Albanese
132
Algerije Algerijns Algerijn, Algerijnse
Algerien algerisch Algerier, Algerierin
133
Australië Australisch Australiër, Australische
Australien australisch Australier, Australierin
134
Belarus Belarus Belarus, Bularussische
Belarus belarusschisch Belarusse, Belarussin
135
België Belgisch Belg, Belgische
Belgien belgisch Belgier, Belgierin
136
Brazilië Braziliaans Braziliaan, Braziliaanse
Brasilien brasilianisch Brasilianer, Brasilianderin
137
China Chinees Chinees, Chinese
China chinesisch Chinese, Chinesin
138
Denemarken Deens Deen, Deense
Dänemark dänisch Däne, Dänin
139
Duitsland Duits Duitser, Duitse
Deutschland deutsch Deutscher, Deutsche
140
Finland Fins Fin, Finse
Finnland finnisch Finne, Finnin
141
Frankrijk Frans Fransman, Française
Frankreich französisch Franzose, Französin
142
Griekenland Grieks Griek, Griekse
Griechenland griechisch Grieche, Griechin
143
Groot-Brittannië Brits Brit, Britse
Großbritannien britisch Brite, Britin
144
India Indiaas Indiër, Indiase
Indien indisch Inder, Inderin
145
Irak Iraaks Irakees/Iraki, Iraakse, Ikrakese
der Irak irakisch Iraker, Irakerin
146
Iran Iraans Iraniër, Iraanse
der Iran iranisch Iraner, Iranerin
147
Ierland Iers Ier, Ierse
Irland irisch Ire, Irin
148
Italië Italiaans Italiaan, Italiaanse
Italien italienisch Italiener, Italienerin
149
Japan Japans Japanner, Japanse
Japan japanisch Japaner, Japanerin
150
Canada Canadees Canadees, Canadese
Kanada kanadisch Kanadier, Kanadierin
151
Kroatië Kroatisch Kroaat, Kroatisch
Kroatien kroatisch Kroate, Kroatin
152
Marokko Marokkaans Marokkaan, Marokkaanse
Marokko marokkansich Marokkaner, Marokkanerin
153
Mexico Mexicaans Mexicaan, Mexicaanse
Mexiko mexikanisch Mexikaner, Mexikanerin
154
Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeelands Nieuw-Zeelander, Nieuw-Zeelandse
Neuseeland neuseeländsich Neuseeländer, Neuseeländerin
155
Nederland Nederlands Nederlander, Nederlandse
die Niederlande niederländisch Niederländer, Niederländerin
156
Noorwegen Noors Noor, Noorse
Norwegen norwegisch Norweger, Norwegerin
157
Oostenrijk Oostenrijks Oostenrijker, Oostenrijkse
Österreich östereichisch Österreicher, Österreicherin
158
Polen Pools Pool, Poolse
Polen polnisch Pole, Polin
159
Portugal Portugees Portugees, Portugese
Portugal portugiesisch Portugiese, Portugiesin
160
Rusland Russisch Rus, Russin/Russische
Russland russisch Russe, Russin
161
Zweden Zweeds Zweed, Zweedse
Schweden schwedisch Schwede, Schwedin
162
Zwitserland Zwitsers Zwitser, Zwitserse
die Schweiz schweizerisch/Schweizer Schweizer, Schweizerin
163
Slowakije Slowaaks Slowaak, Slowaakse
die Slowakei slowakisch Slowake, Slowakin
164
Slovenië Sloveens Sloveen, Sloveens
Slowenien slowensich Slowene, Slowenin
165
Spanje Spaans Spanjaard, Spaanse
Spanien spanisch Spanier, Spanierin
166
Syrië Syrisch Syriër, Syrische
Syrien syrisch Syrer, Syrerin
167
Tsjechië Tsjechisch Tsjech, Tsjechische
die Tschechische Republik (Tschechien) tschechisch Tscheche, Tschechin
168
Turkije Turks Turk, Turkse
die Türkei türkisch Türke, Türkin
169
Tunesië Tunesisch Tunesiër, Tunesische
Tunesien tunesisch Tunesier, Tunesierin
170
Oekraïne Oekraïens Oekraïener, Oekraïense
die Ukraine ukrainisch Ukrainer, Ukrainerin
171
Hongarije Hongaars Hongaar, Hongaarse
Ungarn ungarisch Ungar, Ungarin
172
VS/ Verenigde Staten Amerikaans Amerikaan, Amerikaanse
die USA/die Vereinigten Staaten amerikanisch Amerikaner, Amerikanerin
173
het paspoort
der Pass der Reisepass
174
de identiteitskaart het pasje
der Ausweis
175
het lidmaatschapsbewijs
der Mitgliedausweis
176
een identiteitskaart aanvragen
einen Ausweis beantragen
177
der personalia de persoonsgegevens
die Peronalien
178
de personalia noteren
die Personalien aufnehmen
179
de (identiteits) papieren
die Papiere
180
de map de folder
die Mappe
181
het document
das Dokument
182
het geboortecertificaat
die Geburtsurkunde
183
het rapport
das Zeugnis
184
het getuigschrift de referentie
das Arbeitszeugnis
185
de schriftelijke bevestiging
die Bescheinigung
186
een getuigschrift geven
ein Zeugnis ausstellen
187
de documenten de stukken
die Unterlagen
188
het rijbewijs
der Führerschein die Fahrerlaubnis
189
zijn rijbewijs halen
den Führerschein machen
190
het visum
das Visum
191
een visum aanvragen
ein Visum beantragen
192
een geldig visum
ein gültiges Visum
193
de werkvergunning
die Arbeitserlaubnis dei Arbeitsgenehmigung
194
de vergunning de toelating
die Genehmigung
195
het geboortecertificaat
die Geburtsurkunde
196
de huwelijksakte
die Heiratsurkunde
197
de verblijfsvergunning
die Aufenthaltserlaubnis die Aufenthaltsgenehmigung
198
geldig
gültig
199
ongeldig
ungültig
200
verlopen niet meer geldig zijn
ablaufen
201
verlengen
verlängern
202
laten verlengen
verlängern lassen
203
afgeven opmaken uitreiken
ausstellen
204
erkennen
anerkennen
205
het formulier
das Formular
206
het inschrijfformulier het aanmeldformulier
das Anmeldeformular
207
invullen
ausfüllen
208
aankruisen
ankreuzen
209
de aanvraag het verzoek
der Antrag
210
een aanvraag indienen
einen Antrag stellen
211
aanvragen verzoeken om
beantragen
212
de afgifte de uitreiking
die Ausstellung
213
nodig hebben
benötigen brauchen
214
persoonlijk
persönlich
215
de aanmelding de registratie de inschrijving
die Anmeldung
216
zich aanmelden zich registreren zich inschrijven
sich anmelden
217
zich afmelden zich uitschrijven
sich abmelden
218
het inschrijfformulier
das Anmeldeforumular
219
aanmelden inschrijven
anmelden
220
spellen
buchstabieren
221
het bericht de beschikking de aanslag
der Bescheid
222
de belastingaanslag
der Steuerbescheid
223
de mededeling/beschikking over het pensioen
der Rentenbescheid
224
de handtekening
die Unterschrift
225
ondertekenen zijn handtekening zetten
unterschreiben
226
het cv het curriculum vitae
der Lebenslauf
227
het beroep het werk de baan
der Beruf
228
beroeps- beroepshalve beroempsmatig
beruflich
229
werken als
einen Beruf ausüben als
230
het detail het gegeven
die Angabe
231
de informatie
die Information
232
vermelden
angeben