2 Alltägliche Tätigkeiten Flashcards
(133 cards)
de dagindeling
de dagelijkse gang van zagen
der Tagesablauf
het dagelijks leven
der Alltag
alledaags
dagelijks
doordeweeks
alltäglich
de gewoonte
die Gewohnheit
die Angewohnheit
vertrouwd
gewoon
gewohnt
iets gewend zijn
een gewoonte zijn
etwas gewohnt sein
aan iets gewend zijn
an etwas gewöhnt sein
wennen
sich gewöhnen
regelmatig
regelmäßig
de regel
de gewoont
die Regel
gebruikelijk
gewoonlijk
üblich
gewoonlijk
normaal gesproken
üblicherweise
elke keer
iedere keer
jedes Mal
steeds
voortdurend
altijd
vast
ständig
voortduren
vast
dauerend
bewegen
bewegen
zich bewegen
sich bewegen
de beweging
de oefening
die Bewegung
lopen
gaan
gehen
te voet
zu Fuß
stappen
schoppen
trappen
treten
lopen
hardlopen
laufen
joggen
(gaan) wandelen
spazieren gehen
vertrekken
verlaten
verlassen