Belangrijk uit boek 5 Flashcards
(36 cards)
3 criteria voor het beoordelen van psychologische stoornis
- Statistische afwijking
- Maladaptiviteit (gevaar zelf/ander, disruptie van functioneren of problematisch)
- Persoonlijke distress
Hechting autisme:
50%+ veilig, maar hogere mate van gedesorganiseerd-gedesoriënteerde hechting.
Mogelijke oorzaken autisme: niet alles is in iedereen zichtbaar. Maar:
- Genen (twin studies bewijs, maar niet 100%). Abnormaliteit copying van neurale communicatie genen, mogelijk door oudere vaders.
- Postnatale ervaringen en andere omgevingsfactoren.
Ontwikkelingsuitkomsten autisme: <50% is volledig onafhankelijk. Meeste mensen behouden autisme traits hele leven. Zo vroeg mogelijk behandelen tijdens gevoelige periode is helpend.
- ABA: kan helpen met cognitieve en gedragstraining vroeg in leven. Sociale vaardigheids training zoals joint attention en imitatie.
Infant depression:
Risico: disfunctioneel familiesysteem, dus interventies daarop gericht kunnen helpen.
o verwaarlozing/mishandeling
o Depressieve verzorger.
o Separatie moeder tussen 6-12mnd
o Hechting: Gedesorganiseerde hechting kans hoger op depressie.
Externaliserende problemen nemen af tussen … en … jaar.
4 en 18 jaar. Internaliserende problemen nemen toe.
Transactioneel model van psychopathologie:
problemen beïnvloeden familie en worden beïnvloed door familie. Interactie genen kind + ouders en omgeving
Ontwikkeling ADHD:
andere expressie afhankelijk van leeftijd.
- 4 jaar: heel actief, moeilijk temperament, onregelmatige voeding en slaap.
- Basisschool: onaandachtig, fidgety, minder overactief
- Mindere prestaties op school en werk typisch.
Behandeling ADHD:
- Stimulantia
- Gedragstraining (minder effectief dan stimulantia)
- Combinatie oudertraining, gedragstraining, stimulantia en schoolinterventies het best
Is storm and stress accuraat adolescenten?
Enigszins, maar nee. Ware storm and stress is zeldzaam, en de meesten daarvan vertoonden al maladaptieve aanpassing vooraf en ook na adolescentie. Wat klopt is dat adolescentie gemarkeerd wordt door risicovol gedrag en problematisch gedrag, en kwetsbaarheid voor stoornissen.
- Meesten passen goed aan. Wanneer problemen optreden is er een goede reden
Waarom doen adolescenten aan risicovol gedrag etc?
- Fase doel: autonomie en onafhankelijkheid zoeken
- Breinontwikkeling: minder PFC ontwikkeling, veel Limbische ontwikkeling.
Welke eetstoornis is het meest levensgevaarlijk, maar komt het minste voor?
Anorexia
Waarom adolescentie kans op eetstoornis hoger?
De toename is alleen voor meisjes, kans jongens is gelijk voor en na puberteit.
Hierom mogelijk vrouwelijk geslachtshormoon invloed dat risicogenen activeert. Sociale en biologische factoren. Dunne ideaal + natuurlijke gewichtstoename = minder aantrekkelijk zelfbeeld
Voorkomen en behandelen eetstoornissen adolescenten:
- preventieve programmas waarin schoonheidsideaal kritisch wordt beoogd kan helpen.
- Behandelen: Gedragstherapie, Familietherapie
Middelenmisbruikstoornissen adolescenten:
adolescenten gebruiken vaker middelen om erbij te horen/identiteit te verkennen.
Het is een stoornis wanneer het gebruik wordt doorgezet ondanks consequenties als fysiek gevaarlijke situaties, interpersoonlijke problemen en performance op school/werk.
Cascade model of substance abuse:
transactioneel model dat stelt dat ontwikkeling van middelenmisbruik opstapelt en versneld over tijd.
- Kind risicovol temperament
- Slechte familieomgeving
- Slecht ouderschap
- Gedragsproblemen
- Afwijzing leeftijdsgenoten
- Ouders geven supervisie op
- Deviërende peergroep versterkt middelenmisbruik
Tekortkoming cascade model middelenmisbruik:
te weinig nadruk op genen, peers mogelijk minder invloed.
Peer socialisation/peer selection issue middelenmisbruik:
is het vriendselectie door persoon zelf, of meer worden als je vrienden dat uitkomsten zoals middelenmisbruik veroorzaakt?
Depressie pubers/adolescenten:
depressie prevalentie stijgt na puberteit. Genderverschil treedt op. Volwassen depressiesymptomen maar lijkt op delinquentengedrag. Weinig energie en veel slapen.
- Genetische invloed sterker dan tijdens kindertijd
- Stressvolle gebeurtenissen (vooral meisjes)
Ruminative coping depressie adolescenten:
Coping door te rumineren over interpersoonlijke stressoren, wat onproductief is.
!!Meisjes doen dit vaker, wat leidt tot depressieve symptomen. Ook co-rumineren, wat rumineren met vrienden is
Tijdens welke levensfase is suïcid het hoogst?
Volwassenheid en later, maar adolescenten doen meer pogingen. Ook zijn suïcidale gedachten erg prevalent in adolescentie:
12% mannen en 19% meiden middelbare school. 10% meide suïcidepoging gedaan
Wat is de meest stressvolle periode voor de meesten?
Vroege volwassenheid tot middenvolwassenheid. Ouderen hebben meer gezondheidsproblemen maar minder stressoren
- Vrijwel alle stoornissen worden minder prevalent naarmate je latere volwassenheid ingaat
Depressie ouderdom:
weinig diagnoses, maar veel symptomen. Meer kans op suïcide dan adolescenten. 70+ toename depressie.
- Waarom weinig diagnose? Veel symptomen lijken op stereotypische ouderdomsverschijnselen. Ook doen ouderen alsof ze niet verdrietig etc. zijn.
Dementie: (neurocognitieve stoornissen)
Progressieve veroudering van neurale functionering met cognitieve achteruitgang. NIET typisch. 10% van 65+ers, 35% van 90+ers
- Alzheimer’s: meestvoorkomende subtype.
Oorzaak alzheimer’s:
- Genen (<60% van variatie).
- Omgevingsfactoren
- Epigenetica
- Weinig cognitief reserve