H16 Flashcards
(44 cards)
3 criteria voor het beoordelen van psychologische stoornis
- Statistische afwijking
- Maladaptiviteit (gevaar zelf/ander, disruptie van functioneren of problematisch)
- Persoonlijke distress
Ontwikkelings psychopathologie:
de studie van de oorsprong en ontwikkeling van maladaptief gedrag. Benadrukken atypische ontwikkeling in relatie tot typische ontwikkeling.
- Breinontwikkeling + omgevingsinvloeden abnormaliteiten in termen van sociale/culturele context.
- Sociale normen + Age norms invloed op wat abnormaal is
Nature nurture issue ontwikkelingspsychopathologie:
Hoe interacteren psychologische, biologische en sociale factoren om stoornissen te veroorzaken? Wat zijn risicofactoren en beschermende factoren?
Continuity-discontinuity issue ontwikkelingspsychopathologie:
Zijn problemen in de kindertijd fasen die onafhankelijk bestaan van volwassenheid, of voorspelt het latere functie? Veranderen de uitdrukkingen van psychopathologie naarmate de ontwikkelingsfase van iemand verandert?
Diathesis-stress model:
stelt dat psychopathologie voortkomt uit de interactie van een kwetsbare tijd voor een psychologische stoornis (diathesis, predisposities etc.) en de ervaring van stressvolle gebeurtenissen.
Hechting autisme:
50%+ veilig, maar hogere mate van gedesorganiseerd-gedesoriënteerde hechting.
2 Neurologische verklaringen Autisme:
- Vroege overmatige breingroei (PFC overmatige verbinding tijdens proliferatie, waarna minder pruning. OOK: verlies verbindingen adolescentie, terwijl typisch groei)
- Latere onder-connectiviteit: gebieden gehecht aan sociale cognitie minder verbonden/ontwikkelt.
Mogelijke oorzaken autisme: niet alles is in iedereen zichtbaar. Maar:
- Genen (twin studies bewijs, maar niet 100%). Abnormaliteit copying van neurale communicatie genen, mogelijk door oudere vaders.
- Postnatale ervaringen en andere omgevingsfactoren.
Mogelijke oorzaken autisme: niet alles is in iedereen zichtbaar. Maar:
- Genen (twin studies bewijs, maar niet 100%). Abnormaliteit copying van neurale communicatie genen, mogelijk door oudere vaders.
- Postnatale ervaringen en andere omgevingsfactoren.
Ontwikkelingsuitkomsten autisme: <50% is volledig onafhankelijk. Meeste mensen behouden autisme traits hele leven. Zo vroeg mogelijk behandelen tijdens gevoelige periode is helpend.
- ABA: kan helpen met cognitieve en gedragstraining vroeg in leven. Sociale vaardigheids training zoals joint attention en imitatie.
Infant depression:
Risico: disfunctioneel familiesysteem, dus interventies daarop gericht kunnen helpen.
o verwaarlozing/mishandeling
o Depressieve verzorger.
o Separatie moeder tussen 6-12mnd
o Hechting: Gedesorganiseerde hechting kans hoger op depressie.
Externaliserende problemen nemen af tussen … en … jaar.
4 en 18 jaar. Internaliserende problemen nemen toe.
Transactioneel model van psychopathologie:
problemen beïnvloeden familie en worden beïnvloed door familie. Interactie genen kind + ouders en omgeving
Ontwikkeling ADHD:
andere expressie afhankelijk van leeftijd.
- 4 jaar: heel actief, moeilijk temperament, onregelmatige voeding en slaap.
- Basisschool: onaandachtig, fidgety, minder overactief
- Mindere prestaties op school en werk typisch.
Oorzaken ADHD:
- Frontaalkwabben tragere ontwikkeling + Lage NE (inhibitie en andere executieve functies)
- 60-90% genetisch (dopamine gerelateerde genen)
- Omgevingsfactoren vooral relevant voor ontwikkeling en functionering
Behandeling ADHD:
- Stimulantia
- Gedragstraining (minder effectief dan stimulantia)
- Combinatie oudertraining, gedragstraining, stimulantia en schoolinterventies het best
Kinder depressie: 2%. Vaak comorbide. Zoals infant depression meer kans op gedrags en somatische symptomen dan internaliserende.
- Ook soms symptomen van minderwaarde
- Suïcide is mogelijk
- Carryover kans kleiner dan adolescentie naar volwassenheid, maar enig bewijs met fMRI.
Behandeling kinderdepressie:
CGT en antidepressiva. (CGT: kunnen ze cognities etc begrijpen? Aanpassingen worden gemaakt)
Is storm and stress accuraat adolescenten?
Enigszins, maar nee. Ware storm and stress is zeldzaam, en de meesten daarvan vertoonden al maladaptieve aanpassing vooraf en ook na adolescentie. Wat klopt is dat adolescentie gemarkeerd wordt door risicovol gedrag en problematisch gedrag, en kwetsbaarheid voor stoornissen.
- Meesten passen goed aan. Wanneer problemen optreden is er een goede reden
Waarom doen adolescenten aan risicovol gedrag etc?
- Fase doel: autonomie en onafhankelijkheid zoeken
- Breinontwikkeling: minder PFC ontwikkeling, veel Limbische ontwikkeling.
Advies ouders van adolescenten:
realiseer dat brein onderontwikkeld is en minimaliseer mogelijkheid tot risico.
Welke eetstoornis is het meest levensgevaarlijk, maar komt het minste voor?
Anorexia
Welke neurotransmitter is betrokken bij anorexia?
Serotonine en Dopamine
Waarom adolexcentie kans op eetstoornis hoger?
De toename is alleen voor meisjes, kans jongens is gelijk voor en na puberteit. Hierom mogelijk vrouwelijk geslachtshormoon invloed dat risicogenen activeert. Sociale en biologische factoren. Dunne ideaal + natuurlijke gewichtstoename = minder aantrekkelijk zelfbeeld
Voorkomen en behandelen eetstoornissen adolescenten:
- preventieve programmas waarin schoonheidsideaal kritisch wordt beoogd kan helpen.
- Behandelen: Gedragstherapie, Familietherapie