H3.3: Coxartrose/osteonecrose en leven met een totale heupprothese' Flashcards

(44 cards)

1
Q

girdlestone

A

dan stop je geen heupkop meer terug, bv bij niet-lopers of ernstige spastische pt, bij onvoldoende bot of infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

osteotomie

A

rechtmaken, stand aanpassen. proximale femur of acetabulum: bij corrigeerbare anatomische afwijking, jonge pt

ter behandeling of voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arhtroscopie

A

herstellen heupvorm dmv kijkoperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

artrodese

A

kan bij jonge pt worden overwogen, maar gebeurt bijna nooit meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

valgiserende prox femur osteotomie

A

je zaagt proximale femur door en dan beweeg je het femur gedeelte naar buiten toe tov lichaamsas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

periacetabulaire osteotomie

A

je isoleert het hele acetabulum uit het bekken (os pubis wordt doorgezaagd, os ilium wordt van proximaal ingezaagd achter het acetabulum langs, os ischium wordt vanaf voorzijde schuin omhoog gezaagd). nu kan je het acetabulum psotioneren waar je hem wil, zodat het beter op de kop past.

je krijgt geen instabiliteit van je bekkenring ischium en ilieum incisies ontmoetne elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

triradiate cartilidge

A

groeischijf waarbij ilium, pubis en ischium bij elkaar komen (bij jonge kinderen is deze open)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

totale heup prothese (THP) bestaat uit

A
  • steel die verankerd wordt in de schacht van de femur, zit meestal met een coating in het proximale gedeelte zodat hij ook kan ingroeien. daar zit hydroxyapatiet opgesprayd, dus deze groeit daadwerkelijk vast in de femur.
  • losse conus: staafje waarop de kop gemonteerd op kan worden
  • kopje: kan verschillend van lengte zijn, zodat je halslengte kan varieren

er zit al anteflexie in

  • je kan een volledig plastic kommetje als acetabulum gebruiken, wat met cement wordt vastgezet
  • het kan ook met keramiek; heel slijtvast. maar kan wel breken.
  • er worden soms twee kommetjes in elkaar geplaatst: 1tje (ijzer) wordt vastgezet in het bekken, en daarin een keramiek op platic ring en dan daarbinnen is een gat waarin de prothese kop past
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

nadeel keramiek op keramiek

A

kan piepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

heup artrodese

A

weinig meer toegepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

belangrijkste bloedtoevoer proximale femur

A

a. circumflexa medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

osteonecrose heupkop oorzaken

A
  • traumatisch
    =med. collum fractuur
    =luxatie fractuur heup
  • niet traumatisch
    =prednison
    =alcohol
    =hyperlipoproteinemie
    =bij beroepsduikers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij necrose

A

kraakbeen frommelt op in gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

classificatie osteonecrose

A

ficat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ficat classificatie

A
  • I= geen veranderingen (alleen met MRI te zien)
  • II= subchondrale sclerose, cysten
  • III= subchondrale collaps, fractuur heupkop (crescent sign)
  • IV= femur kop inzakking, artroitisch gewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

AVN behandeling volwassenen

A
  • vooral stadium I en II kan je behandelen en de kop behouden
  • stadium III en IV kun je alleen een heupprothese plaatsen

wat je dan doet bij I en II: core decompressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

core decompression

A

gaatjes boren in de heupkop op plekken die gevasculariseerd moeten worden in fase I en II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

lauwenstein projectie

A

de heup 90 graden geëxoroteerd in rontgen, en dan zie je vaak precies welk segment is aangedaan

19
Q

indicatie gewrichtsprothese

A
  • artrose of osteonecrose met:
    =pijn en functiestoornissen met beperkingen ADL
    =ONDANKS CONSERVATIEVE BEHANDELING

> begrijpen van doelen
op de hoogte van nabehandeling
begrijpen van risico op complicaties
informed consent

20
Q

contra-indicaties gewrichtsprothese

A
  • absolute contra-indicatie operatie: inoperabele pt, infectie
  • relatieve contra-indicatie: jonge leeftijd, overgewicht, ernstige comorbiditeit
21
Q

doel totale heupprothese

A
  • primair: pijnreductie
  • herstel biomechanica van de heup (beenlengte en offset): belangrijk secundair doel
  • beenlengte verschil en offset-fout => veranderde biomechanica
  • instabiliteit, impingement (hals van prothese kan tegen cuprand aankomen waardoor andere stucturen worden ingeklemd), toename krachten => meer micromotion en loslating
  • offset verandering => moment arm verandering => manken, trochanter pijn
22
Q

pre-operatieve evaluatie THP

A
  • uitgebreide anamnese, LO, X-bekken/heup!, evt X LSWK (lumbale wervelkolom problemen kunnen pijn geven in het bekken)
  • bekken scheefstand, scoliose
  • bespreken complicaties
  • preplanning, templating
23
Q

femoral offset

A

de afstand tussen het centrum van bewegen en het centrum van de femurschacht

24
Q

wat kan je van te voren inschatten door een tekening op precieze schaal over rontgen te leggen?

A
  • grootte prothese
  • offset
25
wat kan je van te voren inschatten tijdens de OK?
- anteversie - steilheid kommetje (inclinatiehoek)
26
benaderingen THP
- voorste benadering - anterolateraal - posterolateraal
27
posterolaterale benadering THP risico's
makkelijk luxaties
28
retroversie geplaatst acetabulum component is altijd een risico op een
luxatie
29
voorste benadering THP
recentelijk in gebruik! je doet weinig in het dagelijks leven je heup naar voren dus weinig kans op luxaties
30
anterolaterale benadering THP
- hoe ze vaak ook kop-hals protheses plaatsen - relatief makkelijke benadering
31
internervous plane bij voorste benadering THP
tussen tensor fascia latae en sartorius want: sartorius is n. femoralis, tensor fascia latae is n. gluteus superior dan val je precies op de rectus femoris (oorsprong aan spina iliaca anterior inferior)
32
je gaat bij THP vrij lateraal naar binnen omdat
er een centrale zenuwtak loopt
33
(antero)laterale benadering risico
geen intervervous plane. je moet je gluteus medius splijten (pas op voor n. gluteus sup die van post naar ant in die spier passeert en nog naar de tensor fasciae latae moet)
34
posterolaterale benadering hoe
- incisie over trochanter major. dan kom je eerst de fascia latae tegen. die snij je in tot over de fascie van de gluteus maximus. de gluteus maximus spiervezels ga je spreiden (ook geen internervous plane). dan val je op de 4 korte exorotatoren. die snij je dan los van de trochanter en klap je naar posterieur weg, zodat je daarmee de n. ischiadicus ook wegtrekt.
35
de n. gluteus superior komt ... van ... naar buiten en de inferior ...
proximaal piriformis distaal
36
origo en insertie piriformis
voorzijde sacrum naar de posterieur zijde van het trochantor (exorotator)
37
complicaties THP
- DVT: profylaxe = anti-coagulantia (LMWH) - infectie - zenuwletsel: belangrijkste is n. ischiadicus, meestal klapvoet: herstel langdurig - luxaties: (iets meer bij posterolaterale benadring), revisies, malpositie, abductorenzwakte of avulsie, therapieontrouw voor afgeraden bewegingen - vaatletsel - fracturen (inslagfractuur/periprosthetisch fractuur) - beenlengteverschil - loslating: aseptische vs septische - ectopisch botvorming (periarticulaire ossificaties); je kan evt NSAID profylaxe geven - overlijden; meestal gevolg longembolieën (lucht, cement, bloed of bot deeltjes) of bij cardiopulmonale complicaties
38
hoe bepaal je beenlengteverschil
plankjesmethode: je voelt de spina iliace posterior superior aan de rug en dan leg onder het korte been een plankje om te corrigeren
39
lamellar flow
verticale schone luchtstroom van boven naar beneden op de pt. via de zijkant wordt lucht via roosters weer afgezogen. overal overdruk
40
als infectie te erg is, zal je
hem moeten verwijderen. hierna heb je 2 opties: 1. 2-stage revisie: alles goed schoonmaken en afwachten hoe het met pt gaat en dan re-implanteren 2. girdlestone
41
voor re-implantatie moet je eerst een
antibiotica brij interval hebben, als de pt dan geen koorts ontwikkelt en lab normaal is kan je overgaan tot re-implantatie anderen zeggen, die periode kan je overslaan, want we gebruiken cement waarin al antibiotica is aangebracht
42
aseptische/mechanische loslating
- slijtage partikels polyethyleen - ontstekingsreactie door macrofagen - botverlies rond prothese/botcement - loslating/inzakking - dreigende fractuur
43
je kan ook bone grafting doen
kippengaas in de holte, dat wordt gevuld met kleine botchips. als het weer is gegroeid kan je daar weer een prothese in doen
44