Artikel driessen & Holon cognitive behavioral therapy for mood disorders Flashcards

(22 cards)

1
Q

syndroom

A

episodes van verdriet, verlies van interesse, pessimisme, negatieve opvattingen, seksuele desinteresse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stoornis

A
  1. unipolaire stoornis
  2. bipolaire stoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

unipolaire stoornis

A

alleen episoden van depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bipolaire stoornisen

A

afwisselende episodes van manie en depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

meta-analyse bevindingen CGT

A
  • 1/3 patienten die behandelt wordt met CGT voelt zich beter
  • CGT lijkt even effectief te zijn als andere behandelingen inclusief medicijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CGT ernstige depressie

A
  • CGT even effectief als fenelzine
  • CGT even effectief als antidepressiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CBASP

A

is ontwikkeld voor behandeling van chronische depressie
- combinatie cognitieve, gedragsmatige, psychodynamische en interpersoonlijke psychotherapieën
- gebruikt delen can CGT, zoals gestructureerde aanpak, huiswerk opdrachten en systematische focus op beoordelen van gedrag en interpretaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

blijvende effecten CGT

A
  • toevoegen van CGT resulteert in lagere terugkeer-percentages na stoppen met medicijnen
  • na remissie bij toevoeging CGT significant lagere terugval percentages
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verlengen duur CGT en werkzaamheden acute behandeling

A
  • significant minder patiënten vallen terug wanneer CGT wordt voortgezet
  • kenmerken patiënt heeft modererend effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CGT en bipolaire stoornissen

A
  • medicatie maar ook belangstelling CGT om symptomen en terugval te voorkomen
  • CGT leert ook met prodromen om te gaan
  • CGT verminderd bipolaire episoden, zorgt voor betere stemming, beter sociaal functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorspellers werkzaamheid CGT

A
  1. demografische factoren
  2. ziektekenmerken
  3. persoonlijkheidskenmerken
  4. behandelingsvoorkeur
  5. disfunctionele attitudes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

demografische factoren

A
  • hogere leeftijd en lagere intelligentie voorspellen slechte respons van CGT
  • werkeloosheid en ingrijpende levensgebeurtenissen voorspellen goede respons
  • getrouwd betere respons
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ziektekenmerken

A
  • chronische depressie is voorspellend slechte respons
  • korte duur huidige depressieve episode, latere leeftijd beginnen depressie, ontbreken van familiegeschiedenis van stoornissen goede voorspeller
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

persoonlijkheidskenmerken/stoornissen

A
  • patiënten met comorbide depressie en AS II-persoonlijkheidsstoornissen reageren minder op CGT dan antidepressiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandelingsvoorkeur

A

verschillende dingen gevonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

disfunctionele attitudes

A

hoge niveaus disfunctionele attitudes voorafgaand aan behandeling voorspeld slechtere CGT
- patiënten met lagere disfunctionele attitude doen het dus beter

17
Q

mediatoren van werkzaamheid CGT

A
  1. behandelingsproces
  2. cognitieve mechanismen
  3. plotselinge winst
  4. cognitieve verandering vs gedrag activatie
18
Q

behandelproces

A
  • naleven van huiswerk opdrachten
  • therapeutcompetentie
  • symptoomgerichte technieken
19
Q

cognitieve mechanismen

A
  • vroege veranderingen in cognitie (aanleren coping) zijn voorspellend
  • CGT verminderd negatief denken
20
Q

plotselinge winst

A
  • plotselinge winsten tijdens CGT in verband beter resultaat einde behandeling
21
Q

cognitieve verandering vs gedragsactivatie

A

onderzoek vergeleken onderzoekers werkzaamheen 3 soorten CGT
1. alleen gedragactivatie
2. gedragsactivatie + activering en wijzing disfunctionele gedachtes
3. gedragsactivatie + activering en wijziging van disfunctionele gedachten + identificatie en wijziging van chema’s

22
Q

uitkomsten onderzoek

A

geen verschillen in werkzaamheden tussen deze componenten gevonden